36 353 Voorstel van wet van de leden Diederik van Dijk, Van der Wal, Boswijk, Dassen, Olger van Dijk, Paternotte, Eerdmans en Ceder houdende vaststelling van regels ten behoeve van de verdediging en de bescherming van de belangen van het Koninkrijk en de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde alsmede het voldoen aan (financiële) afspraken binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere bondgenootschappen (Wet financiële defensieverplichtingen)

G MOTIE VAN HET LID DESSING

Voorgesteld 17 juni 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het initiatiefvoorstel-Diederik van Dijk, Ellian, Boswijk, Dassen, Olger van Dijk, Paternotte, Eerdmans en Ceder Wet financiële defensieverplichtingen (36 353) in artikel 1, tweede lid, de ondergrens van twee procent van het bbp voor defensie-uitgaven koppelt aan de norm van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en dat de memorie van toelichting deze koppeling versterkt;

constaterende dat deze koppeling de perceptie van nationale autonomie in het bepalen van defensieprioriteiten kan beperken, terwijl de wet primair gericht is op het waarborgen van nationale veiligheidsbehoeften;

overwegende dat het presenteren van de 2%-norm uitsluitend als een nationale norm de wetgevingskwaliteit verbetert door de norm volledig af te stemmen op nationale veiligheidsbehoeften en economische omstandigheden;

verzoekt de regering om, in overleg met de initiatiefnemers, artikel 1, tweede lid, van de Wet financiële defensieverplichtingen en de memorie van toelichting te herzien, zodat de ondergrens van twee procent van het bbp uitsluitend wordt gepresenteerd als een nationale norm, gebaseerd op nationale veiligheidsbehoeften en prioriteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dessing

Naar boven