36 352 Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen houdende aanvullende maatregelen voor kinderen, ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag, nabestaanden van overleden gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag en overleden kinderen (Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen)

Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2023

Het kabinet heeft uw Kamer op 12 juli 2023 een brief gestuurd over het moment van inwerkingtreding van de regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerden.1 Daarin is aangegeven dat het gewijzigde amendement Leijten2 een ander, integraal proces heeft geïntroduceerd, inclusief de aanvullende compensatie voor werkelijke schade voor nabestaanden. Het amendement gaat verder dan een persoonlijk gesprek met de nabestaanden en heeft tot doel om de integrale beoordeling, de afwikkeling van werkelijke schade3 en de schuldenregelingen in één behandeling te combineren. Het kabinet wil duidelijkheid krijgen in de manier waarop de nabestaandenregeling in gewijzigde vorm kan worden uitgevoerd. UHT is daarom gevraagd om een aanvullende uitvoeringstoets waarin wordt gekeken op welke wijze en onder welke voorwaarden het gewijzigde voorstel uitvoerbaar kan zijn. De uitkomsten van de uitvoeringstoets door UHT ten aanzien van dit proces worden eind oktober verwacht.

In genoemde brief gaf het kabinet aan dat, om gefaseerde inwerkingtreding van de nabestaandenregeling mogelijk te maken, een wetsvoorstel zou worden opgesteld dat naar verwachting zou worden opgenomen in het pakket Belastingplan 2024. De reden dat hiervan is afgezien is de wens om uw Kamer in het wetsvoorstel het complete beeld inzake de nabestaandenregeling te presenteren. Hiertoe was het noodzakelijk om te wachten op de uitkomsten van de aanvullende uitvoeringstoets.

Het kabinet wil zo spoedig mogelijk starten met de gehele nabestaandenregeling. Mocht dat onverhoopt vanwege de uitvoerbaarheid niet lukken dan wil het kabinet alvast starten met de uitvoering van de onderdelen van de nabestaandenregeling die uitvoerbaar zijn. Het moment waarop kan worden gestart is afhankelijk van de hiervoor genoemde uitvoeringstoets. Het kabinet bereidt, om zo spoedig mogelijk te kunnen starten, alvast een wetsvoorstel voor dat, los van het pakket Belastingplan 2024 (Kamerstuk 36 418 t/m 36 432), na afronding van de uitvoeringstoets in procedure zal worden gebracht. Het na afronding van de uitvoeringstoets in procedure brengen maakt het mogelijk om in dit wetsvoorstel ook eventueel noodzakelijke wetswijzigingen op grond van de uitvoeringstoets op te nemen. Op deze wijze ontvangt uw Kamer een integraal wetsvoorstel inzake de nabestaandenregeling en kan zo spoedig mogelijk met het helpen van nabestaanden worden gestart.

Het kabinet verwacht dit wetsvoorstel uiterlijk eind december 2023 bij uw Kamer te kunnen indienen. Bij een voorspoedige behandeling door uw Kamer en de Eerste Kamer kan de gehele nabestaandenregeling of ten minste een deel ervan zo spoedig mogelijk in werking treden. Hiervoor is het kabinet mede afhankelijk van een voortvarende behandeling door andere bij het wetgevingsproces betrokken partijen zoals adviesorganen. Voorgaande laat onverlet dat het kabinet nabestaanden in duidelijk urgente, schrijnende situaties – waarin wachten op inwerkingtreding van de nabestaandenregeling zeer onwenselijk wordt geacht – alvast ondersteunt.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstuk 36 352, nr. 26.

X Noot
2

Kamerstuk 36 352, nr. 19.

X Noot
3

Er was door het kabinet afgezien van een regeling voor de vergoeding van werkelijke schade van de overledene, omdat dit bij uitvoeringstoets door UHT als onuitvoerbaar is ingeschat. Het amendement is dus afwijkend van hoe de uitvoering van de nabestaandenregeling voorzien was en hoe de uitvoering van de regeling voor aanvragers zou worden ingericht.

Naar boven