36 350 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN

Ontvangen 8 juni 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 03 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 300.000 (x € 1.000).

II

In artikel 03 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 300.000 (x € 1.000).

Toelichting

Indiener heeft eerder amendementen ingediend bij het wetsvoorstel vereenvoudigen huurtoeslag. Die amendementen gaan over onder andere het niet verhogen van de eigen bijdrage voor de huurtoeslag, het niet afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten etc. Dit amendement kan beschouwd worden als een zusteramendement van de reeds ingediende amendementen.

Uit de (begrotingsstaat van de) voorjaarsnota blijkt nu dat er sprake is van een huurtoeslagmeevaller. Deze mutatie betreft voornamelijk de actualisatie van de raming voor de huurtoeslag. Vanaf 2023 wordt de raming structureel verlaagd doordat de met de woningcorporaties afgesproken huurverlaging voor huurders leidt tot een lagere huurtoeslag. Vanaf 2025 zijn onder andere de verhoging van het wettelijk minimumloon en de vereenvoudiging van de huurtoeslag in de raming zijn verwerkt. De structurele ruimte in de raming van de huurtoeslag wenst het Rijk in te zetten als onderdeel van de bijdrage vanuit BZK ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave.

Het Rijk geeft bij de verhoging van de eigen bijdrage bij het wetsvoorstel vereenvoudigen huurtoeslag dat dit het gevolg is van een dekkingstekort voor de vereenvoudiging van de huurtoeslag. Indiener is van mening dat dit dekkingstekort niet gedragen dient te worden door de mensen met de laagste inkomens, zeker nu blijkt dat er sprake is van een structurele ruimte in de raming van de huurtoeslag.

Daarnaast vindt indiener dat in tijden waarin de economische koek groter wordt, terwijl de laagste inkomens erop achteruitgaan solidariteit van anderen nodig is die wel weten te profiteren van die grotere economische koek. Dus is indiener van mening dat het geld voor de Rijksbrede dekkingsopgave niet moet komen van de mensen met de laagste inkomens.

En terwijl het kabinet naarstig op zoek is naar koopkrachtmaatregelen en geld die terecht dienen te komen bij de lagere inkomens, wordt de structurele ruimte in de raming van de huurtoeslag gebruikt ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave. Het is het weghalen van geld bij de mensen die dit het hardst nodig hebben om vervolgens te zoeken naar geld en maatregelen die bij de laagste inkomens.

Dit mag niet doorgevoerd worden om nog erger te voorkomen, aangezien vele huurtoeslagontvanger in armoede zitten en/of problematische schulden hebben. Zij kunnen niet of nauwelijks rondkomen. In Nederland stevenen we af op een enorme stijging van het aantal mensen onder de armoedegrens. In 2023 is dat aantal circa 800.000 mensen. In 2024 gaat dat aantal naar ongeveer 1 miljoen mensen (als er niets verandert) en naar verwachting zal zeven procent van de kinderen in armoede leven.

Indiener wenst met dit amendement te bereiken dat de structurele ruimte in de raming van de huurtoeslag ingezet wordt voor de huurtoeslagontvangers zelf, dat wil zeggen geen verhoging van de eigen bijdrage voor de huurtoeslag c.q. een verlaging van de eigen bijdrage voor de huurtoeslag etc. en niet ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave. Indien noodzakelijk roept indiener de verantwoordelijke Minister op om de wet- en regelgeving daaromtrent aan te passen.

Beckerman

Naar boven