Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 350 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022‒2023

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 3 april 2023 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,W.B. Hoekstra

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl

Tabel 1 Extracomptabel overzicht inzet COVID-19 maatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Naam maatregel

bedrag uitgaven 2023

Relevante Kamerstukken

De tabel hieronder geeft inzicht in de geplande inzet van middelen in Oekraïne in 2023. De vermeldde bedragen zijn direct gerelateerd aan de invasie in Oekraïne en directe gevolgen. Uitgaven ten behoeve van derde orde effecten zijn hierin niet opgenomen. In 2024 t/m 2027 is de Nederlandse bijdrage aan het EPF opgehoogd (1e ISB BZ 2023 en 2e ISB BZ 2023).

Tabel 2 Extracomptabel overzicht inzet Oekraïne middelen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Naam maatregel

bedrag uitgaven 2023

Relevante Kamerstukken

1.1

Accountability

14.000

2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023

2.1

NAVO UCAP Trust Fund

75.000

2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023

2.4

Stabiliteitsfonds ODA

10.000

2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023

3.3

Council of Europe Development Bank

21.800

1e suppletoire begroting BZ 2023

4.3

Cultuur

5.000

2e incidentele suppletoire begroting BZ 2023

4.4

Onderzoek EWEA en scenario's ontheemden uit Oekraïne (REKA) (van J&V)

220

1e suppletoire begroting BZ 2023

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

Tabel 3 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 6 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2023. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2023 toe met EUR 1.716,1 miljoen.

Tabel 4 Omvang van de HGIS (x EUR 1 miljoen)1
 

MJN 2023

VJN 2023

Mutatie

HGIS-uitgaven

7.783,4

9.523,4

1.740

HGIS-ontvangsten

130,2

153,8

23,7

Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)

7.653,2

9.369,6

1.716,4

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2022. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI.

Daarnaast heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in Oekraïne. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2023 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

Tabel 5 HGIS uitgaven (x EUR 1 miljoen)1

Stand HGIS-nota 2023

7.783,5

1) Aanpassing BNI/BBP raming

66,6

2) Eindejaarsmarge

95.1

3) Overboekingen van/naar HGIS

2.217.4

4) Kasschuif

‒ 661.6

5) Desalderingen

22,4

Stand Voorjaarsnota 2023

9.523,4

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting uitgavenmutaties

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 1.739,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  • 1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 66,6 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.

  • 2. De eindejaarsmarge, die over 2022 is aangevraagd, is in 2023 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.

  • 3. Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van ruim EUR 2.217,4 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet heeft hiervoor EUR 2,5 miljard in 2023 beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun. Deze middelen worden uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken en BHOS. De ophoging van de Europese Vredesfaciliteit staat conform Europese begrotingssystematiek in lopende prijzen op de begroting, waardoor het buiten de HGIS budgetten is geplaatst. Hierdoor neemt het HGIS-budget in 2023 af met EUR 293 miljoen. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS met EUR 25,2 miljoen af.

  • 4. Op de begroting van Defensie een kasschuif verwerkt om de vervanging van materiële steun aan Oekraïne te financieren. Daarnaast wordt er EUR 4 miljoen voor de EPF vanuit toekomkstige jaren naar voren gehaald. Hierdoor neemt de HGIS per saldo met EUR 661,6 miljoen af in 2023.

  • 5. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 3,6 miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EUR 11,1 mljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 7,7 miljoen).

Tabel 6 HGIS ontvangsten (x EUR 1 miljoen)1

Stand HGIS-nota 2023

130,2

Mutaties

23,7

Stand Voorjaarsnota 2023

153,8

X Noot
1

De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting ontvangstenmutaties

Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 23,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2023 is gepresenteerd. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 3,6 miljoen), hogere ontvangsten door verkoop van vastgoed (EUR 11,1 miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 7,7 miljoen). Deze mutaties zijn ook gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast nemen de ontvangsten toe door een mutatie op de verwachte ontvangsten van de NIO (EUR 1,2 miljoen). Deze ontvangsten worden niet gedesaldeerd.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 18,5 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 18 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.

Uitgaven

Tabel 7 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

13 113 330

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

1.1

11 025

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

2.4

‒ 25 230

3) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

‒ 123 760

4) Een hechtere Europese waardengemeenschap

3.3

21 800

5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

4.2

5 693

6) Apparaat; personeel

7.1.1

37 501

7) Apparaat; materieel

7.1.2

87 246

8) Nog onverdeeld (HGIS)

6.1

‒ 58 864

9) Overige mutaties

div.

26 112

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

13 094 853

Toelichting

1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

Het uitgavenbudget neemt in 2023 toe vanwege een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023.

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.

3) Afdrachten aan de Europese Unie

De negatieve bijstelling van het budget voor Afdrachten aan de Europese Unie is het saldo van hogere uitgaven dan verwacht voor btw-afdrachten en invoerrechten en een lagere bni-afdracht.

4) Een hechtere Europese waardengemeenschapAls gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie.

5) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

De stijging van de uitgaven voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023.

6) Personele uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.

7) Materiële uitgaven

De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de loon- en prijsontwikkeling (EUR 22 miljoen), het toevoegen van eindejaarsmarge en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 39,7 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget.

8) Nog onverdeeld HGIS

De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen.

Ontvangsten

Tabel 8 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

2 785 406

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Diverse ontvangsten EU

3.10

55 160

2) Europees herstelfonds

3.11

‒ 87 881

3) Diverse ontvangsten apparaat

7.10

11 100

4) Overige mutaties

div.

3 600

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

2 767 385

Toelichting

1) Diverse ontvangsten EU

De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte stijging van de ontvangsten met EUR 55 miljoen.

2) Europees herstelfonds

Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds.

3) Diverse ontvangsten apparaat

De ontvangsten op apparaat stijgen in 2023 vanwege hogere verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

104 118

14 500

118 618

18 049

136 667

‒ 9 145

‒ 925

‒ 5 875

38 975

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

130 845

14 500

145 345

13 094

158 439

5 869

5 460

5 200

5 386

 

waarvan juridisch verplicht

85%

   

86%

    
           

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

49 305

14 000

63 305

11 445

74 750

3 360

2 470

2 470

2 470

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Internationaal recht

750

0

750

0

750

0

0

0

0

           

g

Opdrachten

         
 

Internationaal recht

0

0

0

2 550

2 550

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Verenigde Naties

33 525

0

33 525

8 475

42 000

1 770

1 770

1 770

1 770

 

OESO

7 535

0

7 535

420

7 955

810

0

0

0

 

Internationaal Strafhof

3 910

0

3 910

0

3 910

780

700

700

700

 

Internationaal recht

3 585

14 000

17 585

0

17 585

0

0

0

0

           

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

67 402

500

67 902

0

67 902

0

0

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Mensenrechtenfonds

20 390

0

20 390

‒ 648

19 742

‒ 1393

‒ 1.318

‒ 1170

‒ 1170

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Mensenrechtenfonds

37 362

0

37 362

648

38 010

1393

1.318

1170

1170

 

Mensenrechten multilateraal

9 650

500

10 150

0

10 150

0

0

0

0

           

1.3

Gastlandbeleid internationale organisaties

14 138

0

14 138

1 649

15 787

2 509

2 990

2 730

2 916

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Carnegiestichting

4 400

0

4 400

1 349

5 749

2 449

2 550

2 730

2 916

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Vredespaleis

6 750

0

6 750

0

6 750

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Internationaal Strafhof

858

0

858

0

858

0

0

0

0

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1 500

0

1 500

300

1 800

0

0

0

0

 

Nederland Gastland

630

0

630

0

630

60

440

0

0

           

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2023 stijgt. Dit betreft diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in Oekraïne, een verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de VN, de organisatie van de Summit for Democracy en de aanpassing van meerjarige verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal Recht.

In 2024 en 2026 dalen de verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds en Internationaal recht, evenals de subsidieverplichting voor de Carnegie Stichting. Het verplichtingenbudget voor de Nederlandse VN-bijdrage stijgt, maar per saldo daalt het totale budget voor artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde met ruim EUR 9 miljoen in 2024 en EUR 5,9 miljoen in 2026.

Het verplichtingenbudget in 2027 laat een aanzienlijke stijging zien. Dit is met name toe te schrijven aan het aangaan van meerjarige verplichtingen als gevolg van een geplande tender binnen het Mensenrechtenfonds.

Uitgaven

Artikelonderdeel 1.1

Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.1 ‘Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak’ neemt in 2023 toe vanwege diverse activiteiten en bijdragen gerelateerd aan het tegengaan van straffeloosheid in Oekraïne (Internationaal recht, zie tweede incidentele suppletoire begroting 2023), een stijging van de Nederlandse bijdrage aan de VN en door de organisatie van de Summit for Democracy in maart 2023. De verhoogde Nederlandse bijdrage aan de VN zorgt ook voor de stijging van de uitgavenbudgetten op dit artikelonderdeel in de jaren 2024 tot en met 2027.

Artikelonderdeel 1.2

De verschuivingen binnen het Mensenrechtenfonds zijn toe te schrijven aan het feit dat, door verdere decentralisatie van het mensenrechtenfonds, meer uitgaven als bijdrage zullen worden verstrekt.

Artikelonderdeel 1.3

Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 1.3 is meerjarig verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door een stijging van de jaarlijkse subsidie aan de Carnegie Stichting.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

289 455

84 250

373 705

‒ 18 667

355 038

‒ 7 513

‒ 5 195

1 807

10 852

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

283 496

84 250

367 746

‒ 16 171

351 575

‒ 5 342

‒ 3 970

‒ 2 275

6 553

 

waarvan juridisch verplicht

76%

   

93%

    
           

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

15 455

75 000

90 455

3 288

93 743

3 678

5 278

7 350

9 400

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Atlantische Commissie

565

0

565

0

565

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

NAVO

9 650

0

9 650

3 500

13 150

3 950

5 550

7 350

9 400

 

WEU

690

0

690

60

750

0

0

0

0

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2 700

0

2 700

‒ 272

2 428

‒ 272

‒ 272

0

0

 

Veiligheidsfonds

1 850

0

1 850

0

1 850

0

0

0

0

 

NAVO Oekraïne UCAP Trust Fund

0

75 000

75 000

0

75 000

    
           

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

15 400

0

15 400

1 822

17 222

272

272

0

0

 

Subsidies (regelingen)

         
 

Anti-terrorisme instituut

650

0

650

0

650

0

0

0

0

 

Contra-terrorisme

7 720

0

7 720

‒ 2 720

5 000

0

0

0

0

 

Cyber security

3 580

0

3 580

272

3 852

272

272

0

0

 

Global Forum on Cyber Expertise

0

0

0

1 250

1 250

925

250

  
           
 

Opdrachten

         
 

Global Forum on Cyber Expertise

1 250

0

1 250

‒ 1 250

0

‒ 925

‒ 250

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Contra-terrorisme

880

0

880

2 720

3 600

0

0

0

0

 

Cyber security

1 320

0

1 320

1 550

2 870

0

0

0

0

           

2.3

Wapenbeheersing

11 022

0

11 022

2 000

13 022

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

465

0

465

0

465

0

0

0

0

 

Conferentie New Tech 2022

0

0

0

2 000

2 000

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

IAEA

7 317

0

7 317

0

7 317

0

0

0

0

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1 320

0

1 320

0

1 320

0

0

0

0

 

CTBTO

1 920

0

1 920

0

1 920

0

0

0

0

           

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

211 797

8 250

220 047

‒ 25 600

194 447

‒ 11 292

‒ 9 520

‒ 9 625

‒ 2 847

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Nederland Helsinki Comité

28

0

28

0

28

0

0

0

0

 

Stabiliteitsfonds

25 000

0

25 000

0

25 000

0

0

0

0

 

Training buitenlandse diplomaten

2 500

0

2 500

850

3 350

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Makandra

1 370

0

1 370

1 549

2 919

1 800

925

0

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Makandra

170

0

170

150

320

153

82

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

OVSE

9 880

0

9 880

‒ 3 880

6 000

‒ 3 880

‒ 3 880

0

0

 

Stabiliteitsfonds

52 770

9 000

61 770

3 662

65 432

2 329

3 610

‒ 341

‒ 388

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

94 849

‒ 750

94 099

‒ 2 746

91 353

‒ 11 912

‒ 10 475

‒ 9 502

‒ 2 460

 

Overige

0

0

0

45

45

218

218

218

1

           
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         
 

Inzet hoog-risico posten

25 230

0

25 230

‒ 25 230

0

0

0

0

0

           

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

29 822

1 000

30 822

2 319

33 141

2 000

0

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

11 822

1 000

12 822

2 760

15 582

2 000

0

0

0

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4 507

0

4 507

‒ 568

3 939

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

           
 

Opdrachten

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4 463

0

4 463

0

4 463

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

630

0

630

48

678

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

8 400

0

8 400

79

8 479

200

200

200

200

           
 

Ontvangsten

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

           

2.10

Doorberekening Defensie diversen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2.40

Restituties programma's

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget neemt in 2023 af met EUR 15,7 miljoen. Dit is met name het gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risicoposten.

Uitgaven

Artikelonderdeel 2.1Het budget voor goede international samenwerking stijgt in 2023. Dit is met name het gevolg van een bijdrage van EUR 75 miljoen aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund (UCAP TF) van de NAVO, zoals toegelicht in de tweede incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast stijgt de civiele bijdrage aan de NAVO de komende jaren als gevolg van een contributieverhoging.

Artikelonderdeel 2.4

Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Het budget voor Crisisbeheersingsoperaties wordt meerjarig verlaagd ten behoeve van de Council of Europe Development Bank (CEB), Carnegie-stichting en de VN-contributie.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

11 452 496

376 550

11 829 046

34 735

11 863 781

‒ 560 863

79 206

170 038

150 231

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

11 557 597

0

11 557 597

‒ 97 752

11 459 845

‒ 462 242

179 654

272 350

247 183

 

waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    
           

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

11 409 093

0

11 409 093

‒ 123 760

11 285 333

‒ 559 071

80 998

169 830

150 023

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

BNI-afdrachten

5 117 680

0

5 117 680

‒ 368 333

4 749 347

‒ 712 047

‒ 76 827

‒ 19 100

‒ 82 291

 

BTW-afdrachten

1 276 364

0

1 276 364

22 993

1 299 357

23 660

24 346

25 052

25 779

 

Invoerrechten

4 834 846

0

4 834 846

221 580

5 056 426

129 316

133 479

163 878

206 535

 

Plastic-grondslag

180 203

0

180 203

0

180 203

0

0

0

0

           

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

100 313

0

100 313

0

100 313

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Europees Ontwikkelingsfonds

100 313

0

100 313

0

100 313

0

0

0

0

           

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

11 000

0

11 000

21 800

32 800

7 261

7 261

7 261

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Raad van Europa

11 000

0

11 000

0

11 000

0

0

0

0

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank

0

0

0

21 800

21 800

7 261

7 261

7 261

 
           

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4 788

0

4 788

208

4 996

208

208

208

208

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

EIPA

348

0

348

0

348

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Europa College beurzenprogamma

190

0

190

0

190

0

0

0

0

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

EU-sanctiebeleid

0

0

0

208

208

208

208

208

208

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Benelux bijdrage

4 250

0

4 250

0

4 250

0

0

0

0

           

3.5

Europese Vredesfaciliteit

32 403

0

32 403

4 000

36 403

89 360

91 187

95 051

96 952

           
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

         
 

Europese Vredesfaciliteit

32 403

0

32 403

4 000

36 403

89 360

91 187

95 051

96 952

           
           
 

Ontvangsten

2 708 961

0

2 708 961

‒ 32 721

2 676 240

‒ 93 834

460 136

570 312

51 634

           

3.10

Diverse ontvangsten EU

1 208 711

0

1 208 711

55 160

1 263 871

32 329

33 370

40 970

51 634

 

Invoerrechten

1 208 711

0

1 208 711

55 160

1 263 871

32 329

33 370

40 970

51 634

 

Overige ontvangsten EU

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

3.11

Europees herstelfonds

1 500 000

0

1 500 000

‒ 87 881

1 412 119

‒ 126 163

426 766

529 342

0

           

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

0

250

0

250

0

0

0

0

Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

11 452 496

376 550

11 829 046

34 735

11 863 781

‒ 560 863

79 206

170 038

150 231

 

garantieverplichtingen

   

110 704

110 704

    
 

overige verplichtingen

11 452 496

376 550

11 829 046

‒ 75 969

11 753 077

‒ 560 863

79 206

170 038

150 231

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht. Daarnaast stijgt het verplichtingenbudget in 2023 door de verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de Council of Europe Development Bank (CEB) en aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF).

Uitgaven

Artikelonderdeel 3.1

Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie in 2023 in totaal met EUR 124 miljoen en in 2024 met EUR 559 miljoen naar beneden bijgesteld. In 2025-2027 gaat het om een bijstelling naar boven. Deze wijzigingen zijn te verklaren door bijstellingen van de bni- en btw- afdrachten en de invoerrechten.

De bni-afdracht wordt in 2023 met EUR 368 miljoen naar beneden bijgesteld. Er zijn verschillende mutaties die hieraan ten grondslag liggen. De grootste mutatie volgt uit de verwerking van de vijfde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 5; DAB5) uit 2022, waarin de raming van de invoerrechten op EU-niveau werd bijgesteld. Dit leidt voor Nederland tot een meevaller op de bni-afdracht van EUR 180 miljoen. De verwerking van DAB5 is over de jaargrens heen geschoven (van 2022 naar 2023), omdat de betaling door late aanname van deze DAB in 2023 valt. Op 12 april jl. publiceerde de Commissie de tweede aanvullende Europese begroting (DAB2) van 2023. In DAB2 verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus) van 2022 in de Europese begroting van 2023. De definitieve implementatie van de Europese begroting van 2022 leidt tot een surplus van EUR 2.519 miljoen. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 149 miljoen lagere bni-afdracht in 2023. Daarnaast is sprake van een meevaller van EUR 125 miljoen op de bni-korting. Door de hoge inflatie en de afspraak dat de bni-kortingen jaarlijks bijgesteld worden met de EU-bbp deflator, is sprake van een grotere stijging van de korting dan in eerdere jaren. Dit leidt ook tot een meevaller in de jaren 2024-2027. Verder is er nog een technische mutatie onderdeel van de EUR 125 miljoen meevaller; die leidt tot een meevaller van ca. EUR 25 miljoen. Deze technische mutatie leidt in 2024 ook nog tot een meevaller van EUR 54 miljoen, maar in 2025-2027 tot een tegenvaller. Tegenover dit saldo van meevallers staat ook een verschuiving van de nacalculatie over 2021 van EUR 87 miljoen naar 2023. Deze nacalculatie was geboekt in 2022 (jaar t op moment van publicatie), maar door een wijziging in de Making Available Regulation wordt de nacalculatie voortaan in het jaar t+1 geboekt. Hierdoor komt het saldo van de bni-afdrachten in 2023 in totaal op een meevaller van EUR 368 miljoen.

In 2024 is er tevens een relatief grote meevaller te melden. De nacalculatie over 2022 leidt tot een meevaller van EUR 556 miljoen in 2024. Deze meevaller voor Nederland ten opzichte van eerdere jaren en de andere euro landen is te verklaren door het vervallen van een aantal Eurostat voorbehouden (o.a. onderwaardering van het aan buitenlandse eigenaren toe te rekenen inkomen) die eerder aangehouden zijn.

De btw-afdrachten in 2023 worden bijgesteld met ca. EUR 23 miljoen euro. Hieraan ligt één mutatie ten grondslag die een technische wijziging in de raming betreft. Deze mutatie heeft dezelfde orde van grootte effect voor 2024-2027.

De invoerrechten worden door een technische correctie met EUR 222 miljoen naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Voor EUR 211 miljoen is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast is er een incidentele nabetaling geweest op de invoerrechten voor bruto EUR 10,4 miljoen (netto EUR 8 miljoen). Het betreft diverse dossiers waarvan in overleg met de Europese Commissie is vastgesteld dat Nederland invoerrechten verschuldigd is.

Artikelonderdeel 3.3

Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie. De uitgaven hiervoor vinden plaats in het jaar 2023 (gefinancierd vanuit het steunpakket voor Oekraïne) en in de periode 2024-2026 en zorgen voor een meerjarige opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget op dit artikelonderdeel.

Artikelonderdeel 3.5

In 2023 nemen de uitgaven voor de EPF toe door een verschuiving van betalingen tussen meerdere jaren. De opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget in de periode 2024-2027 is toe te schrijven aan een verhoging van de Nederlandse bijdrage resulterend uit twee ophogingen van het EPF-financieringsplafond (incidentele suppletoire begroting 2023 en tweede incidentele suppletoire begroting 2023).

Ontvangsten

Artikelonderdeel 3.10

Nederland ontvangt een perceptiekostenvergoeding. Deze perceptiekostenvergoeding is 25% van de afdracht van de invoerrechten aan de EU en dient ter dekking van de kosten die de Douane maakt. Deze korting geldt ook voor eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste suppletoire begroting met EUR 55 miljoen naar boven bijgesteld. Dit is voor EUR 53 miljoen een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2024-2027. Daarnaast leiden de incidentele nabetalingen op de invoerrechten tot EUR 2 miljoen hogere ontvangsten op de perceptiekosten.

Artikelonderdeel 3.11

Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds. Daarnaast worden de geraamde ontvangsten in 2026 opgehoogd met EUR 735 miljoen. Dit zijn de verwachtte ontvangsten vanwege een uitbreiding van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) met REPowerEU en bevatten ook overgehevelde middelen uit de Brexit Adjustment Reserve. De ontvangsten zijn onder voorbehoud van een positieve beoordeling van de Europese Commissie en goedkeuring van de Raad van de Europese Unie van het uitgebreide HVP.

 

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

51 845

5 250

57 095

17 603

74 698

5 215

6 359

5 471

4 588

           
 

Uitgaven:

         
           
 

Programma-uitgaven totaal

54 978

5 250

60 228

16 469

76 697

5 215

6 359

5 471

4 588

 

waarvan juridisch verplicht

63%

   

78%

    
           

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

9 223

250

9 473

4 059

13 532

1 900

1 900

1 900

1 900

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Gedetineerdenbegeleiding

1 560

0

1 560

700

2 260

0

0

0

0

           
 

Inkomensoverdrachten

         
 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

0

540

0

0

0

0

           
 

Opdrachten

         
 

Consulaire bijstand

409

0

409

‒ 15

394

0

0

0

0

 

Reisdocumenten en verkiezingen

2 550

0

2 550

0

2 550

0

0

0

0

 

Consulaire opleidingen

400

0

400

0

400

0

0

0

0

 

Consulaire informatiesystemen

3 298

250

3 548

3 840

7 388

2 366

2 366

2 366

2 366

 

Loket buitenland

466

0

466

‒ 466

0

‒ 466

‒ 466

‒ 466

‒ 466

           

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

18 170

0

18 170

5 693

23 863

793

900

900

900

           
 

Opdrachten

         
 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

0

150

0

0

0

0

 

Visumverlening

2 858

0

2 858

0

2 858

0

0

0

0

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

0

80

0

0

0

0

 

Consulaire informatiesystemen

14 054

0

14 054

5 693

19 747

793

900

900

900

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Asiel en migratie

1 028

0

1 028

0

1 028

0

0

0

0

           

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7 475

5 000

12 475

187

12 662

0

0

0

0

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Internationaal cultuurbeleid

5 154

5 000

10 154

‒ 1 140

9 014

‒ 578

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Internationaal cultuurbeleid

2 321

0

2 321

1 327

3 648

578

0

0

0

           

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

20 110

0

20 110

6 530

26 640

2 522

3 559

2 671

1 788

           
 

Subsidies (regelingen)

         
 

Instituut Clingendael

800

0

800

0

800

0

0

0

0

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3 058

0

3 058

814

3 872

0

0

0

0

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

49

0

49

0

49

0

0

0

0

 

Publieksdiplomatie

2 229

0

2 229

0

2 229

0

0

0

0

 

Onderzoeksprogramma

50

0

50

0

50

0

0

0

0

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

143

0

143

201

344

57

62

133

180

           
 

Opdrachten

         
 

Adviesraad Internationale vraagstukken

525

0

525

110

635

72

72

72

72

 

Instituut Clingendael

2 573

0

2 573

470

3 043

1 000

1 000

1 000

1 000

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1 000

0

1 000

0

1 000

0

0

0

0

 

Algemene voorlichting

2 790

0

2 790

‒ 1 200

1 590

0

0

0

0

 

Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten

2 000

0

2 000

0

2 000

0

0

0

0

 

China-strategie

27

0

27

0

27

0

0

0

0

 

Onderzoeksprogramma

1 820

0

1 820

317

2 137

1 180

2 425

1 466

536

 

Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen

0

0

0

4 000

4 000

    
           
 

Bijdrage aan agentschappen

         
 

Algemene voorlichting

0

0

0

1 200

1 200

0

0

0

0

 

Verkeersnotificaties

400

0

400

0

400

0

0

0

0

           
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         
 

Europese bewustwording

250

0

250

618

868

213

0

0

0

 

Publieksdiplomatie

2 396

0

2 396

0

2 396

0

0

0

0

           
           
 

Ontvangsten

43 774

0

43 774

3 600

47 374

0

0

0

0

           

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

9 200

0

9 200

0

9 200

0

0

0

0

           

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

34 300

0

34 300

3 600

37 900

0

0

0

0

           

4.40

Doorberekening Defensie diversen

74

0

74

0

74

0

0

0

0

           

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

0

200

0

200

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt vooral omdat aanvullende middelen voor consulaire informatiesystemen zijn opgenomen in de begroting. In principe stijgen de verplichtingen mee met de uitgaven.

Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen voor een internationale conferentie over het feministisch buitenlandbeleid. Ten slotte is er een stijging voor programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB).

Uitgaven

Artikelonderdeel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. Een reden hiervoor is dat vertraagde uitgaven uit 2022 voor gedetineerdenbegeleiding en uitgaven voor consulaire informatiesystemen doorschuiven naar 2023. Een klein deel van deze stijging komt doordat er rekening is gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen.

Het project Loket Buitenland is in 2022 beeindigd en opgegaan in Nederland Wereldwijd en wordt daar verder doorontwikkeld. Het beschikbare budget is hierdoor meerjarig overgeheveld naar Consulaire Informatiesystemen (EUR 466.000 per jaar). Hiervoor wordt ook EUR 1,7 miljoen overgeheveld van apparaat (artikel 7.1.1) naar Consulaire Informatiesystemen.

Artikelonderdeel 4.2

De stijging voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2022 naar 2023. Er worden uitgaven gedaan om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa). De uitgaven worden gedesaldeerd met ontvangstenartikel 4.20. In deze stijging is ook rekening gehouden met de inflatie voor de informatiesystemen door een loonprijsbijstelling.

Artikelonderdeel 4.3

De budgetten voor het internationaal cultuur beleid nemen in 2023 toe door extra uitgaven voor het behoud van cultuur in Oekraïne, zoals voortzetting van noodhulp voor stabilisatie en behoud beschadigd erfgoed en tegengaan van illegale handel in ontvreemde cultuurgoederen. Dit is toegelicht in de tweede incidentele suppletoire begroting 2023. Daarnaast wordt er gewerkt aan kennisopbouw voor samenwerking in programma’s o.a. voor collectiebehoud, herstel van erfgoed en ruimtelijke architectuur en behoud van talent en professioneel niveau van (uitvoerende) kunstenaars door voortzetting van training, repetities en uitvoering.

Artikelonderdeel 4.4

Het budget voor POBB (Programma Ondersteuning Buitenland Beleid) wordt voor 2023 verhoogd. Met name de oorlog in de Oekraine is bedreigend voor mondiale veiligheid en internationale orde. De nieuwe geopolitieke realiteit, de veranderende Europese veiligheidsstructuur vragen om extra inzet van het instrument POBB. Via deze intensivering blijft het POBB een flexibel instrument ter ondersteuning van de agenda's van de bewindspersonen met politiek relevante projecten, versterking van het Nederlandse profiel en bevorderen van bilaterale betrekkingen en multilaterale samenwerking.

In het najaar van 2023 zal er een internationale conferentie over feministisch buitenlandbeleid worden gehouden. Deze conferentie is gemeenschappelijk met BHOS en is dus 50% ODA.

Voor de Academische Leerstoel Anton de Kom stijgt het budget voor 2023 door de toevoeging van eindejaarsmarge uit 2022. Voor de andere jaren is er extra budget beschikbaar om de leerstoel definitief te kunnen implementeren.

De budgetten voor AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken) stijgen. Voor 2023 door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Voor de overige jaren is er extra budget beschikbaar gesteld.

Voor de intensivering van de China strategie wordt er voor 2024 tot en met 2028 een bedrag van EUR 1 miljoen overgeheveld van artikel 7.

Voor de uitvoering van de motie Koole II inzake burgerdialogen en opstellen communicatiestrategie is er voor 2023 en 2024 budget beschikbaar gesteld.

De verhoging van het Onderzoeksprogramma betreft een overboeking van het ministerie van Defensie voor het NIOD onderzoek naar de Nederlandse inzet in Afghanistan.

Het budget voor Instituut Clingendael stijgt voor 2023. Dit komt door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022. Daarnaast betreft het een overboeking van het ministerie van J&V voor enkele onderzoeken.

Verder stijgen de budgetten voor Europese bewustwording en Algemene Voorlichting door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2022.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 4.20

De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen stijgen door de ontvangsten van een BMVI-subsidie. Deze ontvangsten waren in eerste instantie in 2022 verwacht. Voor 2023 is een bedrag van EUR 3,6 miljoen begroot. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd met artikel 4.2.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 5 Geheim (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)Algemeen (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    

Verplichtingen

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Uitgaven

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

5.10

Geheim

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 6 Nog onverdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    

Verplichtingen

 

60 465

0

60 465

‒ 58 864

1 601

‒ 30 897

‒ 34 902

‒ 55 978

‒ 60 104

           

Uitgaven:

          
           

Uitgaven totaal

 

60 465

0

60 465

‒ 58 864

1 601

‒ 30 897

‒ 34 902

‒ 55 978

‒ 60 104

           

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

60 465

0

60 465

‒ 58 864

1 601

‒ 30 897

‒ 34 902

‒ 55 978

‒ 60 104

Toelichting

Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2022, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de Wereldtentoonstelling Osaka, opvolging van de Waterconferentie in New York en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 7 Apparaat (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

2023

2023

2023

2023

2023

2024

2025

2026

2027

  

(1)

(2)

(3)=(1+2)

(4)

(5)=(3+4)

    
 

Verplichtingen

921 949

0

921 949

124 747

1 046 696

91 858

62 203

51 838

51 376

           
 

Uitgaven

921 949

0

921 949

124 747

1 046 696

85 358

62 203

51 838

51 376

           

7.1.13

Personele uitgaven

617 182

0

617 182

37 501

654 683

44 213

41 403

41 403

41 403

 

Eigen personeel

605 182

0

605 182

37 501

642 683

44 213

41 403

41 403

41 403

 

Inhuur extern

12 000

0

12 000

0

12 000

0

0

0

0

 

Overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

7.1.14

Materiele uitgaven

304 767

0

304 767

87 246

392 013

41 145

20 800

10 435

9 973

 

ICT

67 711

0

67 711

4 486

72 197

4 702

4 702

4 702

4 702

 

Bijdragen aan SSO's

49 347

0

49 347

4 800

54 147

4 800

4 800

4 800

4 800

 

Overige materieel

187 709

0

187 709

77 960

265 669

31 643

11 298

933

471

           

7.2

Koersverschillen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           
           
 

Ontvangsten

31 671

0

31 671

11 100

42 771

0

0

0

0

           

7.10

Diverse ontvangsten

31 671

0

31 671

11 100

42 771

0

0

0

0

           

7.11

Koersverschillen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken.

Uitgaven

Artikelonderdeel 7.1.1

De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  • De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 41 miljoen.

  • Verder wordt EUR 1,7 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland.

Artikelonderdeel 7.1.2

De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  • De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 22 miljoen.

  • De eindejaarsmarge 2022 wordt in 2023, 2024 en 2025 weer opnieuw ingezet.

  • In 2020 is EUR 26 miljoen aan generale middelen aan de BZ-begroting toegevoegd om de toenmalige uitdagingen op het gebied van veiligheid op een aantal hoog risico posten op te lossen. Een deel van deze middelen was bestemd voor de post in Kabul, maar gegeven de ontwikkelingen in Afghanistan is een deel van deze generale middelen niet tot besteding gekomen. Zodoende vloeit EUR 13 miljoen terug naar het generale beeld.

  • Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 39,7 miljoen toegevoegd in 2023. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.

Ontvangsten

Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2023 toe. Dit komt door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.

Naar boven