36 349 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken

Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN CEDER EN KOEKKOEK

Ontvangen 17 april 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde vierde lid «in geval van bijzondere omstandigheden die verband houden met het complexe karakter van de behandeling van de aanvraag» vervangen door «met overeenkomstige toepassing van artikel 42, vierde lid».

Toelichting

Met dit amendement beogen indieners de gronden voor de verlenging van de beslissingstermijn in de wet zelf vast te leggen. De indieners zijn met de Raad van State van mening dat het de voorkeur verdient om in het wetsvoorstel nader te normeren wanneer zich bijzondere omstandigheden voordoen die een verlenging van de beslistermijn tot meer dan 9 maanden rechtvaardigen, en om aan die verlengingsmogelijkheid een concrete tijdslimiet te stellen. (In dit laatste voorziet het amendement Koekkoek c.s.)

Hoewel lidstaten een zekere ruimte hebben om in het nationale recht te bepalen wanneer dergelijke bijzondere omstandigheden zich voordoen en hoe lang de verlenging van de beslistermijn mag voortduren, wordt die ruimte begrensd door onder meer de – mede in mensenrechtenverdragen vervatte – beginselen van rechtszekerheid, evenredigheid en doeltreffendheid, alsmede het recht op een doeltreffende voorziening in rechte. Op grond van deze beginselen dient het duidelijk te zijn wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden die verlenging van de beslistermijn noodzakelijk maken. Het moet bovendien voor vreemdelingen voorzienbaar zijn hoe lang de verlenging van de beslistermijn voortduurt. Ten slotte mag een eventuele verlenging van de beslistermijn het asielgerechtigden en hun gezinsleden niet praktisch onmogelijk of uiterst moeilijk maken om het recht op nareis uit te oefenen.

De gronden die door dit amendement in het wetsartikel opgenomen worden, sluiten aan bij de gronden voor het verlengen van de beslistermijn in verzoeken voor een vergunning tot verblijf zoals die genoemd staan in artikel 42 lid 4 van de Vreemdelingenwet 2000.

Ceder Koekkoek

Naar boven