De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt nader verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
I. Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het
verslag en hebben enkele aanvullende vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording
door de regering van de eerder gestelde vragen over de Fiscale verzamelwet 2024. Deze
leden spreken hun dank uit en hebben geen vervolgvragen.
De leden van de PVV-fractie zien af van een nadere inbreng aangaande de Fiscale verzamelwet
2024.
De leden van de SP-fractie hebben op dit moment geen aanvullende vragen voor het nader
verslag van de Fiscale verzamelwet 2024.
Aanpassen giftenaftrek en ANBI-regelgeving
De leden van de BBB-fractie vragen de regering of bij het vaststellen van de taxatie-eis
voor giften in natura specifiek is gekozen voor een grens van 10.000 euro, omdat onderzoek
heeft uitgewezen dat de meeste uitwassen zich bevinden rond dit bedrag.
Overig
De leden van de VVD-fractie vragen de regering de hiernavolgende vragen één voor één
te beantwoorden.
Deze leden vragen of de regering kan bevestigen dat de ratio van de kwijtscheldingswinstvrijstelling
is om belemmeringen weg te nemen bij de sanering van vorderingen op verlieslijdende
ondernemingen. Kan de regering reflecteren op de vraag of de samenloop tussen de verliesverrekeningsmaatregel
in artikel 20, tweede lid van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de kwijtscheldingswinstvrijstelling
kan resulteren in belemmeringen bij de sanering van vorderingen op verlieslijdende
ondernemingen? Zo nee, waarom niet? Heeft de regering kennisgenomen van signalen vanuit
de praktijk dat deze samenloop knellend kan zijn?
Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat een toevoeging aan artikel
20, tweede lid van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 deze belemmering weg zou
kunnen nemen? Zo ja, kan de regering een nota van wijziging indienen waarin artikel
20, tweede lid van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt aangepast? Zo nee,
waarom niet? Kan de regering hierbij de alle afwegingen worden meegenomen? Is de regering
het met deze leden eens dat een dergelijke wetswijziging budgettair neutraal uit zou
pakken? Zo nee, waarom niet?
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof