36 332 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PbEU 2021, L 382/1)

Nr. 20 AMENDEMENT VAN DE LEDEN CEDER EN VAN NISPEN

Ontvangen 19 februari 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan artikel 16, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • l. het een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met verblijf als houder van de Europese blauwe kaart betreft, aan de vreemdeling een Europese blauwe kaart is afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Unie, de vreemdeling minder dan twee jaar in die andere lidstaat heeft gewerkt, de vreemdeling arbeid zal verrichten in een ander beroep dan een gereguleerd beroep als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005, L 255) en hij geen documenten overlegt waaruit op grond van het recht van de andere lidstaat blijkt dat hij over hogere beroepskwalificaties beschikt met betrekking tot het uit te voeren werk.

Toelichting

In artikel 21 lid 4, derde alinea en artikel 21 lid 5 van de richtlijn wordt de mogelijkheid gecreëerd om bewijsstukken te vragen voor het aantonen van hogere beroepskwalificaties bij niet-gereguleerde beroepen. Het is onverstandig met het oog op misbruik om geen bewijsstukken aan te vragen. Met dit amendement wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Ceder Van Nispen

Naar boven