Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 1 februari 2023 en het nader rapport d.d. 9 maart 2023, aangeboden
aan de Koning door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de ministers van
Infrastructuur en Waterstaat en voor Rechtsbescherming. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 december 2022, no. 2022002857,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 1 februari 2023, nr. W02.22.00204/II/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 21 december 2022, no.2022002857, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van
de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel
van rijkswet houdende goedkeuring van het op 3 mei 1996 te Londen tot stand gekomen
Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband
met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 1997, 302 en Trb. 2002, 222) en het op 30 april 2010 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2010 bij het Internationaal
Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer
over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, 1996 (Trb. 2010, 316), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het voorstel van rijkswet.
De Afdeling adviseert het voorstel van rijkswet aan de beide Kamers der Staten-Generaal,
de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister
voor Rechtsbescherming, het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de memorie van
toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan
de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra