Indiener omarmt de doelstelling van het kabinet om de toeslagen af te schaffen. Maar
onderhavig voorstel is geen afschaffing, maar een vereenvoudiging. Indiener is van
mening dat een vereenvoudiging moet leiden tot verbetering. Het afschaffen van de
huurtoeslag op servicekosten is geen verbetering, maar een verslechtering.
Deze verslechtering komt bovenop een andere voorgestelde maatregel binnen deze wijziging
van de huurtoeslag. In deze vereenvoudiging is namelijk ook voorgesteld om de eigen
bijdrage voor de huurtoeslag met structureel vier euro per maand te verhogen. Terwijl
het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten al gemiddeld 10 euro per maand
kost. En die 10 euro is een gemiddelde, want volgens Aedes1 scheelt het voor veel huurders al snel 30 euro per maand, naar zelfs 48 euro per
maand (de maximale huurtoeslag op servicekosten). In deze koopkrachtcrisis is een
verslechtering van netto 408 euro per jaar (12 maanden x 30 euro + 12 maanden x 4 euro)
echt niet uit te leggen. Het aantal huurtoeslagontvangers dat door deze voorgestelde
maatregel geraakt wordt, is zeer omvangrijk te noemen namelijk maar liefst 812.000
huishoudens.
Het kabinet is naarstig op zoek naar koopkrachtmaatregelen die terecht dienen te komen
bij de lagere inkomens. Dan dienen juist deze voorgestelde maatregelen niet doorgevoerd
te worden om nog erger te voorkomen. Daarnaast is het afschaffen van de huurtoeslag
op servicekosten een verslechtertering van de betaalbaarheid van woningen. Deze maatregel
druist in tegen het kabinetsbeleid om de betaalbaarheid van woningen te verbeteren.
Voorts moet rekening gehouden worden met het feit dat deze afschaffing ook geldt voor
toegankelijke woningen voor mensen met een beperking en ouderen.
Onderhavig wetsvoorstel moet leiden tot minder terugvorderingen. Maar terugvorderingen
zijn grotendeels het gevolg van wijzigingen in inkomens of te laag ingeschatte inkomens,
nabetalingen zijn vooral het gevolg van het bij definitief toekennen meenemen van
de jaarlijkse huurverhoging. Daar zal het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten
weinig invloed op hebben, terwijl deze vereenvoudiging er overigens niet toe leidt
dat verhuurders deze servicekosten niet meer vragen. Er ontstaat anders in feite een
all-in huur wat niet mag en wat er indirect ook toe kan leiden dat andere huurders
gaan meebetalen aan de services voor deze huurders.
In het coalitieakkoord2 leest indiener het volgende: «Tegelijkertijd hervormen en vereenvoudigen we de huurtoeslag
door de maximale huurgrens af te schaffen en over te stappen naar een systeem van
normhuren op basis van inkomen. We zorgen dat iedereen deze hervorming kan dragen,
met name de laagste inkomens.» Aan deze laatste zin wordt door voorgestelde maatregel
niet voldaan, aangezien de laagste inkomens door de armoedegrens zakken. Terwijl de
laagste inkomens door de armoedegrens zakken, leidt het afschaffen van de huurtoeslag
op de servicekosten wel tot een besparing voor het Rijk, maar dat is niet de doelstelling
van deze wijzing.
Kortom; het afschaffen van de huurtoeslag op de servicekosten is het kind met het
badwater weggooien en daarom is indiener van mening dat de huurtoeslag op de servicekosten
niet afgeschaft dient te worden.