36 308 Wijziging van de Binnenvaartwet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad

Nr. 2 HERDRUK1 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Binnenvaartwet wordt aangepast ter implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2018 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PbEU 2017, L 345) (implementatie richtlijn beroepskwalificaties binnenvaart);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Binnenvaartwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden in de alfabetische volgorde ingevoegd:

competentie:

het bewezen vermogen om gebruik te maken van de in de vastgestelde normen voorgeschreven kennis en vaardigheden om de taken die nodig zijn voor het besturen van binnenvaartuigen goed uit te voeren;

dienstboekje:

een persoonlijk register waarin de gegevens met betrekking tot het arbeidsverleden van een bemanningslid staan genoteerd, met name de vaartijden en de gemaakte reizen;

kwalificatiecertificaat:

een door een bevoegde autoriteit afgegeven certificaat waarin wordt verklaard dat een persoon aan de voorschriften van Richtlijn 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad voldoet;

kwalificatiecertificaat schipper:

een kwalificatiecertificaat houdende een vaarbevoegdheid;

richtlijn 2017/2397:

richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PbEU 2017, L345);

schipper:

een dekbemanningslid dat gekwalificeerd is om een vaartuig op de binnenwateren te besturen en om aan boord de algemene verantwoordelijkheid te dragen, ook voor de bemanning, de passagiers en de lading;

specifieke vergunning:

een door een bevoegde autoriteit afgegeven aantekening op het kwalificatiecertificaat schipper waarmee wordt aangegeven dat de schipper aan aanvullende voorschriften betreffende de activiteiten genoemd in artikel 6 van richtlijn 2017/2397 voldoet;

specifiek risico:

een veiligheidsrisico als gevolg van bijzondere navigatie­ omstandigheden waarvoor schippers competenties moeten hebben die verder gaan dan wat op grond van de Richtlijn 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart in het kader van de algemene normen voor managementcompetenties wordt verwacht;

vaarbewijs:

een bewijs van vaarbevoegdheid;

vaartijd:

de tijd, uitgedrukt in dagen, die dekbemanningsleden aan boord hebben doorgebracht tijdens een door de bevoegde autoriteit gevalideerde reis met een vaartuig op binnenwateren, met inbegrip van laad- en losactiviteiten die actieve scheepvaartoperaties vereisen;

2. De begripsomschrijving voor dekbemanning komt te luiden:

dekbemanningslid:

persoon die betrokken is bij de algemene bediening van een vaartuig dat de binnenwateren bevaart en die verschillende taken uitvoert, zoals taken in verband met het besturen van een vaartuig, de beheersing van het vaartuig, ladingsbehandeling, stouwen, het vervoer van passagiers, scheepswerktuigbouwkundige aspecten, onderhoud en reparatie, communicatie, gezondheid, veiligheid en milieubescherming, niet zijnde personen die uitsluitend worden ingezet voor de bediening van de motoren, kranen, of elektrische en elektronische uitrusting;

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «l.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «Europese Gemeenschappen» vervangen door «Europese Unie».

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij regeling van Onze Minister wordt een binnenwatertraject als binnenwater van maritieme aard geclassificeerd indien:

    • a. het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee van 1972 van toepassing is;

    • b. de boeien en borden overeen komen met het maritieme systeem;

    • c. landnavigatie op die binnenwateren noodzakelijk is; of

    • d. voor de navigatie op die binnenwateren maritieme uitrusting nodig is waarvan de bediening speciale kennis vergt.

  • 3. Een binnenwatertraject kan, wanneer dit nodig is om de veiligheid van de scheepvaart te waarborgen, bij regeling van Onze Minister worden geclassificeerd als binnenwater met specifieke risico's wanneer deze risico's het gevolg zijn van een of meer van de volgende omstandigheden:

    • a. vaak veranderende stroompatronen en -snelheid;

    • b. de hydromorfologische kenmerken van de binnenwaterweg en het ontbreken van passende vaarweginformatiediensten over de binnenwaterweg of van geschikte kaarten;

    • c. de aanwezigheid van een specifieke lokale verkeersregeling die wordt gerechtvaardigd door specifieke hydromorfologische kenmerken van de binnenwaterweg; of

    • d. een hoge ongevallenfrequentie op een specifiek traject van de binnenwateren, die wordt toegeschreven aan het ontbreken van een competentie die niet door de op grond van artikel 22 bij ministeriële regeling gestelde regels wordt geëist.

C

In de artikelen 5, tweede lid, 6, vierde lid, 7, tweede lid, 8, eerste lid, 14, eerste lid en 22, eerste lid wordt «Europese Gemeenschappen» vervangen door «Europese Unie».

D

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Een bemanningslid is verplicht zijn lichamelijke en geestelijke geschiktheid aan te tonen aan de werkgever, schipper of een ambtenaar als bedoeld in artikel 40, eerste of tweede lid, indien er objectieve aanwijzingen zijn dat het bemanningslid niet over die lichamelijke en geestelijke geschiktheid beschikt.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt na «toepassing» toegevoegd «op het eerste en tweede lid».

E

In artikel 24, eerste lid, wordt «artikel 23, tweede lid» vervangen door «artikel 23, derde lid».

F

In hoofdstuk 3 komt het opschrift van paragraaf 4 te luiden:

§ 4. Vaarbewijzen, kwalificatiecertificaten en specifieke vergunningen

G

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een geldig vaarbewijs» ingevoegd «en eventueel een specifieke vergunning».

2. In het tweede lid wordt na «verschillende soorten vaarbewijzen» ingevoegd «en specifieke vergunningen» en na «geldigheidsduur» ingevoegd «daarvan».

3. In het vierde lid wordt na «geldige vaarbewijs» ingevoegd «of de eventueel vereiste specifieke vergunning»

4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na «op zijn naam gesteld» ingevoegd «specifieke vergunning of».

b. In onderdeel c wordt na «van wie» ingevoegd «de specifieke vergunning,».

H

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «verstrekt» ingevoegd «een specifieke vergunning of».

2. In het derde lid vervalt «Onder vaartijd wordt verstaan de tijd die na het bereiken van de leeftijd van 16 jaar is doorgebracht als lid van de dekbemanning van een schip»

3. In het vierde lid wordt na «soort» ingevoegd «specifieke vergunning of».

I

Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 26a

  • 1. Aan personen die een functie aan boord uitoefenen als onderdeel van de dekbemanning wordt een kwalificatiecertificaat voor de betreffende functie afgegeven.

  • 2. Bij ministeriële regeling worden de verschillende soorten kwalificatiecertificaten voor de dekbemanning niet zijnde gezagvoerder vastgesteld.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt de geldigheidsduur van het kwalificatiecertificaat vastgesteld.

  • 4. Onze Minister verstrekt een kwalificatiecertificaat na overlegging van verklaringen waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorschriften voor het uitoefenen van de desbetreffende functie van het lid van de dekbemanning.

  • 5. De voorschriften hebben betrekking op:

    • a. de lichamelijke en geestelijke geschiktheid; en

    • b. de kennis en de bekwaamheid om de desbetreffende functie als lid van de dekbemanning als bedoeld in het eerste lid uit te voeren.

  • 6. De voorschriften kunnen verschillend zijn naar gelang het soort kwalificatiecertificaat.

  • 7. Certificaten die worden gehouden door personen die betrokken zijn bij het bedienen van een vaartuig maar geen schipper zijn en die overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG afgegeven of erkend zijn, zijn geldig op zeeschepen die gebruikmaken van binnenwateren.

J

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt na «Een vaarbewijs» ingevoegd «een kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning».

2. In het eerste lid, onder a, wordt na «nog niet heeft bereikt» toegevoegd «, behalve in de gevallen waarbij bij in de voorschriften gesteld op grond van artikel 26a een lagere leeftijd wordt bepaald waarop een kwalificatiecertificaat voor een bemanningslid dat geen schipper is kan worden behaald.»

3. In het eerste lid, onder b, wordt «bewijs» vervangen door «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning, vaarbewijs, het bewijs van vrijstelling of het bewijs van ontheffing».

4. In het tweede lid wordt na «onder» ingevoegd «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of» en wordt na «mede verstaan een» ingevoegd «of de specifieke vergunning».

K

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 26, tweede lid, onderdeel a» ingevoegd «, en artikel 26a, vijfde lid, onderdeel a»

2. In het tweede lid wordt na «kunnen aan» ingevoegd «het kwalificatiecertificaat of» en wordt na «die op het vaarbewijs» ingevoegd «of kwalificatiecertificaat».

3. In het vijfde lid wordt na «welk soort vaarbewijs» ingevoegd «, kwalificatiecertificaat of specifieke vergunning».

4. In het zevende lid wordt na «een vaarbewijs» ingevoegd «, een kwalificatiecertificaat of een specifieke vergunning»

L

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 26, tweede lid, onderdeel b» ingevoegd «, en artikel 26a, vijfde lid, onderdeel b»

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «een geldig vaarbewijs» toegevoegd «, een geldig kwalificatiecertificaat of een geldige specifieke vergunning».

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt na «een vaarbewijs» ingevoegd «, kwalificatiecertificaat of specifieke vergunning».

M

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. Onze Minister kan voor een gedeelte of het geheel van de geldigheidsduur een vaarbewijs, kwalificatiecertificaat of specifieke vergunning ongeldig verklaren of aan een vaarbewijs of kwalificatiecertificaat voorschriften of beperkingen verbinden, indien:

    • a. het vaarbewijs, kwalificatiecertificaat of de specifieke vergunning is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven, indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest;

    • b. het vaarbewijs, kwalificatiecertificaat of de specifieke vergunning kennelijk abusievelijk aan de houder is afgegeven;

    • c. de houder hierom schriftelijk verzoekt;

    • d. de houder blijkens een nader onderzoek, onder andere zoals bedoeld in artikel 23, tweede lid, niet beschikt over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die is vereist op basis van de voorschriften voor het verkrijgen van een vaarbewijs of kwalificatiecertificaat dan wel zich cip eerste vordering van Onze Minister niet aan een dergelijk onderzoek onderwerpt;

    • e. naar zijn oordeel de houder niet over de kennis of bekwaamheid beschikt die is vereist op basis van de voorschriften voor het verkrijgen van een vaarbewijs, kwalificatiecertificaat of specifieke vergunning; of

    • f. de houder niet voldoet aan de voorschriften, bedoeld in artikel 28, tweede lid.

2. In het tweede lid wordt na «komen de kosten van het onderzoek» ingevoegd «, indien dat is uitgevoerd op vordering van Onze Minister,»

3. In het derde lid wordt na «vaarbewijs» ingevoegd «, kwalificatiecertificaat of specifieke vergunning en met betrekking tot de schorsing van een kwalificatiecertificaat».

4. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidend:

  • 4. De voorschriften en beperkingen bedoeld in het eerste lid worden opgenomen op het vaarbewijs of kwalificatiecertificaat.

N

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «kan» ingevoegd «, voor zover erkenning niet geregeld wordt door de Richtlijn 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart,» en wordt «voor het veilig voeren van een binnenschip» vervangen door «dat het vereiste competentieniveau behaald wordt en het veiligheidsniveau voldoende is».

2. In het tweede lid wordt na «kunnen» ingevoegd «, voor zover erkenning niet geregeld wordt door de Richtlijn 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart,».

O

In artikel 33, eerste lid, wordt «Europese Gemeenschappen» vervangen door «Europese Unie» en wordt na «ten aanzien van vaarbewijzen» ingevoegd «, kwalificatiecertificaten en specifieke vergunningen».

P

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «de binnenwateren waarop» ingevoegd «de kwalificatiecertificaten, de specifieke vergunningen en» en wordt na «de houder van» ingevoegd «het kwalificatiecertificaat, de specifieke vergunning of».

2. In onderdeel b wordt na «van» ingevoegd «de kwalificatiecertificaten, de specifieke vergunningen en».

3. In onderdeel c wordt na «voor» ingevoegd «de kwalificatiecertificaten, de specifieke vergunningen en».

Q

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in het eerste lid na «gegevens verstrekt omtrent» ingevoegd «afgegeven, ongeldige of tijdelijk opgeschorte kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen of».

2. In het tweede lid wordt na «met de afgifte van» ingevoegd «kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen en».

R

Artikel 35a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder verlettering van de onderdelen a en b tot onderdelen b en c, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. de afgifte, verlenging, schorsing of intrekking van kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen, vaarbewijzen, dienstboekjes en vaartijdenboeken;

b. Na onderdeel c (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • d. de afgifte, verlenging, schorsing, intrekking, diefstal, vernietiging of het verlies van kwalificatiecertificaten, vaarbewijzen, dienstboekjes en vaartijdenboeken, afgegeven overeenkomstig het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn.

2. Aan het einde van het tweede lid, onderdeel a, wordt onder vervanging van de puntkomma door een komma toegevoegd «en de in het eerste lid, onder a en d, benoemde handelingen;».

3. In het derde lid wordt onder verlettering van de onderdelen a tot en met d tot de onderdelen b tot en met e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. de gegevens die in het register worden opgenomen;

S

In artikel 35b, tweede lid, wordt na «de afgifte van» ingevoegd «kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen of».

T

Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «artikel 26, eerste lid,» ingevoegd «en artikel 26a, vijfde lid,».

2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt na «de houder van een» ingevoegd «kwalificatiecertificaat of»

3. In het eerste lid, onderdeel e, wordt na «de afgifte van» ingevoegd «kwalificatiecertificaten,».

4. In het derde lid wordt na «de Herziene Rijnvaartakte» ingevoegd «en de Europese richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PbEU 2017, L 345)».

U

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «afgifte van het» ingevoegd «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of het» en wordt na «Hij legt het» ingevoegd «kwalificatiecertificaat of het».

2. In het tweede lid wordt na «de geldigheid van het» ingevoegd « kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of het».

3. In het derde lid wordt na «geeft hij het» ingevoegd «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of het».

4. In het vierde lid wordt na «van overeenkomstige toepassing op een» ingevoegd « kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of een», na «Onze Minister legt dit» ingevoegd «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of», en na «over de geldigheid van het» ingevoegd «kwalificatiecertificaat, specifieke vergunning of het».

V

In artikel 48, vijfde lid, wordt na «bij ministeriële regeling aangewezen categorieën» ingevoegd «kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen en».

W

In artikel 49, tweede lid, wordt na «bij ministeriële regeling aangewezen categorieën» ingevoegd «kwalificatiecertificaten, specifieke vergunningen en».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,


X Noot
1

I.v.m. correctie in het opschrift.

Naar boven