36 280 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten)

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID ELLIAN

Ontvangen 22 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 98, eerste lid, wordt «zes jaren» vervangen door «acht jaren».

Ab

In artikel 98c, eerste lid, aanhef, wordt «zes jaren» vervangen door «acht jaren».

II

In artikel II worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 104 wordt «zes jaren» vervangen door «acht jaren».

Ab

In artikel 104c, eerste lid, aanhef, wordt «zes jaren» vervangen door «acht jaren».

Toelichting

Bij het onderzoek naar het verrichten van handelingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid en het verstrekken van inlichtingen, voorwerpen of gegevens aan een buitenlandse mogendheid (het voorgestelde artikel 98d Sr) wordt het mogelijk om bepaalde opsporingsbevoegdheden in te zetten, bijvoorbeeld de bevoegdheden in artikelen 126l, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering (het opnemen vertrouwelijke communicatie in een woning). De huidige artikelen in het Wetboek van Strafrecht die zien op schending van staatsgeheimen (art. 98 en 98c Sr) kennen momenteel een maximale gevangenisstraf van zes jaar, en dus kan geen gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid in artikel 126l Sv. De indiener acht het wenselijk dat ook bij onderzoeken naar deze delicten gebruik kan worden gemaakt van deze bevoegdheid.

Bovendien zijn de artikelen 98 en 98c Sr sinds de inwerkingtreding van de Wet computercriminaliteit van 1 maart 1993 niet meer gewijzigd, terwijl de afgelopen jaren de dreigingen van buitenlandse mogendheden sindsdien fors is toegenomen. Hierbij past volgens de indiener een herwaardering van het huidige strafmaximum, onder andere om generale preventie te bevorderen. In de ons omringende landen zijn de straffen op vergelijkbare delicten de afgelopen jaren eveneens verhoogd, waardoor Nederland mogelijk een aantrekkelijker doelwit is dan andere landen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat er uiteraard meer factoren een rol spelen bij de beoordeling of een land een aantrekkelijk doelwit is voor ondermijnende spionageactiviteiten.

Gelet op het bovenstaande stelt de indiener een beperkte verhoging van het strafmaximum voor van de artikelen 98 en 98c Sr en voor de equivalente bepalingen in het Wetboek van Strafrecht BES.

Ellian

Naar boven