In het voorstel van wet wordt voor artikel I een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL aI
In artikel 4 wordt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, een lid ingevoegd,
luidende:
2. In het besluit, bedoeld in het eerste lid, kunnen Onze Ministers een of meerdere
krachtens artikel 6 aangewezen gemeenten uitzonderen en voor die gemeente of gemeenten
bij afzonderlijk besluit het tijdstip vaststellen waarop de uitvoering van het experiment
voor die gemeente of gemeenten aanvangt. Voor die gemeente of gemeenten eindigt de
uitvoering van het experiment op het tijdstip zoals in het eerste lid is bepaald voor
de andere gemeenten.
Toelichting
Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid een elfde gemeente aan het experiment
toe te voegen. In het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: Besluit)
zal de betreffende elfde deelnemende gemeente worden aangewezen. Uitgangspunt bij
de toevoeging van een elfde gemeente is dat dit niet tot vertraging van de start van
de experimenteerfase als bedoeld in artikel 4 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen
(hierna: Wet) zal leiden.1
Aan de experimenteerfase gaat de voorbereidingsfase vooraf. In artikel 37 van het
Besluit is bepaald dat een overgangsfase plaatsvindt, als sluitstuk van de voorbereidingsfase,
vanaf een door de betrokken Ministers bij besluit vastgesteld tijdstip. Met een overgangsfase
wordt het mogelijk gemaakt om geleidelijk over te gaan op het nieuwe aanbod. Gedurende
de overgangsfase is het aangewezen telers toegestaan om de door hun geproduceerde
hennep en hasjiesj te verkopen aan de coffeeshophouders en is het de coffeeshophouders toegestaan deze hennep en hasjiesj, naast
de gedoogde producten, aan consumenten te verkopen. Op het moment dat de Ministers
vaststellen dat de kwaliteit en diversiteit van de door de aangewezen telers geproduceerde
hennep en hasjiesj voldoende is én wordt voldaan aan alle voorwaarden die belangrijk
zijn voor een gesloten coffeeshopketen, zullen zij besluiten om deze overgangsfase
te laten starten. De overgangsfase eindigt bij aanvang van de experimenteerfase en
duurt in beginsel uiterlijk zes weken.
Gelet op bovenstaand uitgangspunt, is het niet wenselijk dat de toevoeging van een
elfde gemeente tot een latere start van de overgangsfase en daarmee van de experimenteerfase
leidt. Niet uitgesloten is dat er op een bepaald moment een bestendige voorraad en
productie is om de coffeeshops in tien deelnemende gemeenten, maar niet in elf, te
kunnen bevoorraden. Het is daarom wenselijk dat voor de elfde gemeente een later aanvangstijdstip
kan worden bepaald. Voor de overgangsfase kan dit op het niveau van het Besluit worden
geregeld. Voor een gefaseerde start van de experimenteerfase moet de Wet worden aangepast.
Daartoe strekt de onderhavige nota van wijziging. Deze maakt het mogelijk dat de betrokken
Ministers een of meer gemeenten uitzonderen in het besluit waarbij wordt bepaald dat
de experimenteerfase voor de andere gemeenten van start gaat. De betrokken Ministers
kunnen voor de uitgezonderde gemeente of gemeenten bij afzonderlijk besluit bepalen
wanneer de overgangs- en experimenteerfase aanvangt. In principe is deze voorziening
bedoeld voor de elfde gemeente, maar omdat niet kan worden uitgesloten dat een bepaalde
omstandigheid in een andere deelnemende gemeente tot vertraging van de start van de
overgangs- en experimenteerfase kan leiden, wordt voorgesteld een gefaseerde start
voor meerdere gemeenten mogelijk te maken.
Een gefaseerde start betekent niet dat het experiment ook op verschillende tijdstippen
zal eindigen. In artikel 4 van de Wet is bepaald dat de experimenteerfase vier jaar
duurt. Omdat het niet wenselijk is vanuit onder meer het oogpunt van handhaving en
bevoorrading dat de experimenteerfase voor een of meerdere gemeenten een langere looptijd
heeft, wordt voorts geregeld dat de experimenteerfase voor alle elf deelnemende gemeenten
op hetzelfde moment zal eindigen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius