36 274 Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)

Nr. 31 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRÖGER EN THIJSSEN

Ontvangen 4 juli 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 3 worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister kan slechts oordelen dat een maatregel waarbij financiële middelen aan bedrijven beschikbaar worden gesteld kan worden gefaciliteerd, indien bij deze maatregel als voorwaarde voor de verkrijging van de middelen aan het bedrijf, met uitzondering van een bedrijf uit het midden- en kleinbedrijf, wordt gesteld dat het beschikt over een klimaatplan voor het in lijn met de doelstellingen, bedoeld in artikel 2 van de Klimaatwet, of hogere doelstellingen in het recht van de Europese Unie, brengen van de bedrijfsvoering, onder andere door de door het bedrijf veroorzaakte bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur te bepalen emissies van broeikasgassen terug te dringen naar een bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur te bepalen niveau.

  • 5. Onze Minister beoordeelt een maatregel waarbij financiële middelen aan bedrijven beschikbaar worden gesteld slechts als doelmatig en doeltreffend, indien bij deze maatregel als voorwaarde voor de verkrijging van de middelen aan het bedrijf wordt gesteld dat het bedrijf:

    • a. bij het op termijn behalen van winst met behulp van de middelen, die middelen, of een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen aan de winst evenredig deel daarvan, terugbetaalt of op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen andere wijze vergoedt; en

    • b. bij het niet behalen van bij de maatregel als voorwaarde gestelde doelstellingen, de middelen terugbetaalt.

  • 6. Onze Minister kan afwijken van het vijfde lid, aanhef en onderdeel a, indien hij dit uitdrukkelijk motiveert in het meerjarenprogramma.

II

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien een maatregel onder toepassing van artikel 3, vijfde lid, als doelmatig en doeltreffend wordt beoordeeld, wordt dit toegelicht in het meerjarenprogramma.

Toelichting

Van bedrijven die vanuit het Klimaatfonds subsidie ontvangen, is redelijkerwijs te verwachten dat zij een duurzaam en toekomstbestendig verdienmodel hebben, ook in een klimaatneutrale economie. Is dat niet het geval, en zijn deze bedrijven niet toekomstbestendig, dan zijn de uitgaven vanuit het Klimaatfonds waarmee bedrijven worden gesubsidieerd niet nuttig voor de lange termijn.

Dit amendement regelt dat bij een maatregel waarbij financiële middelen aan bedrijven beschikbaar worden gesteld die door het Klimaatfonds wordt gefaciliteerd, eisen worden opgenomen over een klimaatneutrale bedrijfsvoering. Dit houdt in dat bedrijven die subsidies ontvangen de verplichting hebben om een plan voor te leggen om klimaatneutraal te gaan produceren – in overeenstemming met de doelen uit de Klimaatwet en internationale verplichtingen aangaande scope 1, 2, 3, waaronder de OESO-richtlijnen. Aangezien het EU-ETS tot nul emissies in 2040 leidt, dienen ETS-bedrijven een plan voor te leggen hoe zij in 2040 klimaatneutraal zijn. Deze eisen worden per algemene maatregel van bestuur nader ingevuld. Het midden- en kleinbedrijf is uitgezonderd van deze verplichtingen.

Wanneer deze doelstellingen niet worden gehaald, dienen bedrijven die zijn gesubsidieerd vanuit het Klimaatfonds deze subsidies terug te betalen.

Aangezien het Klimaatfonds bedrijven met miljarden aan publieke middelen subsidieert, is het ook redelijk dat de maatschappij meeprofiteert wanneer bedrijven winst maken als gevolg van deze subsidie. Dit amendement regelt daarom tevens dat er een vorm van maatschappelijke winstdeling is als bedrijven inderdaad omgeschakeld zijn naar een klimaatneutraal verdienmodel. Dit kan bijvoorbeeld door contracts for difference, een revolverend fonds, door als voorwaarde te stellen dat omwonenden kunnen meeprofiteren of door aandelen te nemen als overheid. Directe subsidies zonder eisen rondom winstdeling kunnen pas worden gefaciliteerd door het Klimaatfonds bij een zware en goed onderbouwde motivatie, bijvoorbeeld wanneer onomstotelijk is aangetoond dat een bepaalde randvoorwaarde voor het klimaatbeleid hierdoor niet wordt gerealiseerd. De nadere regels hiervoor worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur.

Kröger Thijssen

Naar boven