36 252 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022 (Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge energieprijzen)

Nr. 4 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 14 december 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «2022» ingevoegd «alsmede subsidievoorwaarden voor leveranciers».

II

In de beweegreden wordt na «2022» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is om algemene subsidievoorwaarden te stellen voor leveranciers die in aanmerking willen komen voor subsidie ten behoeve van het prijsplafond voor kleinverbruikers».

III

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. De leverancier van elektriciteit aan afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, de leverancier van gas aan afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Gaswet, of de leverancier van warmte aan verbruikers met een aansluiting met een vermogen van maximaal 100 kilowatt als bedoeld in artikel 1 van de Warmtewet, die gebruik wil maken van een subsidie voor leveranciers ter bekostiging van een plafond voor energietarieven voor kleinverbruikers op grond van Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen (PbEU 2022 LI 261/1) voldoet ten minste aan de algemene voorwaarde, bedoeld in dit artikel.

  • 2. De leverancier, bedoeld in het eerste lid, die in aanmerking komt voor een subsidie ontvangt deze steeds na afloop van een kalendermaand op grond van het verschil tussen de door de leverancier bepaalde contractprijs en de hoogte van het prijsplafond.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat er geen voorschot uitgekeerd wordt gedurende het prijsplafond, maar maandelijks een uitkering kan plaatsvinden op basis van nacalculatie. Indiener is van mening dat bevoorschotting energieleveranciers oneigenlijke staatssteun verstrekt en vindt het voor de belastingbetaler te risicovol om niet te kiezen voor regulering vooraf.

Dit amendement vervangt het uitbetalen van een voorschot aan energieleveranciers met een maandelijkse nacalculatie, gebaseerd op werkelijke gemaakte kosten. In de voorgestelde «subsidieregeling prijsplafond» ontvangen energieleveranciers een voorschot gebaseerd op het verschil tussen de contractprijs en de prijsplafondprijs. De contractprijs wordt door energieleveranciers zelf bepaald, en zodoende kunnen zij zelf de hoogte van hun voorschot bepalen door de contractprijs te verhogen. Pas in 2025 vindt de eindafrekening plaats en wordt duidelijk of er te veel of te weinig subsidie ontvangen is. Tot die tijd kunnen energieleveranciers dus hun voorschot verhogen door hun contractprijzen te verhogen, wat er op neer komt dat zij gratis geld kunnen lenen van de belastingbetaler.

Leijten

Naar boven