Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36250-XIV nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36250-XIV nr. 2 |
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
3. de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof,C. van der Wal-Zeggelink
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Artikelnummer | Uitgaven | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 1.965.505 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 (incl. ISB, NvW) | 2.526.573 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Kasschuif Maatregel gerichte opkoop | 21 | ‒ 184.800 |
Vertraging uitbetaling Dierentuinregeling | 21 | ‒ 12.900 |
Vogelgriep problematiek DGF | 21 | 33.600 |
Lagere uitgaven Waterbassins Mest | 21 | ‒ 33.126 |
Doorschuiven BAR-middelen 2022 | 22 | ‒ 45.000 |
Algemene Uitkering Programma Natuur 2022 en 2023 | 22 | ‒ 18.298 |
Vrije Uitkering NMBP Bonaire en Saba | 22 | ‒ 8.259 |
Overige mutaties | div | ‒ 80.150 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 2.177.640 |
Toelichting
Kasschuif Maatregel Gerichte Aankoop
Met deze kasschuif wordt € 184,8 mln. doorgeschoven naar 2023 t.b.v. de tweede tranche van de Maatregel Gerichte Aankoop (MGA-2). Deze rege-ling richt zich op het vrijwillig beëindigen van piekbelasters nabij stikstof-gevoelige Natura 2000-gebieden via het (gedeeltelijk) aankopen van vee-houderijlocaties.
Vertraging uitbetaling Dierentuinregeling
De derde openstelling van de dierentuinregeling is vertraagd. Hierdoor komen de middelen van 2022 niet meer tot betaling in 2022, waardoor deze komen vrij te vallen. Via de Nota van Wijziging zullen de middelen die nu vrijvallen beschikbaar komen in 2023.
Vogelgriep problematiek DGF
De bestrijdingskosten van de vogelgriep overschrijden het bestrijdingsplafond (€ 30 mln.) dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het DGF. De tegenvaller voor 2022 wordt geraamd op € 33,6 mln.
Lagere uitgaven Waterbassins Mest
Uit ex-ante onderzoek is gebleken dat de beoogde waterbassins regeling minder stikstofreductiepotentieel heeft dan oorspronkelijk aangenomen. Om deze reden heeft er geen openstelling van de regeling plaatsgevonden in 2022 en zal deze uitgave met € 33,1 mln. worden verminderd.
Doorschuiven BAR-middelen 2022
In 2022 staat er € 45 mln. op de LNV-begroting geraamd voor het uitvoeren van de stillig- en liquiditeitsregeling van de BAR. Deze regelingen komen pas in 2023 tot uitbetaling.
Algemene Uitkering Programma Natuur 2022 en 2023
Voor de verhoging van de beheervergoeding vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) zal € 18,3 mln. worden overgeheveld naar het Provinciefonds.
Vrije Uitkering NMBP Bonaire en Saba
In het kader van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020‒2030 wordt € 8,3 mln. overgeheveld naar het BES-fonds. Specifiek gaat het om € 5,7 mln. voor het Openbaar Lichaam Bonaire en € 2,6 mln. voor het Openbaar Lichaam Saba.
Artikelnummer | Ontvangsten | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2022 | 92.314 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 97.156 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
Derogatie | 21 | ‒ 5.000 |
Ontvangsten RVO | 22\24 | 6.142 |
Overige mutaties | div | 53.530 |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 151.828 |
Toelichting
Derogatie
Doordat de toekenning van derogatie laat in het jaar is vastgesteld is de RVO niet in staat de derogatiemonitoringskosten 2022 tijdig bij de derogatiedeelnemers in rekening te brengen. De ontvangsten van € 5,0 mln. zullen naar verwachting in 2023 plaatsvinden.
Ontvangsten RVO
Bij de financiële afrekening van het opdrachtenpakket aan RVO over het uitvoeringsjaar 2021 is gebleken dat het voorschot € 6,1 mln. hoger was dan noodzakelijk voor de dekking van de opdracht. Het teveel aan voorschot vormt een meevaller van € 6,1 mln. aan de ontvangstenkant van de LNV begroting.
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 768.556 | 919.109 | ‒ 120.604 | ‒ 19.666 | 778.839 |
Uitgaven | 653.967 | 790.967 | ‒ 159.601 | ‒ 35.873 | 595.493 |
Subsidies (regelingen) | |||||
Sociaal economische positie boeren | 69.043 | 114.864 | ‒ 4.695 | 138 | 110.307 |
Duurzame veehouderij | 388.436 | 155.409 | ‒ 7.718 | ‒ 26.172 | 121.519 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 22.186 | 46.058 | 26.190 | ‒ 1.222 | 71.026 |
Mestbeleid | 58.126 | 83.686 | ‒ 38.741 | ‒ 40.951 | 3.994 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 0 | 4.574 | 254 | ‒ 243 | 4.585 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 0 | 1.771 | ‒ 175 | ‒ 139 | 1.457 |
Integraal voedselbeleid | 0 | 4.292 | 1.721 | ‒ 1.100 | 4.913 |
Leningen | |||||
Lening Pilot investeringsfonds duurzame landbouw | 12.000 | 12.000 | |||
Garanties | |||||
Bijdrage borgstellingsreserve | 3.627 | 3.627 | 39.000 | 0 | 42.627 |
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit | 1.805 | 1.805 | 0 | 0 | 1.805 |
Opdrachten | |||||
Sociaal economische positie boeren | 2.602 | 1.434 | 76 | ‒ 310 | 1.200 |
Duurzame veehouderij | 12.914 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 22.046 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mestbeleid | 18.897 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 13.251 | 8.545 | 1.806 | ‒ 140 | 10.211 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 5.384 | 3.578 | 75 | ‒ 531 | 3.122 |
Integraal voedselbeleid | 6.384 | 2.066 | 788 | ‒ 853 | 2.001 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 1.289 | 1.289 | 1.727 | 193 | 3.209 |
Centrale Commissie Dierproeven | 2.225 | 0 | 116 | ‒ 116 | 0 |
Medebewind/voormalige productschappen | 0 | 1.387 | ‒ 700 | 0 | 687 |
Raad voor de Plantenrassen | 1.344 | 1.344 | 70 | 0 | 1.414 |
Keuringsdiensten | 2.130 | 2.130 | 4.822 | 4.336 | 11.288 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||
Specifieke uitkeringen | 0 | 318.251 | ‒ 184.800 | ‒ 151 | 133.300 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||
FAO en overige contributies | 11.107 | 11.686 | 0 | 371 | 12.057 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | |||||
Storting begrotingsreserve apurement | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||
Diergezondheidsfonds | 11.171 | 11.171 | 583 | 29.517 | 41.271 |
Ontvangsten | 32.770 | 32.770 | 46.400 | ‒ 1.454 | 77.716 |
Ontvangsten | |||||
Sociaal economische positie boeren | 245 | 245 | 0 | 0 | 245 |
ZBO's/RWT's | 2.300 | 2.300 | 0 | ‒ 200 | 2.100 |
Agroketens | 0 | 0 | 513 | 3.118 | 3.631 |
Mestbeleid | 7.209 | 7.209 | 0 | ‒ 5.000 | 2.209 |
Garanties | 1.800 | 1.800 | 0 | 0 | 1.800 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 11.600 | 11.600 | 400 | ‒ 224 | 11.776 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 5.926 | 5.926 | 45.487 | 210 | 51.623 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 3.690 | 3.690 | 0 | 642 | 4.332 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden per saldo met € 140,0 mln. verlaagd. Deze verlaging hangt grotendeels samen met de uitgaven mutaties die hieronder zullen worden toegelicht. Onder het saldo valt ook een verplichtingenschuif uit latere jaren naar het jaar 2022 om meer aanvragen voor de subsidiemodule Energie-efficiënte glastuinbouw (EG) te kunnen honoreren.
Subsidies
Sociaal economische positie boeren
De uitgaven sociaal economische positie boeren worden met € 4,6 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk door een ramingsbijstelling voor de nadeelscompensatie pelsdierhouderijen. Van het geraamde budget zal € 2,2 mln. niet worden uitgegeven. Daarnaast wordt het (nationale) budget ten behoeve van de brede weersverzekering met € 2 mln. naar beneden bijgesteld, omdat er een uitruil heeft plaatsgevonden tussen nationale en beschikbare EU middelen (niet op LNV begroting zichtbaar). Op totaalniveau (nationaal + EU) blijft het beschikbare budget voor de brede weersverzekering hetzelfde.
Tot slot lijkt het beroep op de regeling Tegemoetkoming waterschade minder groot dan vooraf verwacht. De uitvoering van deze regeling bij RVO is nog gaande, maar naar huidige inzichten kunnen de uitgaven met € 1,4 mln. worden verlaagd.
Met de najaarsnota is € 5.8 mln. extra budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de regeling Ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw (OVK). De OVK is een open einderegeling als onderdeel van de Covid-19 steunmaatregelen. Uit de uitvoeringsinformatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is gebleken dat hogere uitgaven verwacht worden dan initieel begroot.
Op verzoek van de ADR is een correctie in de budgetstanden voor de thema’s sociaal economische positie van boeren en duurzame veehouderij van € 4.7 mln. doorgevoerd. Deze mutatie is technisch van aard en heeft geen beleidsmatige effecten.
Duurzame veehouderij
De uitgaven worden met € 33,9 mln. verlaagd. Vanwege de prognoses van de RVO wordt het budget in totaal met € 14,4 mln. verlaagd. Hiervan wordt € 12,9 mln. voor de dierentuin regeling doorgeschoven naar 2023. Verder is er sprake van een verlaging van het budget van € 7,5 mln. voor de Sanering Varkenshouderijen (SRV). Tevens wordt er voor de stalmaatregelen voor € 6,7 mln. doorgeschoven naar 2023. Daarnaast wordt er voor € 2,7 mln. overgeboekt naar het RVO budget op artikel 23. Ook wordt er nog een bedrag van € 2,4 mln. voor pilots en demo's veehouderij naar het budget van artikel 23 overgeboekt.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
De uitgaven voor glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen worden met circa € 25,0 mln. verhoogd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif naar voren uit latere jaren van de middelen Energie-efficiënte glastuinbouw (EG) met € 22,0 mln. die reeds bij Miljoennota is doorgevoerd. Daarnaast zijn Urgendamiddelen ten behoeve van LED-verlichting bij Miljoenennota aan de EG regeling toegevoegd (€ 4,0 mln.). Tezamen met een eerdere ophoging bij 1e suppletoire 2022 hebben deze financiële middelen een hogere openstelling van EG subsidieregeling mogelijk gemaakt (totaal openstelling € 60,0 mln.), waardoor de energie-intensieve glastuinbouwsector beter in de gelegenheid wordt gesteld om energiebesparingsmaatregelen te treffen.
Bij de 2e suppletoire bleek dat een module in de EG regeling een ander subsidieritme (langzamer) heeft dan oorspronkelijk verondersteld. Om deze reden zijn de uitgaven bij de EG regeling bij 2e suppletoire met € 7,0 mln. naar beneden bijgesteld. Ook van Marktintroductie energie-innovaties glastuinbouw (MEI) regeling worden de uitgaven met € 2,5 mln. verlaagd. Bij het onderdeel Innovatieagenda energie zijn de uitgaven daarentegen met € 4,3 mln. verhoogd.
Ook worden de middelen voor Tegemoetkoming land- en tuinbouw (COVID) verhoogd met € 1,6 mln. Deze uitgaven komen voort uit de honorering van bezwaarzaken op eerder afgewezen subsidieverzoeken. De overige mutaties worden veroorzaakt door meerdere kleinere mutaties van minder dan € 1,0 mln.
Mestbeleid
De uitgaven mestbeleid worden met € 79,7 mln. verlaagd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een kasschuif naar achteren met het waterbassins mest budget uit 2022 naar latere jaren (€ 22,0 mln. bij Miljoenennota). Daarnaast is vervolgens bij 2e suppletoire het waterbassins budget met € 33,1 mln. verlaagd. De reden hiervoor is dat uit ex-ante onderzoek is gebleken dat de beoogde waterbassins regeling minder stikstofreductiepotentieel heeft dan oorspronkelijk aangenomen. Om deze reden heeft er nog geen openstelling in 2022 van de regeling plaatsgevonden.
De middelen bij projecten mestbeleid worden in totaal met € 21,8 mln. verlaagd. Hiervan betreft € 16,7 mln. mutaties die reeds in de Miljoenennota zijn opgenomen. Die verlagingen komen met name voort uit opdrachten die aan RVO en de NVWA zijn gegeven ten behoeve van uitvoering van het 7e Actieprogramma en de bouw van het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest (rVDM). Omdat betalingen aan RVO en de NVWA via artikel 24 plaatsvinden, zijn middelen naar artikel 24 overgeheveld waardoor een verlaging van het budget bij projecten mestbeleid ontstaat. Bij 2e suppletoire is daarnaast nog een verlaging (€ 5,0 mln.) van het mestbudget doorgevoerd omdat de uitvoering van het 7e actieprogramma enige vertraging heeft opgelopen en omdat de mest ICT bouwkosten bij de NVWA/RVO op een nieuwe wijze worden geadministreerd (door middel van activering/afschrijving over de jaren heen in plaats van éénmalige bijdrage in een enkel jaar).
Tot slot worden de middelen voor kunstmestvervanging en mestverwerking met € 2,7 mln. verlaagd. Dit komt doordat de regeling later wordt opengesteld dan oorspronkelijk aangenomen.
Garanties
Bijdrage Borgstellingsreserve
Door deze technische mutatie wordt een bedrag van € 39,0 mln. overgeheveld van de begrotingsreserve risicovoorziening VVK / jonge boeren naar de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit ten behoeve van het vermogensversterkend krediet (VVK) als onderdeel van de Borgstelling MKB Landbouw (BL).
Opdrachten
Hier hebben zich geen vermeldenswaardige mutaties voorgedaan.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Keuringsdiensten
De uitgaven bij de keuringsdiensten worden met € 9,2 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven van € 6,3 mln. voor het opschalen van capaciteit bij het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Vanwege de Brexit moet het KCB de inspectiecapaciteit uitbreiden voor controles van groente/fruit/sierteelt. Om deze controles uit te voeren, moeten bij het KCB mensen aangenomen en opgeleid worden. Deze kosten zijn niet retribueerbaar. Daarnaast zijn er kosten omdat het Verenigd Koninkrijk de ingangsdatum van de uit te voeren controles meerdere malen heeft uitgesteld.
Daarnaast worden de middelen SKAL met € 2,7 mln. verhoogd. Deze middelen zijn bedoeld om de bedrijfsvoering binnen SKAL op orde te maken en te voldoen aan een nieuwe biologische EU verordening die de controles op biologisch eten strenger heeft gemaakt om fraude te voorkomen.
Bijdragen aan mede-overheden
Specifieke uitkeringen
De uitgaven voor specifieke uitkeringen wordt met circa € 185,0 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt doordat de middelen van € 184,8 mln. voor de Maatregel gerichte opkoop worden doorgeschoven van 2022 naar 2023. Vanwege vertraging in de uitvoering wordt deze kasschuif voorgesteld zodat deze middelen alsnog ingezet kunnen worden om de stikstofdoelen te halen.
Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken
Diergezondheidsfonds
De bijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF) wordt met € 30,1 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verhoging van de bijdrage met € 33,6 mln. doordat de bestrijdingskosten van de vogelgriep het bestrijdingsplafond dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024 overschrijden. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het DGF.
Daarnaast zorgt een lagere eindafrekening van de kosten voor de ruimingen nertsen als gevolg van de uitbraak van Covid-19 voor een verlaging van de bijdrage van € 3,3 mln.
Ontvangsten
Mestbeleid
De ontvangsten mestbeleid vallen € 5,0 mln. lager uit. Dit wordt veroorzaakt doordat pas laat in het jaar (september 2022) bekend is geworden of Nederland een derogatie zal krijgen en zo ja, hoe deze er dan in de periode 2022 tot en met 2025 uit zal zien. Door de late bekendmaking is de RVO naar verwachting niet meer in staat om de geraamde derogatiemonitoringskosten 2022 tijdig bij derogatiedeelnemers in rekening te brengen. Dat zal naar verwachting in 2023 gebeuren.
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
De ontvangsten voor voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking vallen € 45,6 mln. hoger uit. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een technische mutatie in het budget voor de risicovoorziening vermogensversterkende kredieten (VVK). Doordat het budget integraal zichtbaar is gemaakt bij de Borgstellingsfaciliteit wordt het nu als ontvangst geraamd op de beleidsinstrumenten op artikel 21.
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 269.321 | 941.443 | ‒ 13.008 | ‒ 212.716 | 715.719 |
Uitgaven | 462.658 | 714.147 | ‒ 15.231 | ‒ 74.689 | 624.227 |
Subsidies (regelingen) | |||||
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 2.635 | 6.828 | 222 | 212 | 7.262 |
Natuur en Biodiversiteit op land | 24.746 | 22.666 | 6.340 | ‒ 3.041 | 25.965 |
Beheer Kroondomeinen | 803 | 871 | 0 | 24 | 895 |
Duurzame visserij | 7.845 | 52.803 | 1.399 | ‒ 43.350 | 10.852 |
Overige stelsel activiteiten | 0 | 5.699 | 335 | ‒ 211 | 5.823 |
Leningen | |||||
Leningen rente en aflossing | 23.145 | 22.923 | 0 | ‒ 2 | 22.921 |
Garanties | |||||
Garantie Klimaatfonds | 324 | 324 | 0 | 26 | 350 |
Opdrachten | |||||
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 15.343 | 11.934 | ‒ 2.517 | ‒ 4.214 | 5.203 |
Natuur en Biodiversiteit op land | 266.805 | 30.861 | ‒ 1.527 | ‒ 10.598 | 18.736 |
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren | 11.751 | 7.711 | 1.138 | ‒ 2.106 | 6.743 |
Duurzame visserij | 41.210 | 4.649 | ‒ 355 | ‒ 1.402 | 2.892 |
Overige stelsel activiteiten | 6.408 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Internationale Samenwerking | 3.655 | 2.355 | 171 | ‒ 388 | 2.138 |
Caribisch Nederland | 4.364 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit | 13.774 | 5.676 | 129 | ‒ 780 | 5.025 |
Regio Deals | 550 | 550 | 0 | ‒ 243 | 307 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||
Rijksrederij | 9.293 | 11.193 | 328 | 409 | 11.930 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||
Staatsbosbeheer | 28.293 | 28.293 | 1.254 | 102 | 29.649 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||
Caribisch Nederland | 0 | 12.184 | 251 | ‒ 8.559 | 3.876 |
Specifieke uitkering | 0 | 484.693 | ‒ 22.399 | ‒ 484 | 461.810 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||
Internationale Samenwerking | 1.714 | 1.934 | 0 | ‒ 84 | 1.850 |
Ontvangsten | 44.651 | 49.031 | 300 | 9.051 | 58.382 |
Ontvangsten | |||||
Landinrichtingsrente | 26.035 | 26.035 | 300 | 165 | 26.500 |
Verkoop gronden | 8.804 | 8.804 | 0 | 0 | 8.804 |
Overige ontvangsten natuur | 4.819 | 6.877 | 0 | 4.668 | 11.545 |
Duurzame visserij | 4.993 | 4.993 | 0 | 4.218 | 9.211 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 0 | 2.322 | 0 | 0 | 2.322 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2022» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2022» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting verplichtingen
Er is een verschil tussen de verplichtingen- en de kasmutaties waarvan € 155,0 mln. wordt verklaard door de saneringsregeling van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Doordat de aanvragen daarna nog in behandeling genomen moeten worden, zal de verplichting van het budget niet meer worden aangegaan in 2022.
Toelichting uitgaven
De totale uitgaven worden met € 89,9 mln. verminderd. De belangrijkste mutaties worden hieronder per categorie toegelicht.
Subsidies
Natuur en Biodiversiteit op land
De subsidieuitgaven worden met € 3,3 mln. verhoogd. Deze mutatie heeft diverse oorzaken, waarvan de grootste de volgende zijn :
– Een technische overheveling van € 5,6 mln. op het budget van het Programma Veenweide. Deze middelen die ingezet worden voor het verstrekken van subsidies werden eerder verantwoord onder bijdrage aan medeoverheden en zijn daarom overgeheveld naar het subsidiebudget.
– Een verlaging van het budget voor de Regeling versneld natuurherstel met € 4,2 mln. Met deze regeling wordt ingezet op natuurherstelprojecten bij terreinbeherende organisaties. Door een lager aantal intekeningen op de tweede tranche van deze regeling valt een deel van het budget vrij.
– Een technische overheveling voor het budget van de Ecologische Autoriteit. Deze middelen stonden eerder onder het opdrachtenbudget verantwoord. In verband met deze mutatie wordt het budget met € 0,9 mln. verhoogd.
Duurzame visserij
Het subsidiebudget duurzame visserij wordt met € 42,0 mln. verlaagd. Dit is met name het gevolg van latere uitbetaling van € 45,0 mln. voor de stillig- en liquiditeitsregeling uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Deze regelingen komen in 2023 tot uitbetaling.
Daarnaast is in 2022 het budget voor de innovatieprestatiecontracten-regeling (IPC) opgehoogd met € 2,8 mln. vanwege de vele aanvragen en het belang van deze subsidieregeling. Innovatie kan een belangrijke bijdrage leveren aan verduurzaming van de visserij. De IPC-regeling voor visserij heeft tot doel om bij te dragen aan een duurzamere visserijsector door het testen van prototypen voor nieuwe, meer selectieve en brandstofbesparende visserijmethodes en technieken door visserijondernemers.
Opdrachten
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit
Het opdrachtenbudget voor Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit wordt verlaagd met € 6,7 mln. Dit wordt onder andere veroorzaakt door:
– Het incidentele budget dat is gereserveerd voor het oplossen van de stikstofproblematiek die het gevolg is van de landelijke snelheidsverlaging is naar verwachting niet in zijn geheel nodig, wat een verlaging van € 1,6 mln. tot gevolg heeft.
– Minder PAS-melders dan voorzien maken gebruik van de mogelijke advisering, wat in een vermindering van € 1,5 mln. van de geraamde kosten resulteert.
– 1,3 mln is overgeheveld naar artikel 24 voor de bijdrage aan RVO. RVO heeft aanvullende opdrachten uitgevoerd voor DGS en hogere kosten gemaakt door inhuur.
Natuur en Biodiversiteit op land
Het opdrachtenbudget voor natuur en biodiversiteit op het land wordt met € 11,7 mln. verlaagd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door:
– Verlaging van het budget met € 5,0 mln. voor het Programma Natuur. Door vertraging in de uitvoering wordt er dit jaar minder uitgegeven aan o.a. monitoring en het Kennisnetwerk OBN. Ook wordt het opdrachtenbudget voor Programma Natuur met € 3,2 mln . verlaagd vanwege een technische correctie met het budget bijdrage aan medeoverheden voor Programma Natuur.
– In het kader van de uitvoering van het NPLG is er budget van respectievelijk € 0,4 mln. naar BZK en € 0,6 mln. naar IenW overgeheveld.
– Een technische overheveling voor het budget van de Ecologische Autoriteit. Deze middelen stonden eerder onder het opdrachtenbudget verantwoord, maar is verplaatst naar het subsidiebudget. In verband met deze mutatie wordt het budget met € 0,9 mln. verhoogd.
– Een verlaging van het budget met € 0,8 mln. dat naar artikel 24 wordt overgeheveld voor uitvoeringsbudget RVO. De middelen zijn voornamelijk bedoeld voor het uitvoeren van soortenonderzoek.
Bijdrage aan mede-overheden
Caribisch Nederland
De verlaging van het budget van € 8,3 mln. betreft hoofdzakelijk een overheveling naar het BES-fonds in het kader van het Natuur en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030. Specifiek gaat het om € 5,7 mln. voor het Openbaar Lichaam Bonaire en € 2,6 mln. voor het Openbaar Lichaam Saba. Daarnaast wordt € 0,2 mln. overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van IenW voor het Inrichtingen- en activiteitenbesluit BES ten behoeve van de vergunningverlening, toezicht en handhaving op de BES-eilanden.
Specifieke uitkering
Het budget specifieke uitkeringen wordt met € 22,9 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk verklaard door de volgende mutaties:
– Een overheveling van € 18,3 mln. naar het Provinciefonds. De provincies ontvangen vanuit het budget van Programma Natuur een aanvullende bijdrage voor 2022 voor de verhoging van de beheervergoeding Subsidiestel Natuur en Landschap (SNL) van 75% naar 84%. De middelen zullen meelopen in de Algemene Uitkering.
– Een technische overheveling van € 5,6 mln. op het budget van het Programma Veenweide. Deze middelen die ingezet worden voor het verstrekken van subsidies werden eerder verantwoord onder bijdrage aan medeoverheden en zijn daarom overgeheveld naar het subsidiebudget.
– Een verhoging van het budget met € 3,2 mln. voor het Programma Natuur. Deze middelen werden eerder verantwoord onder het opdrachtenbudget Natuur en Biodiversiteit
– Een overheveling naar het BTW-Compensatiefonds van € 1,7 mln. voor de specifieke uitkering voor de versnellingsopgaven en provinciale uitvoeringskosten. De middelen worden van het beschikbare budget afgehaald en overgeheveld naar de begroting van Financiën.
Ontvangsten
Overige ontvangsten natuur
Het budget wordt met € 4,7 mln. verhoogd. Dit wordt met name verklaard door een meevaller op de eindafrekening 2021 voor de RVO opdracht voor DG Natuur en Visserij en een meevaller van €1,1 mln. die is ontstaan uit terugontvangsten van Staatsbosbeheer. Verder is het budget met € 0,4 mln. verlaagd vanwege een ontvangst van het Groenfonds die samenhangt met een lagere uitgavenraming op artikel 22.
Duurzame visserij
Het ontvangstenbudget voor duurzame visserij neemt toe met € 4,2 mln. Hiervan volgt € 2 mln. uit een correctie voor de huursomverlaging van mosselpercelen, die een jaar later wordt doorgevoerd dan eerder gepland. De verlaging gaat in vanaf 2023. Daarnaast is er ontvangstenbudget voor datacollectie geschoven van artikel 23 naar het ontvangstenbudget voor duurzame visserij, waar de ontvangst wordt gerealiseerd.
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 229.587 | 250.121 | 12.686 | 425.646 | 688.453 |
Uitgaven | 244.539 | 259.255 | 12.665 | ‒ 8.947 | 262.973 |
Subsidies (regelingen) | |||||
Beleidsondersteunend onderzoek | 28.844 | 38.838 | 7.342 | 3.537 | 49.717 |
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid | 66.784 | 66.784 | 2.379 | ‒ 1.200 | 67.963 |
Kennisverspreiding en groen onderwijs | 24.465 | 32.620 | ‒ 1.254 | ‒ 8.313 | 23.053 |
Opdrachten | |||||
Kennisontwikkeling en innovatie | 14.546 | 14.357 | ‒ 967 | ‒ 1.594 | 11.796 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 8.060 | 13.017 | 897 | ‒ 1.224 | 12.690 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||
Wageningen Research | 101.825 | 93.380 | 4.267 | 0 | 97.647 |
ZonMw | 15 | 259 | 1 | ‒ 153 | 107 |
Ontvangsten | 12.107 | 12.442 | 0 | ‒ 1.782 | 10.660 |
Ontvangsten | |||||
Kennisontwikkeling en innovatie | 12.107 | 12.442 | 0 | ‒ 1.782 | 10.660 |
Toelichting verplichtingen
Het totaal aan verplichtingen stijgt met € 438,0 mln. Hiervan is € 413,7 mln. bestemd voor het meerjarig verplichten van Wageningen Research (WR) naar aanleiding van opmerkingen van de ADR om te komen tot een rechtmatige subsidievaststelling voor het uitgevoerde activiteitenplan WR. Hiervoor is het nodig het overschot bij WR beheersbaar te maken conform artikel 43 van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling). Een van de genomen maatregelen betreft meerjarig verplichten, dit verhoudt zich beter tot het programmeren van meerjarige onderzoeksprogramma’s. Daarnaast is € 20 mln. bestemd voor het aanpassing van het verplichtingenbedrag 2022 voor Crop-XR. Het kasbudget voor deze verplichtingen is beschikbaar in het kasbudget van de jaren 2023 tot en met 2027. De overige mutaties hangen samen met de uitgaven en worden hieronder per categorie toegelicht.
Toelichting uitgaven
Subsidies
Beleidsondersteunend onderzoek
De uitgaven stijgen per saldo met € 10,9 mln. Dit is een saldo van verschillende verhogingen en verlagingen binnen het budget. De stijging is onder andere veroorzaakt door € 2,7 mln. voor onderzoeken naar de integrale aanpak methaan en ammoniak via het dier- en voerspoor. Daarnaast is € 2,4 mln. bestemd voor pilots en demo's op het gebied van veehouderij en wordt er voor € 1,8 mln. aan verplichtingen aangegaan voor onderzoeksprojecten "Kas als energiebron". Het restant kan worden verklaard door de som van verschillende kleinere mutaties.
Kennisverspreiding en groen onderwijs
Het budget wordt met € 9,6 mln. verlaagd. Het betreft hier een saldo van diverse mutaties, waarvan de belangrijkste hieronder worden beschreven. Het saldo verplichtingen Innovatie op het Boerenerf valt met € 6,6 mln. lager uit. De LNV bijdrage aan OCW voor het NWO-SIA Programma Praktijkkennis Voedsel en Groen (PPVG) valt € 2,9 mln. lager uit.
Opdrachten
Kennisverspreiding en groen onderwijs
Het budget wordt met € 2.6 mln. verlaagd. Het betreft een saldo van verschillende verhogingen en verlagingen binnen het budget. De verlagjng wordt voornamelijk veroorzaakt door € 1.6 mln. verlaging van het budget voor het LNV Basisfinanciering werkprogramma PBL 2022. Het restant kan worden verklaard door de som van verschillende mutaties en (inter)departementale overhevelingen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Wageningen Research
De uitgaven stijgen met € 4,6 mln. Dit betreft loonbijstelling voor € 2,1 mln. en € 1,2 mln. aan prijsbijstelling. Tot slot wordt er ook voor € 0,9 mln. aan budget overgeboekt van het Ministerie van OCW naar de begroting van LNV voor het restbedrag van de SEO-regeling (Stimulering Europees Onderzoek).
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 431.301 | 503.740 | 13.412 | 680 | 517.832 |
Uitgaven | 431.301 | 503.740 | 13.412 | 680 | 517.832 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 233.474 | 261.098 | ‒ 5.202 | ‒ 4.560 | 251.336 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 197.827 | 242.642 | 18.614 | 5.240 | 266.496 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 2.157 | 2.157 |
Ontvangsten | |||||
Agentschappen en overig | 0 | 0 | 0 | 2.157 | 2.157 |
Toelichting
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
Het budget voor de NVWA wordt met € 9,7 mln. verlaagd. Dit komt onder andere doordat de kosten van op het opdrachtenbudget van de NVWA met € 16,9 mln. lager uitvallen. Daarnaast is op grond van de prestaties in 2021 bepaald dat de NVWA € 10,2 mln met LNV moet verrekenen (terug te geven) met LNV. Dit komt onder andere doordat minder jaarplanuren gerealiseerd zijn dan geraamd.
Daarnaast wordt het budget verhoogd met € 7,6 mln, vanwege extra middelen voor mest. De middelen zijn bedoeld voor controle en handhaving van het mestbeleid door de NVWA. Het betreft de uitvoeringskosten die aan controle en handhaving in 2022 die naar verwachting worden gemaakt. Een belangrijk onderdeel van handhaving is de implementatie van het rVDM systeem (realtime Verantwoording Dierlijke Mesttransporten) dat voorzien is per 1 januari 2023. Voor de NVWA zijn hier teves kosten voor ICT en bouw werkzaamheden aan verbonden.
Tevens wordt het budget verhoogd met € 7,4 mln. door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling.
Ook wordt de bijdrage aan de NVWA verhoogd met € 4.2 mln. door de middelen voor het LNV-deel van de Implementatie Werk aan Uitvoering (WAU). Vanwege vertraagde uitvoering wordt voor € 2,8 mln. van deze middelen doorgeschoven naar 2026.
Naast de verlaging van het budget voor de NVWA wordt de vergoeding van de kosten in het kader van het programma Transparantie in Informatie voor € 0,7 mln. en de WAU voor € 0,9 mln. voor een naar de NVWA overgeboekt door middel van een storting in het eigen vermogen.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Het budget voor de RVO wordt met € 23,8 mln. verhoogd. Dit komt onder andere door het beschikbaar stellen van middelen voor de loon- en prijsbijstelling van € 6.1 mln. en de toevoeging van budgetten voor de uitvoering van goedgekeurde meerwerkopdrachten. De grootste toevoegingen betreffen middelen van € 6.8 mln. voor controle en handhaving voor het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, de implementatie van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid 2023-2027 voor € 5.1 mln., uitvoering van BAR-regelingen van € 1.5 mln. Tot slot is er nog een verhoging voor € 1.3 mln. aan middelen van de stikstof verzamelopdracht.
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 150.403 | 168.153 | 7.757 | 1.205 | 177.115 |
Uitgaven | 150.403 | 168.153 | 7.757 | 1.205 | 177.115 |
Personele uitgaven | |||||
Eigen personeel | 106.351 | 121.699 | 3.924 | ‒ 2.695 | 122.928 |
Externe inhuur | 3.784 | 4.859 | ‒ 554 | 2.828 | 7.133 |
Overige personele uitgaven | 3.944 | 1.662 | 44 | 88 | 1.794 |
Materiële uitgaven | |||||
ICT | 510 | 510 | 21 | 0 | 531 |
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU) | 12.929 | 12.929 | 0 | 0 | 12.929 |
SSO DICTU | 14.271 | 21.276 | 1.876 | 2.003 | 25.155 |
Overige materiële uitgaven | 8.614 | 5.218 | 2.446 | ‒ 1.019 | 6.645 |
Ontvangsten | 2.786 | 2.913 | 0 | 0 | 2.913 |
Ontvangsten | |||||
Ontvangsten | 2.786 | 2.913 | 0 | 0 | 2.913 |
Toelichting
Personele uitgaven
Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 3,6 mln. Dit is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk wordt beïnvloed door de verdeling van € 11,0 mln. Gebiedsgericht Werken middelen, toevoeging van € 3,9 mln. voor de apparaatskosten van het Landbouw Attaché Netwerk thuisbasis en de doorbelasting van externe inhuur aan specifieke directies voor € 2,0 mln.
Materiele uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 5,3 mln. Dit is ten aanzien van DICTU het gevolg van een herschikking van budget en toevoegingen vanuit diverse nieuwe programma’s, zoals Datascience Werkomgeving. Betreffende overige materiele uitgaven is de toevoeging van € 3,1 mln. voor het kerndepartement uit de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en Wet Open Overheid (WOO) gelden de belangrijkste verandering.
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW) | Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 22.637 | 90.311 | ‒ 53.499 | ‒ 36.812 | 0 |
Uitgaven | 22.637 | 90.311 | ‒ 53.499 | ‒ 36.812 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 53.996 | ‒ 53.996 | 0 | 0 |
Loonbijstelling | 0 | 19.923 | ‒ 19.923 | 0 | 0 |
Nog te verdelen | 22.637 | 16.392 | 20.420 | ‒ 36.812 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Dit artikel is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 51 worden gedaan. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen die nog niet aan de beleidsartikelen zijn toegevoegd op dit artikel geplaatst.
Het verlagen van het budget van € 102,7 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting is het saldo van verschillende mutaties. Het saldo bestaat voornamelijk uit de toedeling van de loon- en prijsbijstelling naar andere artikelen op de LNV-begroting van het artikel Nog Onverdeeld in 2022 (€ 73,9 mln.). Daarnaast betreft het toedeling van middelen naar andere artikelen op de LNV begroting, het betreft middelen ten behoeve van het Omschakelprogramma (€ 12,4 mln.), en een afboeking van resterend stikstofbudget (€ 16,5 mln.).
(1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) Mutaties 2e suppletoire begroting | (4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 419.773 | 34.830 | ‒ 26.410 | 428.193 |
waarvan omzet moederdepartement | 198.125 | 17.477 | ‒ 10.534 | 205.068 |
waarvan omzet overige departementen | 111.024 | 7.828 | 0 | 118.852 |
waarvan omzet derden | 110.624 | 9.525 | ‒ 15.876 | 104.273 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 3 | 3 |
Bijzondere baten | 40.985 | 5.346 | 51 | 46.382 |
Totaal baten | 460.758 | 40.176 | ‒ 26.356 | 474.578 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 449.724 | 40.155 | ‒ 22.495 | 467.384 |
- Personele kosten | 265.572 | 33.346 | ‒ 17.428 | 281.490 |
waarvan eigen personeel | 231.758 | 29.514 | ‒ 14.826 | 246.446 |
waarvan inhuur externen | 20.627 | 4.869 | ‒ 211 | 25.285 |
waarvan overige personele kosten | 13.187 | ‒ 1.037 | ‒ 2.391 | 9.759 |
- Materiële kosten | 184.152 | 6.809 | ‒ 5.067 | 185.894 |
waarvan apparaat ICT | 2.150 | 0 | 50 | 2.200 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 57.999 | ‒ 1.504 | ‒ 2.185 | 54.310 |
waarvan overige materiële kosten | 124.003 | 8.313 | ‒ 2.932 | 129.384 |
Rentelasten | 20 | 80 | ‒ 50 | 50 |
Afschrijvingskosten | 10.514 | ‒ 59 | ‒ 3.229 | 7.226 |
- Materieel | 2.237 | ‒ 577 | 0 | 1.660 |
waarvan apparaat ICT | 250 | ‒ 50 | 0 | 200 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.987 | ‒ 527 | 0 | 1.460 |
- Immaterieel | 8.277 | 518 | ‒ 3.229 | 5.566 |
Overige lasten | 500 | 0 | 0 | 500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 0 | 500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 460.758 | 40.176 | ‒ 25.774 | 475.160 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | ‒ 582 | ‒ 582 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | ‒ 582 | ‒ 582 |
Toelichting op de baten
De totale omzet wordt € 26,4 mln. lager ingeschat dan bij de 1e suppletoire begroting. Deze daling doet zich vooral voor bij LNV (€ 10,5 mln.), maar ook bij derden (€ 15,9 mln.).
De daling bij LNV wordt met name veroorzaakt door een lager dan verwachte netto-instroom van personeel en een wat hoger ziekteverzuim. Als gevolg daarvan kunnen bepaalde werkzaamheden niet worden uitgevoerd.
Bij derden wordt de daling met name veroorzaakt door achterblijvende retributie-opbrengsten (circa € 10 mln.) Dit is met name het gevolg van overschatting van de marktontwikkelingen, o.a. als gevolg van uitstel Brexit maatregelen.
Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
De omzet moederdepartement bedraagt € 205 mln. en wordt voor het grootste deel, € 169 mln., gerealiseerd in de productgroep Handhaven. De tabel laat de verdeling van de omzet moederdepartement over de productgroepen zien. De categorie ‘overig’ betreft werkzaamheden die aan derden worden uitbesteed zoals bijvoorbeeld de activiteiten die Wageningen Food Safety Research voor de NVWA uitvoert in het kader van het WOT Voedselveiligheidsbeleid. Dit is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de Europese verplichtingen.
Productgroep | Slotwet 2021 | Vastgestelde begroting | Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
---|---|---|---|
2022 | |||
Handhaven | 157.192 | 164.725 | 169.272 |
Keuren certificering op afstand | 407 | 522 | 571 |
Keuren import | 2.638 | 1.573 | 671 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 22.592 | 20.393 | 17.349 |
Overig | 10.816 | 10.912 | 17.205 |
Totaal | 193.645 | 198.125 | 205.068 |
Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
De omzet Overige Departementen bedraagt € 119 mln. en wordt voor het grootste deel, € 91 mln., gerealiseerd in de productgroep Handhaven. De tabel laat de verdeling van de omzet overige departementen over de productgroepen zien. De categorie ‘overig’ betreft werkzaamheden die aan derden worden uitbesteed zoals bijvoorbeeld laboratorium onderzoek door Wageningen Food Safety Research of onderzoeken door het RIVM.
Productgroep | Slotwet 2021 | Vastgestelde begroting | Stand 2e suppletoire begroting 2022 |
2022 | |||
Handhaven | 86.137 | 86.876 | 91.279 |
Keuren certificering op afstand | 103 | 103 | 0 |
Keuren import | 914 | 837 | 1.146 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 897 | 1.197 | 1.603 |
Overig | 22.729 | 22.011 | 24.824 |
Totaal | 110.780 | 111.024 | 118.852 |
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De kosten van eigen personeel dalen met € 14,8 mln., door de tegenvallende instroom van personeel. Daar tegenover staat dat de kosten per fte stijgen als gevolg van de nieuwe CAO 2022.
De overige personele kosten dalen met € 2,4 mln. doordat er meer thuis wordt gewerkt (minder reisbewegingen, dus lagere kosten van vervoer).
Materiële kosten
De materiële kosten zijn € 5,1 mln. lager dan bij de 1e suppletoire begroting, Het verschil zit zowel bij de kosten voor het uitbesteed onderzoek als bij de kosten voor SSO’s. De kosten voor uitbesteed onderzoek zijn lager, doordat een deel van deze werkzaamheden niet meer in 2022 zal worden uitgevoerd, maar zal doorschuiven naar 2023. De lagere kosten voor SSO’s worden verklaard doordat als gevolg van de lagere instroom van personeel de kosten van werkplekservices door Dictu lager zijn dan bij de 1e suppletoire begroting.
Daarnaast valt een deel van het voor tegenvallers gereserveerde concernbudget vrij. Daar tegenover staat een stijging van de huisvestingskosten met € 0,6 mln. (vooral door hogere energieprijzen).
Afschrijvingskosten immaterieel
Deze kosten zijn € 3,2 mln. lager dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit betreft lagere afschrijvingskosten op het IV-actieplan. Een groot deel van de werkzaamheden op het gebied van het IV-actieplan wordt in een reguliere onderhouds- en ontwikkelcyclus uitgevoerd en wordt daarom niet meer geactiveerd. Dit leidt nu tot lagere afschrijvingen.
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) Mutaties 2e suppletoire begroting | (4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 28.079 | 26.925 | ‒ | 55.004 | |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 460.758 | 40.176 | -/- 26.356 | 474.578 | ||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | -/- 449.744 | -/- 40.235 | 22.545 | -/- 467.434 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 11.014 | -/- 59 | -/- 3.811 | 7.144 | |
Totaal investeringen (-/-) | -/- 8.750 | -/- 2.300 | ‒ | -/- 11.050 | ||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | -/- 8.750 | -/- 2.300 | ‒ | -/- 11.050 | |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ||
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | 1.597 | 1.597 | ||
Aflossingen op leningen (-/-) | -/- 8.319 | 963 | ‒ | -/- 7.356 | ||
Beroep op leenfaciliteit (+) | 8.750 | 2.300 | ‒ | 11.050 | ||
4. | Totaal financieringskasstroom | 431 | 3.263 | 1.597 | 5.291 | |
5. | Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3) | 30.774 | 27.829 | ‒ 2.214 | 56.389 |
Toelichting
De totale kasstroom is € 2,2 mln. lager dan bij 1e suppletoire begroting. Het verschil kan als volgt worden gespecificeerd:
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is € 3,8 mln. lager dan bij de 1e suppletoire begroting. De tegenvallende instroom zorgt voor een lagere marge (pxq opbrengst -/- personeelskosten). Daar tegenover staan de lagere materiële kosten, zoals hierboven beschreven.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom wijzigt niet ten opzichte van de 1e suppletoire begroting.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom is € 1,6 mln. hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit betreft stortingen in het eigen vermogen die wij aan het einde van dit jaar verwachten ter dekking van de kosten voor TII (€ 0,7 mln.) en WAU (€ 0,9 mln.).
Rekening courant
De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de 1e suppletoire begroting af met € 2,2 mln. tot € 56,4 mln.
2022 | 2022 | |
Vastgestelde begroting | Stand 2e suppletoire begroting | |
Gemiddelde kostprijs (€/uur) | 121,17 | 121,17 |
Tarieven | ||
Index 2012 = € 94,07 = 100 | 128,8 | 128,8 |
Omzet per productgroep ( in € mln.) | ||
Handhaven | 262,2 | 270,6 |
Keuren certificering op afstand | 10 | 11 |
Keuren import | 19,3 | 19,7 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 101 | 84,9 |
FTE | ||
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)* | 2.718 | 2.833 |
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur) | 2.095/623 | 2.184/649 |
Salariskosten per fte | 85.268 | 86.999 |
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten | 0% | -/- 0,12% |
Kwaliteit | ||
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen | 90% | 90% |
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen) | 95% | 95% |
Art. | Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | |||||
Verplichtingen | 34.986 | 38.680 | 0 | 33.781 | 72.461 | |
Uitgaven | 34.986 | 46.695 | 0 | 43.217 | 89.912 | |
01.01 | Bewaking van dierziekten (opdrachten) | |||||
Bewaking van dierziekten (opdrachten) | 20.466 | 20.807 | 0 | ‒ 16.076 | 4.731 | |
01.02 | Bestrijding van dierziekten (opdrachten) | |||||
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) | 9.762 | 22.724 | 0 | 3.217 | 25.941 | |
01.04 | Overig (opdrachten) | |||||
Overig (opdrachten) | 4.758 | 3.164 | 0 | ‒ 1.424 | 1.740 | |
01.07 | Bewaking van dierziekten (subsidies) | |||||
Bewaking van dierziekten (subsidies) | 0 | 0 | 0 | 16.076 | 16.076 | |
01.08 | Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen | |||||
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen | 0 | 0 | 0 | 40.000 | 40.000 | |
01.09 | Overig (subsidies) | |||||
Overig (subsidies) | 0 | 0 | 0 | 1.424 | 1.424 | |
Ontvangsten | 27.177 | 68.364 | 583 | 30.289 | 99.236 | |
01.10 | Ontvangsten LNV | |||||
Ontvangsten LNV | 11.171 | 11.171 | 583 | 33.600 | 45.354 | |
01.11 | Ontvangsten sector | |||||
Ontvangsten sector | 13.506 | 13.506 | 0 | 1.090 | 14.596 | |
01.12 | Ontvangsten EU | |||||
Ontvangsten EU | 2.500 | 2.500 | 0 | ‒ 1.129 | 1.371 | |
01.14 | Saldo van de afgesloten rekeningen | |||||
Saldo van de afgesloten rekeningen | 0 | 41.187 | 0 | ‒ 3.272 | 37.915 |
Toelichting op de uitgaven
Opdrachten
Bewaking dierziekten werd voorheen volledig aangemerkt als opdrachten en is op aangeven van ADR gesplitst in opdrachten en subsidies. In verband hiermee is € 16,0 mln. overgeheveld van opdrachten naar subsidies.
Bestrijding van dierziekten
Bestrijding van dierziekten werd voorheen volledig aangemerkt als opdrachten en is op aangeven van ADR gesplitst in opdrachten en schadevergoedingen. In verband hiermee is € 10,0 mln. overgeheveld van opdrachten naar (schade)vergoedingen.
Daarnaast zijn de uitgaven bestrijding in totaal met € 43,2 mln. verhoogd, waarvan € 38,5 mln. voor vogelgriep en € 4,5 mln. mycoplasma. De genoemde verhoging bestrijding ad € 43,2 mln. betreft voor € 30 mln. (schade)vergoedingen en voor € 13,2 mln. opdrachten.
De overige uitgaven werden voorheen volledig aangemerkt als opdrachten en zijn nu op aangeven van ADR gesplitst in opdrachten en subsidies. In verband hiermee is € 1,4 mln. overgeheveld van opdrachten naar subsidies.
Toelichting op de ontvangsten
De bestrijdingskosten van de vogelgriep overschrijden het plafondbedrag (€ 30,0 mln.) dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF). Daarom neemt de LNV-bijdrage aan het DGF toe.
De ontvangsten van de sector worden met € 1,1 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere ontvangst op eerder opgelegde heffingen dan was voorzien.
De verwachte ontvangsten EU zijn met € 1,1 mln. naar beneden bijgesteld op basis van de daadwerkelijke toewijzing. Een deel van de uitgaven is buiten begrotingsverband verantwoord waardoor de daar tegenoverstaande EU bijdrage ook buiten begrotingsverband terecht komt.
In 2020 is voor de ruimingskosten van nertsenhouderijen als gevolg van COVID-19 bij nertsen een bijdrage ontvangen vanuit generale middelen. De uiteindelijke ruimingskosten vallen € 3,3 mln. lager uit dan geraamd. Deze meevaller wordt ingezet ten behoeve van de problematiek in het DGF naar aanleiding van de vogelgriep.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36250-XIV-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.