36 243 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VONDELING

Ontvangen 9 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt «en het lidmaatschap» vervangen door «, van de gemeenteraad, van provinciale staten, van het algemeen bestuur van een waterschap en».

II

In artikel II, onderdeel A, onder 1, worden in het voorgestelde tweede lid, onder verlettering van de onderdelen a en b tot de onderdelen d en e, voor onderdeel d (nieuw) drie onderdelen ingevoegd, luidende:

  • a. lid van de raad van een gemeente;

  • b. lid van provinciale staten;

  • c. lid van het algemeen bestuur van een waterschap;

III

Na artikel VI worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIa

Aan artikel 13, eerste lid, van de Gemeentewet wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • p. rechterlijk ambtenaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

ARTIKEL VIb

Aan artikel 13, eerste lid, van de Provinciewet wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • l. rechterlijk ambtenaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

ARTIKEL VIc

Aan artikel 31, tweede lid, van de Waterschapswet wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel q door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • r. rechterlijk ambtenaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

IV

In artikel VII wordt voor «lid zijn van een kamer der Staten-Generaal» ingevoegd «lid zijn van de raad van een gemeente, lid zijn van provinciale staten, lid zijn van het algemeen bestuur van een waterschap,» en wordt «de kamer waarin zij zijn gekozen onderscheidenlijk van het Europees parlement» vervangen door «het vertegenwoordigend orgaan waarin zij zijn gekozen».

Toelichting

In het wetsvoorstel wordt een verbod geregeld op het gelijktijdig uitoefenen van het ambt van rechter en het lidmaatschap van de Eerste Kamer, Tweede Kamer of het Europees parlement om de onafhankelijkheid van de rechter de waarborgen.

Indiener meent dat iedere schijn van partijdigheid en belangenverstrengeling bij de rechter dient te worden voorkomen. Dit geldt volgens de indiener niet alleen voor een combinatie van het rechterschap en het lidmaatschap van de Tweede en Eerste Kamer, maar ook voor dat van provinciale staten, gemeenteraden en waterschappen.

Ook de functiecombinatie van het rechterschap met het lidmaatschap van de provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen kan vragen oproepen die verband houden met de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Zo zijn provinciale staten, gemeenteraden en waterschappen regelmatig betrokken bij gerechtelijke procedures.

Daarom regelt dit amendement ook een verbod op het gelijktijdig uitoefenen van het ambt van de rechter en het lidmaatschap van de provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen.

Vondeling

Naar boven