36 243 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN

Ontvangen 3 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 44c als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de rechterlijke ambtenaar» ingevoegd «of zijn partner als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001», wordt «zijn ambt» vervangen door «het ambt», wordt «zijn onpartijdigheid» vervangen door «de onpartijdigheid» en wordt na «en onafhankelijkheid» ingevoegd «van de rechterlijk ambtenaar».

2. In het derde lid wordt na «zijn financiële belangen» ingevoegd «of die van zijn partner,».

Toelichting

Dit amendement breidt de regeling om financiële belangenverstrengeling te voorkomen bij rechterlijke ambtenaren uit met de fiscale partners van die rechterlijke ambtenaren.

De indiener is van mening dat het risico op financiële belangenverstrengeling niet alleen rust op de financiële belangen van de rechterlijke ambtenaren, maar ook op die van fiscale partners van rechterlijk ambtenaren, zoals gehuwde partners. Een rechter zou bijvoorbeeld niet bij een zaak betrokken mogen zijn waar diens partner financiële belangen bij heeft omdat dit ook ten gunste van de rechter zou kunnen komen. Deze gegevens zouden bekend moeten zijn bij de rechterlijke organisatie. Dit amendement beoogt deze leemte in de wetgeving te adresseren door de belangen van fiscale partners bij die van de rechterlijke ambtenaren te betrekken. Deze informatie is enkel beschikbaar binnen de organisatie zelf. Het is hierbij expliciet niet de bedoeling dat dit openbaar beschikbare informatie moet worden.

Van Nispen

Naar boven