De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 4.1 wordt «33%» vervangen door «49,5%».
Toelichting
De tijdelijke solidariteitsbijdrage heft overwinsten behaald als gevolg van onvoorziene
geopolitieke omstandigheden. Deze overwinsten zijn in die zin «onverdiend» dat de
bijdrageplichtigen met hun ondernemerschap geen invloed hebben gehad op deze omstandigheden
en de bijbehorende overwinsten.
De fiscaliteit is een weerspiegeling van wat wij belangrijk vinden. Vanuit dat oogpunt
zou «onverdiend» inkomen ten minste even zwaar belast moeten worden als «verdiend»
inkomen, maar in ieder geval niet lager. Indieners stellen daarom voor om de solidariteitsbijdrage
te verhogen naar 49,5% in plaats van 33% van de overwinst, zodat deze niet lager is
dan het toptarief in de inkomstenbelasting. Voor dat stukje inkomen is immers in de
regel wel een meer evenredige tegenprestatie geleverd. Deze verhoging sluit aan bij
de ruimte die de Europese verordening laat.1
De regering stelt dat bijdrageplichtigen reeds onderworpen zijn aan een serie van
heffingen en afdrachten waardoor de Staat reeds zo’n 70% van de winsten uit olie-
en gaswinning ontvangt.
Indieners zijn van mening dat dit bestaande effectieve ontvangstpercentage toeziet
op regulier, «verdiend» inkomen, en naast heffingen deels ook op dividenden, en daarom
los moet staan van de vraag hoe «onverdiend» inkomen belast zou moeten worden. Pas
als deze typen bijdragen gescheiden worden, wordt immers een situatie bereikt waarin
zowel ten aanzien van verdiend inkomen, dividenden, als onverdiend inkomen een proportionele
bijdrage plaatsvindt. Omdat indieners van mening zijn dat «onverdiend» inkomen niet
lager belast zou mogen worden dan «verdiend» inkomen, rechtvaardigt dit een marginaal
tarief van in ieder geval 49,5%.
Door deze verhoging is de verwachte opbrengst van de solidariteitsbijdrage ongeveer
€ 4,9 miljard in plaats van € 3,2 miljard.
Van der Lee Nijboer