Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36228 nr. C |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36228 nr. C |
Vastgesteld 29 oktober 2024
Het voorliggende wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de fracties van de BBB, de PVV, de ChristenUnie, JA21 en de SGP hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel, maar hebben daar nog enkele vragen over.
De leden van de fractie van D66 merken op dat zij van mening zijn dat bij het verbieden van een contante betaling boven 3.000 euro op goederen, een goede balans is gevonden tussen het belang van contant geld en het belang van het bestrijden van witwassen. Deze leden hebben echter nog wel vragen over dit wetsvoorstel en over de wet waaraan deze wijziging wordt gedaan (Wet ter voorkoming witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)).
De leden van de CDA-fractie sluiten zich graag aan bij de vragen van de fracties van D66 en van de ChristenUnie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Deze leden vragen of de titel van de wet met daarin «plan van aanpak» klopt. Het zou toch geen plan van aanpak moeten zijn, het zouden toch effectieve maatregelen moeten zijn? Is er geen betere naam voor deze wet?
Is de regering het met de leden van de BBB-fractie eens dat het hanteren van een maximum van 3.000 euro een Nederlandse «kop» is op EU-beleid? Deze leden merken op dat het kabinet in het regeerprogramma heeft opgenomen geen nieuwe «koppen» meer te introduceren en waar dat wel is gedaan, deze waar mogelijk terug te draaien.2 Hoe past deze maatregel in dat voornemen?
Welke weglekeffecten verwacht de regering als gevolg van het instellen van deze wet (weglek naar andere waarde dragers die gebruikt kunnen worden om waarde over te dragen, zoals juwelen, auto’s, crypto)? Zijn er maatregelen om deze weglekeffecten het hoofd te bieden en wat verwacht de regering van de effectiviteit van deze maatregelen?
Welke kwantitatieve onderbouwing heeft de regering om de grens van 3.000 euro als een «noodzakelijke» grens te nemen? Is de wet minder of meer doelmatig of uitvoerbaar wanneer de grens 5.000 euro of 10.000 euro zou zijn? Deze leden hebben dezelfde vraag, echter dan met betrekking tot de hiervoor in te schakelen derden. Aan banken worden sowieso al diverse eisen op dit vlak gesteld. Gelden dan dezelfde eisen voor deze derden?
Hoe verhoudt de grens van 3.000 euro zich tot internationale handelsstromen die vanwege de aard of de oorsprong een «contant» regime hebben (bijvoorbeeld transacties met Duitsland en andere buurlanden, maar ook bijvoorbeeld West-Afrika)?
De leden van de BBB-fractie ontvangen graag een nadere uitleg van de link met het Nederlandse Herstel- en Veerkracht Plan. Is dit wel rechtstatelijk of democratisch?
Het invoeren van een drempel voor contanten maakt een goede toegankelijkheid van de financiële dienstverlening van banken extra belangrijk. De afgelopen jaren is die toegankelijkheid onder druk komen te staan. Het openen van een bankrekening door een burger of bedrijf wordt steeds moeilijker en de doorlooptijd wordt steeds langer. Heeft de regering een flankerend beleid naar banken die hen verplicht om burgers en bedrijven binnen een adequate termijn te voorzien van een bankrekening? Wat kan in dit kader van de toezichthouder verwacht worden?
Vragen van de leden van de D66-fractie
Andere Europese landen zoals Frankrijk, Duitsland, Italië, België en Zwitserland hebben vergelijkbare wetgeving die contante betalingen (op goederen) boven verschillende limieten verbiedt. Deze wetgeving werd in Frankrijk voor het eerst geïntroduceerd in 2015. De leden van de D66-fractie vragen wat het effect is geweest in deze landen van een limiet op contante betalingen op witwassen en de financiering van criminaliteit en terrorisme? Door welke instanties wordt deze wet gehandhaafd in deze landen? Is deze handhaving effectief in het voorkomen van contante betalingen boven de vastgestelde limiet in deze landen?
Het Financieel Dagblad meldde afgelopen juli dat criminelen op grote schaal geld konden witwassen door huizen te kopen via hypotheekfraude.3 Dit laat zien dat nu het nog mogelijk is voor criminelen om geld te witwassen. Waarom kon de huidige Wwft deze vorm van fraude niet voorkomen? Welke plannen heeft de regering om deze vorm van witwassen uit te bannen?
Veel banken, waaronder de Volksbank,4 ING5 en ABN AMRO,6 hebben van toezichthouders boetes en waarschuwingen gekregen vanwege het gebrekkig uitvoeren van de Wwft. Ondanks de inzet van meer dan 10.000 fte blijken poortwachters als banken dus niet in staat of niet bereid de Wwft naar behoren uit te voeren. Kan de regering reflecteren op de oorzaken van de haperende uitvoering van de Wwft? Welke plannen heeft de regering om ervoor te zorgen dat banken zich beter aan de Wwft gaan houden?
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is het amendement-Van Dijk en Flach7 aangenomen, dat een acceptatieplicht van contant geld voor kleine betalingen (onder de 100 euro) instelt voor elke publiek toegankelijke locatie of organisatie die producten of diensten aanbiedt aan particulieren. De regering krijgt wel de mogelijkheid om per AMvB uitzonderingen op deze acceptatieplicht in te stellen. Is de regering voornemens uitzonderingen in te stellen, en zo ja, welke uitzonderingen? Hoe is de regering van plan de acceptatieplicht van contant geld te handhaven? Wat zullen de consequenties zijn voor bedrijven en organisaties die alsnog besluiten contant geld niet te accepteren? VNO-NCW stelt dat nog 20 procent van de aankopen met contant geld worden gedaan, maar voor 45 procent van de betalingskosten zorgen.8 Hoeveel zal een verplichting van de acceptatie van contant geld kosten voor bedrijven en specifiek het MKB? Hoe verschilt dit amendement met het voorstel van de Europese Commissie9 en met de Wet chartaal betalingsverkeer,10 die op dit moment bij de Raad van State ligt?
Vragen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie lezen in de nota van wijziging:
«Artikel 1f
Het is verboden voor instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdelen i, k en p, in of vanuit Nederland betaling van goederen in contanten voor een bedrag van € 3.000 of meer, of de tegenwaarde daarvan in buitenlandse munteenheid, te verrichten of te accepteren, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband lijkt te bestaan.»
Deze leden hebben ernstige twijfels bij het lage bedrag van 3.000 euro en vragen zich af hoe zich dat verhoudt met het nog steeds grote aantal contante betalingen in bijvoorbeeld grensland Duitsland, een van onze belangrijkste handelspartners. In het bijzonder stellen deze leden ook de vraag of de schadelijkheid van dit verbod op de handel en het ongemak dat het verbod heeft op de handel met deze handelspartner onderzocht is.
De leden van de PVV-fractie hebben voorts kennisgenomen van de toelichting in de nota van wijziging waarin onder meer de uiterst curieuze opmerking staat: «Voortzetting van de maatregel ter introductie van een verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro is wenselijk vanwege de naderende deadline van het Herstel en Veerkrachtplan (HVP). De introductie van een verbod op contante betalingen vanaf 3.000 euro is als mijlpaal opgenomen in het Nederlandse HVP en het Raadsuitvoeringsbesluit.» Deze leden hebben begrepen dat de invoering van de 3.000 euro grens hier – volgens de toelichting van de Minister in de Tweede Kamer – geen enkele rol hoeft te spelen. Deze leden ontvangen graag een toelichting hoe dit zit.
De leden van de PVV-fractie vragen zich af hoeveel extra geld de nu reeds miljarden verslindende know your customer-functie van banken en financiële instellingen nodig zullen hebben voor de hierdoor te ontstane extra belasting.
Vragen van de leden van de fractie van de ChristenUnie
De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat de grens van 3.000 euro in onderhavig wetsvoorstel enkel geldt voor contante betalingen bij goederen en niet bij diensten. Hoe wilt de regering voorkomen dat criminelen via juridische constructies hun clandestiene transacties verschuiven van goederen naar diensten om zo het nieuwe maximum te omzeilen?
In de recent aangenomen EU-verordening ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering wordt vanaf 2027 een maximumbedrag voor contante betalingen bij diensten verplicht gesteld.11 Betekent dit dat er op termijn ook bij diensten een maximum komt en wordt dit gelijkgetrokken met de 3.000 euro die voor contante betalingen bij goederen gaat gelden? Waarom, zo vragen deze leden, wordt hier in dit wetsvoorstel nog niet in voorzien?
Is er een impactanalyse gemaakt over wat het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen betekent voor met name de onderkant van het MKB? Zo ja, wat zijn daarvan de bevindingen?
Vragen van de leden van de JA21-fractie
In 2027 komt er een EU-brede limiet op contante betalingen vanaf 10.000 euro voor transacties met en tussen handelaren en dienstverleners. Toch kiest de regering voor een limiet van3.000 euro. Daarmee zit de regering flink onder de grens die vanuit de Europese Unie wordt opgelegd. Traditiegetrouw kiezen Nederlandse regeringen ervoor om Europese wet- en regelgeving te verzwaren met een zogenaamde «kop erop». De leden van de JA21-fractie zijn in de veronderstelling dat de huidige coalitie juist wilde breken met deze werkwijze. Waarom kiest ook deze regering ervoor om strenger beleid te voeren dan Brussel vereist?
Is de regering het met deze leden eens dat nationaal afwijkend beleid een ongelijk speelveld creëert en nadelig is voor Nederlandse ondernemers? Indien u het niet eens bent met deze leden, kunt u beargumenteren waarom er geen ongelijk speelveld ontstaat?
Vragen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie merken op dat met de inwerkingtreding van het Anti Money Laundering-pakket in andere Europese landen een hogere limiet aan contant geld zal gelden. Dit kan een waterbedeffect veroorzaken. Kan de regering toelichten waarom een limiet van 3.000 euro beter een waterbedeffect zal voorkomen dan een limiet van 10.000 euro?
Het direct beperken van contante betalingen tot 3.000 euro is ingrijpend, menen deze leden. Zij hebben daarover de volgende vragen. Hoe verhoudt deze ingrijpende stap zich tot het proportionaliteitsbeginsel? Kan het doel niet met een minder ingrijpende limiet worden behaald? Hoe verhoudt een nationale acceptatieplicht zich tot de Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake eurobankbiljetten en – munten als wettig betaalmiddel,12 die op dit moment binnen de Europese Unie wordt behandeld?
Deze leden constateren dat het verbod op contant geld na vijf jaar wordt geëvalueerd. Kan de regering toelichten waarom ervoor is gekozen om niet eerst een limiet van 10.000 euro te hanteren en naar aanleiding van de evaluatie over vijf jaar te beoordelen of een limiet van 3.000 euro wenselijk is? In de beantwoording van de vragen van de leden van de SGP van de Tweede Kamer geeft de regering aan dat bij de evaluatie na vijf naar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel, ook zal worden gekeken naar de gekozen grens. Kan het zo zijn dat uit die evaluatie blijkt dat de grens naar boven moet worden bijgesteld? Deze leden ontvangen graag een reactie.
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota naar aanleiding van het verslag graag uiterlijk binnen vier weken.
Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man
Samenstelling:
Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Geerdink (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Regeerprogramma, uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet, 13 september 2024, p. 8.
https://www.fiod.nl/ing-betaalt-775-miljoen-vanwege-ernstige-nalatigheden-bij-voorkomen-witwassen/
Artikel 80 van de Verordening (EU) 2024/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2024 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering Verordening – EU – 2024/1624 – EN – EUR-Lex.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36228-C.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.