36 221 Instellen van een extern onderzoek naar aanleiding van twee anonieme brieven

Nr. 11 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Den Haag, 20 oktober 2023

Aan de Leden,

Zoals op 6 oktober 2023 aan de commissie voor de Werkwijze is toegezegd, berichten het Presidium en de waarnemend Griffier u nader over de stand van zaken van het feitenonderzoek en de juridische procedures die daarmee verband houden.

Afgerond onderzoek; oplevering rapport

Vandaag hebben de extern gedelegeerd opdrachtgevers het Presidium en de Griffier bericht dat het feitenonderzoek is afgerond en dat het rapport en de bijbehorende samenvatting na een zorgvuldig proces gereed zijn. De brief van de gedelegeerd opdrachtgevers is als bijlage bij deze brief gevoegd.

De aanbieding van het rapport en de bijbehorende samenvatting aan de formeel opdrachtgevers, zijnde het Presidium en de Griffier, is voorzien op 31 oktober 2023. Zoals in de brief van 14 november 2022 (Kamerstuk 36 221, nr. 5) is toegelicht, zullen het Presidium en de Griffier de samenvatting dezelfde dag integraal aan de Tweede Kamer toesturen en daarmee tot openbaarmaking van de samenvatting overgaan.

Juridische procedures

In de brief van 28 augustus 2023 (Kamerstuk 36 221, nr. 10) hebben het Presidium en de Griffier laten weten dat de oud-Voorzitter juridische procedures is gestart tegen de Tweede Kamer. Het gaat om een civiele bodemprocedure en een verzoekschriftprocedure (artikel 35 UAVG).

De verzoekschriftprocedure gaat, kort gezegd, over omgang met persoonsgegevens en de AVG. Deze procedure bevindt zich nog in een beginstadium. Zo moet door de rechtbank nog een datum voor het indienen van het verweerschrift worden bepaald.

In de civiele bodemprocedure hebben (de advocaten van) de oud-Voorzitter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat het feitenonderzoek wordt stilgelegd en de samenvatting van het rapport niet wordt gepubliceerd totdat in de bodemzaak is beslist. De rechtbank behandelt nu dit verzoek. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe de behandeling daarvan verder zal verlopen. Vooralsnog heeft de rechtbank vonnis bepaald op 15 november 2023, maar het is niet zeker of die datum ook daadwerkelijk zal worden gehaald. Dit is alleen al zo vanwege het recht op een mondelinge behandeling, waarvan gedaagden in een kwestie als deze ook gebruik zullen maken.

Reeds vanwege deze onzekerheid of op 15 november 2023 daadwerkelijk vonnis zal worden gewezen, achten het Presidium en de Griffier aanhouding van de publicatie van de samenvatting na oplevering van het rapport op 31 oktober 2023 door de gedelegeerd opdrachtgevers niet gerechtvaardigd. De (advocaten van de) oud-Voorzitter zijn er al in een vroeg stadium en bij herhaling op gewezen dat een kort geding de aangewezen procedure is om op korte termijn en tijdig een rechterlijk oordeel te verkrijgen in de situatie als onderhavige waarin op korte termijn tot afronding van het feitenonderzoek en publicatie van de samenvatting zal worden overgegaan. Ook de rechtbank heeft dit eind september 2023 al aan (de advocaten van) de oud-Voorzitter bericht. Er is door (de advocaten van) de oud-Voorzitter niet voor een kort geding gekozen.

Afronding

Het Presidium en de Griffier achten het in het belang van alle betrokkenen, waaronder in het bijzonder de (oud-)ambtenaren van de Tweede Kamer, dat het feitenonderzoek tot een afronding komt en het rapport met bevindingen wordt opgeleverd, zodat daaruit zo nodig lessen kunnen worden getrokken en nazorg kan worden verleend. Mede tegen de achtergrond van de over deze kwestie ontstane onrust, achten het Presidium en de Griffier voortvarende publicatie van de samenvatting ook van belang.

Een uitkomst van het onderzoek kan ook zijn dat de meldingen onjuist zijn of ten onrechte zijn betrokken op de oud-Voorzitter. Ook een dergelijke vaststelling is zeer van belang en rechtvaardigt een voortvarende oplevering van het rapport en de publicatie van de samenvatting.

Namens het Presidium,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp

De waarnemend Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, G.J.A. Hamilton

Naar boven