1. Inleiding
De leden van de VVD fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Uitvoeringswet
huurprijzen woonruimte (Wijziging maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten).
Zij hebben daarover nog de volgende vragen.
2. Onbedoelde neveneffecten
Omdat de voorgestelde maximering, zoals de Raad van State aangeeft, een beperking
van het eigendomsrecht veroorzaakt, zouden de leden van de VVD-fractie graag de regering een verdiepende vraag willen voorleggen met betrekking
tot mogelijk onbedoelde neveneffecten van de voorgestelde maximering.
Blijft het ook na de voorgestelde maximering mogelijk voor een verhuurder om een zodanig
redelijk verhuurrendement te realiseren dat het mogelijk is om het verhuurde pand
op afdoende wijze te verduurzamen en het reguliere onderhoud uit te laten voeren?
De kosten van verduurzaming en onderhoud zijn immers door de inflatie sterk gestegen
en worden na de voorgestelde maximering zeer beperkt gecompenseerd uit de verhoogde
huuropbrengst.
Zo nee, bestaat dan de kans dat een grote groep particuliere verhuurders na het ingaan
van deze maximering op grote schaal verhuurde panden gaat verkopen omdat verhuur aangezien
het gewijzigde rendement niet meer aantrekkelijk is, waarna het aanbod van huurwoningen
in de vrije sector structureel zal dalen, hetgeen onwenselijk is gezien de huidige
noden op de woningmarkt?
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene
Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding
van het verslag en ontvangt deze graag uiterlijk vrijdag 16 december 2022, 17.00 uur,
in verband met de door de regering gewenste spoedige behandeling.
De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat
/ Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich
De griffier van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat
/ Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman