36 206 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag voor de invoering van een minimum CO2-prijs voor de industrie (Wet minimum CO2-prijs industrie)

C VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 1 december 2022

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de volgende nadere vragen.2

1. Inleiding

De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties bedanken de regering voor de beantwoording van hun vragen. Zij hebben naar aanleiding van de beantwoording nog enkele vervolgvragen.

2. Vragen van de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA

In de beantwoording bevestigt de regering dat de gekozen hoogte voor de minimum CO2-prijs uit het onderhavige voorstel te laag is om, in ieder geval op korte termijn, belangrijk te worden bij de investeringsbeslissingen van bedrijven.3 Uiteindelijk is emissiereductie in de industrie natuurlijk wel een proces van de lange termijn vanwege de lange investeringscycli. Onderstreept dat niet juist dat de regering beter meteen een duidelijk, hoger, tarief had moeten kiezen? Waarom is daar niet voor gekozen? Zijn er niet al voldoende tariefstudies gedaan om direct tot een hoger voorstel te komen, zoals de tariefstudie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van juni 2022?4

De regering geeft voorts in de beantwoording aan dat het onderhavige voorstel onderdeel uitmaakt van een geheel aan maatregelen voor emissiereductie van de industrie. Is er doorgerekend wat het gecombineerde effect is van de maatregelen van deze beleidsmix? Hoe draagt het onderhavige voorstel concreet bij aan de emissiereductie van de Nederlandse industrie?

Het geheel schrappen van de dispensatierechten ziet de regering als een onverstandige oplossing, omdat er dan een vlakke CO2-heffing ontstaat die mogelijk een prikkel vormt voor de industrie om zich te verplaatsen naar andere landen. Is er onderzoek gedaan naar in hoeverre die zorg klopt? Zou het invoeren van een EU-brede minimum-CO2-prijs kunnen helpen om het verplaatsen van uitstoot te verminderen? Wat is het standpunt van de regering daarover en hoe haalbaar acht zij een dergelijk plan? Zet de regering zich hiervoor op Europees niveau in?

Hoe kijkt de regering naar het versneld afbouwen van dispensatierechten? Is dat overwogen als alternatieve prikkel die leidt tot minder extra complexiteit en uitvoeringslasten?

Aangegeven is dat de evaluatie van de minimum CO2-prijs voor de industrie mee zal lopen met die voor elektriciteitsopwekking. Is het de intentie van de regering om ook na de evaluatie deze twee minimumprijzen gekoppeld te houden, of staat zij er voor open om twee aparte tariefstellingen te hanteren? Is deze vraag onderdeel van de evaluatie?

De leden van de commissie zien de beantwoording van voorgaande vragen met belangstelling tegemoet. Zij verzoeken de regering de nota naar aanleiding van het verslag uiterlijk vrijdag 2 december 2022 aan de Eerste Kamer toe te zenden. Onder voorbehoud van tijdige beantwoording achten zij het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 12 en 13 december 2022.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man


X Noot
1

Samenstelling:

Essers (CDA) (voorzitter), Prast (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Vos (VVD), Van Ballekom (VVD), Berkhout (Fractie-Nanninga), Crone (PvdA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Geerdink (VVD), Karimi (GL) (ondervoorzitter), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Boer (GL), Van der Voort (D66), Raven (OSF) en Fiers (PvdA).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 36 206, B.

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 36 206, B, p. 2.

X Noot
4

Robert Koelemeijer, Marit van Hout en Bert Daniëls, Analyse tarief CO2-heffing industrie, tariefstudie 2022, juni 2022, https://www.pbl.nl/publicaties/analyse-tarief-co2-heffing-industrie.

Naar boven