36 205 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens

C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 23 augustus 2023

Hierbij doe ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (36 205) toekomen. Voorts wijs ik u er op dat een deel van de verordening in werking treedt vanaf 1 oktober 2023. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dient zo mogelijk voor die datum te zijn afgerond.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Nota naar aanleiding van het verslag

1. ALGEMEEN

1. Inleiding

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van JA21.

2. Algemeen beleid EU

De leden van de fractie van JA21 vragen of de regering kan aangeven hoe voorkomen kan worden dat in het algemeen de huidige en toekomstige Europese regelgeving het Europese bedrijfsleven op achterstand zetten ten opzichte van de wereldmarkt, bijvoorbeeld door toename van verantwoordingsdruk. Daarnaast verzoeken deze leden de regering in dit kader om in kaart te brengen welk huidig en toekomstig beleid van de Europese Commissie de Nederlandse concurrentiekracht (potentieel) ondermijnt. Als laatste vragen deze leden of de regering dientengevolge kenbaar kan maken welke sectoren zij in Brussel onder de aandacht wil brengen voor compensatiewetgeving, net zoals bij dit voorstel.

De invloed van Europees beleid op het bedrijfsleven wordt uitgebreid in beeld gebracht en meegewogen in de besluitvorming. De Europese Commissie voert voorafgaand aan de publicatie van wetgevingsvoorstellen onderzoeken uit naar de gevolgen van dergelijke voorstellen op onder andere het bedrijfsleven. Daarnaast voert de Europese Commissie gesprekken met betrokken partijen in zogenoemde public consultations. Deze gegevens worden verzameld in een impact assessment die samen met het Commissievoorstel verschijnt en die het kabinet in BNC-fiches beoordeelt. De impact van Europese wet- en regelgeving op het bedrijfsleven is daarmee onderdeel van het besluitvormingsproces.

Voor de beoordeling van onder andere huidig Europees beleid op de Nederlandse concurrentiekracht wordt periodiek een speelveldtoets uitgevoerd. Dit jaar is dit onderzoek opnieuw uitgevoerd. De Kamer heeft dit onderzoek 14 juli ontvangen als bijlage bij de stand van zaken Nationaal Programma Verduurzaming Industrie. Ook in 2024 en 2025 zal er een speelveldtoets worden uitgevoerd.

Tot slot merk ik op dat de CBAM geen compensatiewetgeving is. De CBAM is primair een klimaatmaatregel. Het doel van de CBAM is om het risico op koolstoflekkage als gevolg van de verhoogde klimaatambitie van de Unie tegen te gaan. De CBAM heeft tevens als doel om bij te dragen aan de vergroening van landen en bedrijven buiten de EU.

De leden van de fractie van JA21 vragen voorts hoe de regering denkt over de mentaliteit van de Europese Unie die zich achter zijn eigen tariefmuren verstopt op een wereldmarkt.

De CBAM is primair een klimaatmaatregel met als doel het voorkomen van koolstoflekkage, en het is een positieve stap dat de CO2-uitstoot vrijgekomen bij productie van verhandelde goederen beprijsd wordt. Het kabinet verwelkomt daarom de CBAM. De CBAM is geen handelsinstrument. De CBAM borgt juist een gelijk speelveld op de EU markt, omdat dezelfde koolstofkosten gaan gelden voor geïmporteerde en binnen de EU geproduceerde producten.

3. Uitvoering

Ten slotte vragen de leden van de fractie van JA21 of de regering kan aangeven hoe zij gaat voorkomen dat andere taken van de Douane zullen lijden onder de extra (ICT-)werkdruk ten gevolge van de controle op import van de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) goederen, mede in het licht van de krapte op de arbeidsmarkt.

Dit wetsvoorstel ziet op de overgangsperiode van de CBAM (1 oktober 2023 – 31 december 2025). De Douane heeft tijdens deze overgangsperiode de taak om importeurs van CBAM-goederen te informeren over de rapportageverplichting die zij hebben als zij CBAM-goederen invoeren in de EU. Daarnaast worden in deze overgangsperiode data over de import van CBAM-goederen gedeeld met de Europese Commissie door de Douane. De Douane verwacht, ook na het uitkomen van de uitvoeringshandelingen voor de overgangsperiode, dat de verordening gedurende deze overgangsperiode uitvoerbaar is. Hierdoor verwacht het demissionaire kabinet niet dat tijdens de overgangsperiode andere (ICT-)taken van de Douane zullen lijden onder de uitvoering van de CBAM-verordening. Na de overgangsperiode zal de Douane de controle op import van de CBAM-goederen uitvoeren. Hierbij geldt dat de Douane in haar uitvoeringstoets heeft aangegeven dat de beoogde douanetaken uitvoerbaar zijn, mits de in de uitvoeringstoets gedane aannames juist blijken. Een andere voorwaarde is dat de extra benodigde capaciteit tijdig kan worden geworven. De Douane is nog in afwachting van de uitvoeringshandeling(en) voor de controle op import van CBAM-goederen (na de overgangsperiode), om de aannames uit haar uitvoeringstoets te toetsen. Indien de aannames anders blijken of de capaciteit niet wordt uitgebreid, zal er opnieuw een uitvoeringstoets worden uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

Naar boven