Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «tot het privévermogen van de belastingplichtige behorende of
door hem in privé gehuurde bezittingen» vervangen door «tot het privévermogen van
de belastingplichtige behorende of door hem in privé gehuurde bezitting».
2. In subonderdeel 1° wordt «de bezittingen» vervangen door «die bezitting» en wordt
«behoren» vervangen door «behoort». Voorts wordt «het voordeel uit sparen en beleggen
dat ter zake van deze bezittingen in aanmerking wordt genomen, zonder daarbij rekening
te houden met het heffingvrije vermogen bedoeld in artikel 5.5, dat» vervangen door
«het product van het op die bezitting van toepassing zijnde percentage, bedoeld in
artikel 5.2, tweede lid, tweede zin, en de waarde van die bezitting, mits dat product
positief is en voor zover dat product».
b. Na onderdeel B wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 4.14, eerste lid, wordt «doch niet verder dan tot nihil» vervangen door
«met dien verstande dat het forfaitaire voordeel ten minste op nihil wordt gesteld».
c. Het in onderdeel C, onder 2, voorgestelde derde lid wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «banktegoed»» vervangen door «banktegoeden»».
2. In onderdeel a wordt «een deposito»» vervangen door «deposito’s»».
d. In onderdeel F, onder 3, wordt «artikel 5.2, tweede lid, tweede zin,» vervangen
door «artikel 5.2, tweede lid, tweede zin».
Toelichting
Algemeen
Met deze nota van wijziging wordt geregeld dat het bij enkele specifieke regelingen
in aanmerking te nemen bedrag niet negatief kan worden. Voorts worden enkele redactionele
verbeteringen aangebracht.
Uitvoeringsgevolgen
De wijzigingen in deze nota van wijziging zijn beoordeeld met de uitvoeringstoets.
De dienaangaande eerder opgestelde uitvoeringstoets1 is onverkort van kracht.
Onderdeelsgewijs
Artikel I, onderdeel B (artikel 3.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
Met de in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van artikel I, onderdeel B,
worden enkele redactionele aanpassingen aangebracht. Daarnaast wordt, in lijn met
het voorgestelde artikel 5.2, tweede lid, derde zin, Wet IB 2001, geregeld dat bij
de toepassing van artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 de bij de winst
uit onderneming als kosten in aftrek komende gebruiksvergoeding voor tot het privévermogen
behorende bezittingen niet negatief kan worden, zodat dit niet tot een bijtelling
bij de winst kan leiden.
Artikel I, onderdeel Ba (artikel 4.14 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
Met het ingevolge deze nota van wijziging in artikel I in te voegen onderdeel Ba wordt,
in lijn met het voorgestelde artikel 5.2, tweede lid, derde zin, Wet IB 2001, geregeld
dat het rendement dat in aanmerking wordt genomen bij de vaststelling van het forfaitaire
voordeel uit vrijgestelde beleggingsinstellingen en uit buitenlandse beleggingsinstellingen
niet negatief kan worden.
Artikel I, onderdeel C (artikel 5.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
Met de in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van artikel I, onderdeel C,
worden enkele tekstuele verbeteringen aangebracht, waarmee wordt bereikt dat de formulering
in het wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 en het onderhavige wetsvoorstel geheel
op elkaar aansluiten.
Artikel I, onderdeel, F (artikel 10.6ter van de Wet inkomstenbelasting 2001)
Met de in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van artikel I, onderdeel F,
wordt een redactionele verbetering aangebracht in de wijzigingsopdracht met betrekking
tot artikel 10.6ter, tweede lid, Wet IB 2001.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij