36 203 Wijziging van het voordeel uit sparen en beleggen als bedoeld in artikel 5.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 over de kalenderjaren 2017 tot met 2022 door het lager vaststellen van het voordeel in gevallen waarin dat nodig is om het voordeel in overeenstemming te brengen met de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (Wet rechtsherstel box 3)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 oktober 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt «periode van twaalf maanden» vervangen door «periode van elf maanden» en wordt «waarbij het percentage over de maand november dubbel wordt geteld» vervangen door «onder dubbeltelling van het percentage over de maand november».

2

In artikel 6, tweede lid, onderdeel b, wordt «sparen beleggen» vervangen door «sparen en beleggen».

3

In artikel 7 wordt «1 juli 2022» vervangen door «1 januari 2017».

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat enkele tekstuele verbeteringen, waarmee wordt bereikt dat de formulering in het wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 en het onderhavige wetsvoorstel bij alle in dat kader relevante teksten geheel op elkaar aansluit. Daarnaast wordt met deze nota van wijziging vastgelegd dat, nadat het wetsvoorstel tot wet is verheven, die wet terugwerkt tot en met 1 januari 2017 in plaats van 1 juli 2022, in verband met de omstandigheid dat het wetsvoorstel ziet op het opnieuw vaststellen van de materiële belastingschuld over de belastingjaren vanaf 2017.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij

Naar boven