De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel XXII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXIIA
De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 72, eerste lid, onderdeel b, vervalt.
B
In artikel 81a wordt «37c, eerste lid, en 84a» vervangen door «en 37c, eerste lid,».
II
Na artikel XLIXA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLIXB
In de Provinciewet vervalt in artikel 222, derde lid, onder vervanging van de puntkomma
aan het slot van onderdeel e door een punt, onderdeel f.
Toelichting
Het huidige belastingstelsel heeft vele fiscale regelingen die ondoelmatig en/of ondoeltreffend
zijn. Deze aftrekposten, kortingen en vrijstellingen kosten jaarlijks tezamen meer
dan € 100 miljard. Het afschaffen van de fiscale regelingen kan het Nederlands belastingstelsel
eenvoudiger en eerlijker maken.
Dit amendement regelt dat de oldtimerregeling komt te vervallen met ingang van 1 januari
2023. Op dit moment is artikel 72, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting
1994 ondoelmatig en ondoeltreffend. Het afschaffen van de oldtimerregeling zal er
ook toe leiden dat het overgangsrecht komt te vervallen en artikel 222, derde lid,
onderdeel f, Provinciewet.
Indieners zijn van mening dat de oldtimerregeling ondoelmatig en ondoeltreffend is.
Dit komt doordat alle auto’s die ten minste 40 jaar geleden voor het eerst in gebruik
zijn genomen nu onder de regeling vallen. De oldtimerregeling maakt het bezit van
auto’s ouder dan 40 jaar relatief aantrekkelijk. Deze auto’s zijn daarbij ook vaak
vervuilend. De oldtimerregeling maakt dus geen onderscheid tussen mobiel erfgoed of
een oude auto. De kosten van de regeling zijn in 2023 geschat op € 99 miljoen. Het
afschaffen van de regeling zal een budgettaire opbrengst opleveren.
Het vervallen van de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers en het
vervallen van de overgangsregeling voor oudere motorrijtuigen realiseert naar verwachting
een opbrengst van structureel € 55 miljoen per jaar. Door het vervallen van de vrijstelling
en de overgangsregeling moet motorrijtuigenbelasting betaald gaan worden voor voertuigen
die in het algemeen weinig gebruikt worden. De verwachting is daarom dat veel motorrijtuigen
voor een deel van het jaar geschorst gaan worden. Dit gedragseffect wordt ingeschat
op 50%, waarmee de opbrengst uitkomt op de helft van de geraamde kosten van de vrijstelling
en de overgangsregeling, zoals vermeld in bijlage 9 van de Miljoenennota.
Dassen
Maatoug
Nijboer