36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)

Nr. 79 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN NIJBOER

Ontvangen 9 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 3.12 vervalt.

II

Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIA

In de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 vervalt hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel E.

III

Artikel XV, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en wordt in de tekst «Artikel 8,» vervangen door «Het».

2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «en 3.12».

IV

In artikel XXVI worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

00A

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste tot en met derde lid» vervangen door «eerste en tweede lid».

0A

In artikel 45, eerste lid, wordt «artikel 44, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «artikel 44, eerste en tweede lid,».

Toelichting

Dit amendement is bedoeld om twee overbodige vrijstellingen in het belastingstelsel te schrappen, namelijk de landbouwvrijstelling en de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking in de kolenbelasting. Het Nederlandse belastingstelsel bevat zeer veel vrijstellingen, aftrekposten en regelingen die ondoelmatig, inefficiënt of simpelweg overbodig zijn. Dit leidt tot grote complexiteit en onrechtvaardige uitkomsten. Dit amendement schrapt twee zulke vrijstellingen en draagt daarmee bij aan het rechtvaardiger en eenvoudiger maken van het belastingstelsel.

De landbouwvrijstelling zorgt ervoor dat eigenaren van landbouwgrond die die grond verkopen geen belasting hoeven af te dragen over de winst die zij daarbij maken, in tegenstelling tot de eigenaren van andere soorten grond of bedrijfsmiddelen. Deze vrijstelling dient geen enkel doel meer, maar kost jaarlijks wel veel geld. De indieners zijn daarom van mening dat dit bij uitstek een overbodig onderdeel is van ons belastingstelsel, dat beter geschrapt kan worden.

De vrijstelling voor elektriciteitsopwekking in de kolenbelasting is een onlogische vrijstelling, omdat ook bij elektriciteitsopwekking met kolen veel vervuilende stoffen vrijkomen. Het geniet daarom de voorkeur om elektriciteit op andere wijze op te wekken. De indieners menen tevens dat de elektriciteitsprijs op dit moment gebaseerd is op de (hogere) gasprijs, en niet op de prijs van kolen; het heffen van kolenbelasting zal daarom naar verwachting geen prijsopdrijvend effect hebben in de energiemarkt.

Afschaffing landbouwvrijstelling (onderdelen I tot en met III)

Dit amendement beoogt de landbouwvrijstelling af te schaffen per 1 januari 2023.

In verband met de afschaffing van de landbouwvrijstelling komt tevens hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel E, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 (dat dan overbodig wordt) te vervallen. Dit onderdeel bepaalt dat de beschikkingen die zijn afgegeven op basis van artikel 70 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van betekenis blijven voor de toepassing van de landbouwvrijstelling voor de Wet inkomstenbelasting 2001.

De budgettaire gevolgen van de afschaffing van de landbouwvrijstelling worden in onderstaande tabel voor de eerste 3 jaar na afschaffing gegeven en voor 2060. De opbrengst loopt na 2060 nog (zeer) traag omhoog.

 

2023

2024

2025

2060

Opbrengst met gedragseffecten

45

52

59

162

(in miljoenen euro’s)

       

Voor het ramen van de budgettaire opbrengst is rekening gehouden met het feit dat de landbouwvrijstelling geen vrijstelling geeft voor winsten door herbestemming of technische verbeteringen en dat land gekocht en doorverkocht kan worden. Hierbij is uitgegaan van een reële waardestijging van 1% per jaar en een inflatie van 2% per jaar. Tevens is er rekening gehouden met verschillende gedragseffecten zoals een mogelijk anticipatie-effect, eventuele lock-in effecten op de grondprijs en -mobiliteit na afschaffing van de landbouwvrijstelling, en gebruik van alternatieve fiscale regelingen zoals de doorschuifregeling. De groep die niet kan anticiperen – herwaarderen alvorens de landbouwvrijstelling wordt afgeschaft – is gesteld op 10% van alle landbouwers en vormt een bron van ramingsonzekerheid.

Afschaffing vrijstelling kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking (onderdeel IV)

Met dit amendement wordt de vrijstelling van kolenbelasting voor het verbruik van kolen voor elektriciteitsopwekking afgeschaft.

De budgettaire gevolgen van het afschaffen van de vrijstelling van kolenbelasting voor het verbruik van kolen voor elektriciteitsopwekking zijn opgenomen in onderstaande tabel.

 

2023

2024

2025

structureel

Opbrengst

96

89

91

91

(in miljoenen euro’s)

       

Maatoug Nijboer

Naar boven