36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)

Nr. 48 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT

Ontvangen 8 november 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel Z een onderdeel ingevoegd, luidende:

Za

Artikel 6.33 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel c worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c in een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:

d. gelieerde instelling:

een instelling waarvan de belastingplichtige, zijn partner of een met hem of zijn partner verbonden persoon bestuurder is;

e. bestuurder:

bestuurder als bedoeld in artikel 5b, achtste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede degene ten aanzien van wie aannemelijk is dat hij het beleid van de instelling bepaalt of mede bepaalt als ware hij bestuurder;

f. verbonden persoon:

bloed- of aanverwant tot en met de derde graad.

II

In artikel I, onderdeel AAa, wordt in het voorgestelde tweede lid na «periodieke giften» ingevoegd «die rechtens dan wel in feite direct of indirect zijn gedaan aan een of meer gelieerde instellingen» en wordt «€ 250.000» vervangen door «€ 50.000».

III

In artikel LII wordt «4 oktober 2022, 16.00 uur» vervangen door «8 november 2022, 17.00 uur».

IV

In artikel LIX wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4a. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen Za en AAa, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de giftenaftrek enkel wordt begrensd voor aanzienlijke periodieke giften aan zelf opgerichte (hierna: gelieerde) ANBI’s. Deze giften komen op grond van dit amendement slechts in aftrek tot een gezamenlijk bedrag van € 50.000 per kalenderjaar per huishouden (fiscale partners). Met deze aftoppingsvariant van de giftenaftrek beoogt de indiener fiscale constructies met de giftenaftrek, zoals die aan het licht zijn gekomen in het Interdepartementaal beleidsonderzoek Vermogensverdeling (IBO)1, gerichter aan te pakken dan de door het kabinet voorgestelde (generieke) aftopping tot € 250.000 per kalenderjaar per huishouden voor alle periodieke giften. Zo blijven bijvoorbeeld periodieke giften die een particulier doet aan het Koningin Wilhelmina Fonds voor Nederlandse Kankerbestrijding (KWF) onbeperkt aftrekbaar. De stimulering van geefgedrag, als zijnde één van de Rijksbrede speerpunten ten aanzien van filantropie, wordt hierdoor geen geweld aangedaan.

Gelieerde ANBI’s

Onder een gelieerde algemeen nut beogende instelling (ANBI) wordt verstaan een ANBI waarvan de belastingplichtige, zijn partner of een met hem of zijn partner verbonden persoon bestuurder is. Tot de verbonden personen worden alle bloed- of aanverwanten van de belastingplichtige of zijn partner gerekend tot en met de derde graad. Hierdoor valt bijvoorbeeld een periodieke gift die een oom doet aan een ANBI waarvan zijn neef bestuurder is, onder de voorgestelde aftopping (i.c. derdegraads bloedverwantschap).

Het voorgestelde bestuurdersbegrip omvat, naast de statutaire bestuurder als bedoeld in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tevens degene die het beleid van de ANBI (mede) bepaalt als ware hij bestuurder. De ondergetekende beoogt hierbij aan te sluiten bij het feitelijke bestuurdersbegrip zoals dit geldt voor de bestuurdersaansprakelijkheid van belastingen.2 Hierdoor kan de voorgestelde aftopping van de giftenaftrek niet worden ontgaan door een derde aan te wijzen als bestuurder van de ANBI, terwijl het beleid in feite wordt bepaald door degene die de gift doet.

Teneinde overige ontgaansconstructies op voorhand de pas af te snijden regelt dit amendement dat giften die «rechtens dan wel in feite direct of indirect» worden gedaan aan een gelieerde ANBI worden afgetopt. Als gevolg van deze formulering heeft het bijvoorbeeld geen zin om een gift van meer dan € 50.000 aan een gelieerde ANBI om te leiden via een buitenlands vehikel of een niet-gelieerde (steun-)ANBI. De ondergetekende beoogt voor de uitleg van de formulering aan te sluiten bij de reeks van overige wettelijke bepalingen waarin deze formulering voorkomt.3

Uitvoeringstoets, inwerkingtreding en overgangsrecht

Mede met het oog op de uitvoerbaarheid is de voorgestelde aftopping van de giftenaftrek voor giften aan gelieerde ANBI’s pas van toepassing voor zover in een kalenderjaar die giften uitstijgen boven een gezamenlijk bedrag van € 50.000. Als gevolg van deze doelmatigheidsdrempel hoeft in de praktijk slechts voor een beperkt aantal giften te worden beoordeeld of die worden gedaan aan een gelieerde ANBI. Zo blijkt uit de aangiftegegevens van de Belastingdienst dat er in 2019 circa 600 gevallen zijn van een periodieke gift van meer dan € 50.000.

Om de Belastingdienst de gelegenheid te geven een uitvoeringstoets te doen, wordt voorgesteld om de voorgestelde wijzigingen via het amendement in werking te laten treden door middel van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De inwerkingtredingsdatum zal 1 januari 2023 zijn, nadat is gebleken dat de voorgestelde aftoppingsvariant uitvoerbaar is. Indien op basis van de uitvoeringstoets uitvoeringstechnische belemmeringen naar voren komen, roept de indiener het kabinet op om voorstellen aan de Tweede Kamer te doen om die weg te nemen.

Het overgangsrecht houdt in dat op 8 november 2022, 17.00 uur, bestaande verplichtingen tot het doen van periodieke giften nog in aanmerking komen tot en met 31 december 2026. Het overgangsrecht sluit aan bij het tijdstip waarop de indiener het amendement heeft ingediend.

Omtzigt


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 925 IX, nr. 38, blz. 77.

X Noot
2

Zie artikel 36, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990. Over de vraag wanner sprake is van een beleidsbepaler uitgebreide jurisprudentie ontstaan, die de ondergetekende beoogt tot richtsnoer te nemen.

X Noot
3

Zie bijvoorbeeld de artikelen 2.14a, 3.91 en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de artikelen 8c, 10a, 12ac, 12ad, 13 en 13aa van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Naar boven