36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)

Nr. 41 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 8 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel XXVIII wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

0a. Voor het eerste aandachtsstreepje wordt een aandachtsstreepje ingevoegd, luidende:

  • niet hoger is dan 1 200 kubieke meter, per kubieke meter € 0,52049;.

b. Subonderdeel a komt te luiden:

a. Het tweede aandachtsstreepje (nieuw) komt te luiden:

  • hoger is dan 1 200 kubieke meter, maar niet hoger dan 170 000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,52049;.

c. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

d. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

e. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

D

Artikel 67, eerste en tweede lid, komt te luiden:

  • 1. Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend voor aardgas dat is belast naar het tarief, bedoeld in artikel 59, derde lid, voor het verbruik van warmte in een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdeel a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken die door een installatie voor blokverwarming wordt verwarmd.

  • 2. De teruggaaf wordt verleend aan de gebruiker van de onroerende zaak. De teruggaaf bedraagt het positieve verschil tussen het bedrag van de belasting dat volgt uit toepassing van het tarief, bedoeld in artikel 59, derde lid, en het bedrag van de belasting dat volgt uit toepassing van artikel 59, eerste lid, onderdeel a, als aan die gebruiker een hoeveelheid aardgas geleverd zou zijn die correspondeert met de verbruikte warmte.

II

Artikel XXIX, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,00654.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

III

Artikel XXX, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verlaagd met € 0,00495.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

IV

Artikel XXXI, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,00267.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

V

Artikel XXXII, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,00380.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

VI

Artikel XXXIII, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,01293.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

VII

Artikel XXXIV, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na subonderdeel a wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. Het tarief, genoemd in het tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,00307.

2. In subonderdeel b wordt «tweede aandachtsstreepje» vervangen door «derde aandachtsstreepje».

3. In subonderdeel c wordt «derde aandachtsstreepje» vervangen door «vierde aandachtsstreepje».

4. In subonderdeel d wordt «vierde aandachtsstreepje» vervangen door «vijfde aandachtsstreepje».

VIII

Aan artikel LII worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

C

Na artikel XXV, onderdeel A, onder 1, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het tarief, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,01.

D

Na artikel XXVI, onderdeel A, onder 1, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het tarief, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,01.

E

Na artikel XXVII, onderdeel A, onder 1, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het tarief, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, tweede aandachtsstreepje, wordt verhoogd met € 0,01.

Toelichting

Dit amendement introduceert per 2024 een nieuwe eerste schijf in de energiebelasting voor aardgas. De nieuwe eerste schijf beslaat, aansluitend bij het eenmalige prijsplafond voor kleinverbruikers, 0–1.200 m3 voor aardgas (thans 0–170.000 m3). De nieuwe tweede schijf zal derhalve van 1.200 tot 170.000 m3aardgas lopen. De overige schijflengtes blijven gelijk. Door het invoegen van een korte eerste schijf in de energiebelasting is het vanaf het Belastingplan 2024 mogelijk om desgewenst met name huishoudens veel gerichter dan tot op heden mogelijk was tegemoet te komen via het tarief van de energiebelasting. Dit amendement creëert daarmee in het licht van de hoge energieprijzen een extra beleidsoptie, zonder dat deze nu al wordt ingezet. De energiebelastingtarieven van de nieuwe eerste en tweede verbruiksschijf zijn in dit amendement dus exact gelijk aan elkaar.

Toelichting – artikelsgewijs

Onderdeel I van dit amendement regelt dat vanaf 2024 een extra verbruiksschijf van kracht wordt voor de geleverde dan wel verbruikte hoeveelheid aardgas in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm).

Hiertoe wordt geregeld dat in het voorliggende wetsvoorstel wordt opgenomen dat naast de wijziging van de tarieven in de Wbm per 1 januari 2024 ook een extra verbruiksschijf voor de hoeveelheid aardgas van 0 tot 1.200 m3 wordt ingevoerd.

Voorts regelen onderdelen II tot en met VIII van dit amendement dat de wijzigingsopdrachten die voor de eerste verbruiksschijf zijn opgenomen in voorliggend wetsvoorstel en in de Wet fiscale maatregelen klimaatakkoord ook van toepassing zijn op de nieuwe eerste verbruiksschijf die op 1 januari 2024 wordt ingevoerd.

Onderdeel I, onder 2, van dit amendement past de teruggaafregeling aan voor het verbruik van warmte in een onroerende zaak1 die wordt verwarmd door een installatie voor blokverwarming.2 Een installatie voor blokverwarming is een gemeenschappelijk voorziening voor de verwarming van meer dan één onroerende zaak.

Het blokverwarmingstarief uit artikel 59, derde lid, Wbm is thans gelijk aan het tarief van de huidige eerste verbruiksschijf (0 m3–170.000 m3). Dat blijft met het voorliggende amendement zo. Voor de hoeveelheid aardgas in de eerste verbruiksschijf (0 m3–1.200 m3) en tweede verbruiksschijf (1.200 m3–170.000 m3) gaat dus hetzelfde tarief gelden. Het amendement wijzigt de tarieven van de verbruiksschijven niet. Het geeft wel de mogelijkheid om via een wetswijziging het tarief van de nieuwe eerste verbruiksschijf aan te passen.

Onderdeel I, onder 2, van het amendement voorziet in de situatie dat het tarief van de nieuwe eerste verbruiksschijf zou worden aangepast zonder dat het blokverwarmingstarief wordt aangepast. Als het blokverwarmingstarief niet wordt aangepast, dan komt dit erop neer dat het tarief van de tweede verbruiksschijf van toepassing wordt op blokverwarming en is het mogelijk dat het blokverwarmingstarief niet alleen nadelig uitpakt voor grotere gebruikers, maar juist ook voor kleinere gebruikers. Daarom schrapt het amendement de bestaande drempelwaarde voor een beroep op de teruggaafregeling voor blokverwarming van 5.372.000 megajoule (de warmte-equivalent van 170.000 m3). Van belang wordt of, als aan de gebruiker een hoeveelheid aardgas geleverd zou zijn die correspondeert met de verbruikte warmte, het belastingbedrag dat volgt uit toepassing van het blokverwarmingstarief hoger is dan het belastingbedrag dat volgt uit toepassing van het reguliere tarief of de reguliere tarieven. Als dat het geval is, dan kan de gebruiker een teruggaafverzoek indienen.

Grinwis Van Weyenberg Inge van Dijk Idsinga


X Noot
1

Een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met a, van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

X Noot
2

Niet zijnde een installatie voor stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van restwarmte, aardwarmte of warmte opgewekt met vaste of vloeibare biomassa.

Naar boven