Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2022
Bij de plenaire behandeling van de Begroting BHOS 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 27, item 9) heeft mijn voorganger de toezegging gedaan om uw Kamer te informeren over gesubstantieerde
fraudemeldingen, indien deze een financiële impact van minimaal € 100.000 voor BZ
hebben. Recentelijk is het onderzoek naar een fraudemelding afgerond, waarover ik
uw Kamer informeer.
Fraudemelding 22-66 – Democratische Republiek Congo
Twee personen hebben, apart van elkaar, via het anonieme meldingskanaal van de uitvoerende
organisatie, een melding gedaan van mogelijke fraude bij deze organisatie en twee
lokale uitvoerende partners. Hierop heeft de organisatie een documenten onderzoek
uitgevoerd. De aantijgingen bleken gegrond en daarom heeft de organisatie door een
externe accountant een forensisch accountantsonderzoek laten uitvoeren in twee verschillende
fases. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) is hierover door de contractpartner
geïnformeerd.
Uit het onderzoek is gebleken dat EUR 176.577 als frauduleus is aangemerkt, waarvan
EUR 125.705 BZ-fondsen betrof. Dit bedrag raakte uiteindelijk twee verschillende BZ-programma’s
(voor respectievelijk EUR 16.114 en EUR 109.591). De programma’s betroffen activiteiten
gericht op scholing, water, sanitatie en hygiëne, en voedselzekerheid.
De bevindingen uit het onderzoek lieten onder meer zien dat de lokale uitvoerende
partner minder geld heeft overgebracht naar begunstigden dan daadwerkelijk gerapporteerd,
door distributielijsten te vervalsen. Verder bleek dat beneficiaries niet alle afgesproken
materialen hadden ontvangen en dat er valse deelnemers waren opgevoerd bij deelnemerslijsten
voor trainingen. Bij een andere lokale uitvoerder bleek dat bouwconstructies van slechte
kwaliteit waren, evenals de monitoring van deze werkzaamheden. Daarnaast zijn systematisch
te hoge kosten opgevoerd voor de uitvoer van verschillende uitgaven gerelateerd aan
het project.
De organisatie heeft de fraudezaak serieus opgepakt en heeft de betrokken medewerkers
ontslagen, en in geval van minder ernstige betrokkenheid, heeft zij passende disciplinaire
maatregelen voor nalatigheid genomen tegen betrokkenen. Daarnaast heeft de organisatie
de rapportageperiode voor partnerorganisaties verhoogd van één keer per drie maanden,
naar één keer per maand en de procedures voor betalingen aan lokale partners aangescherpt.
Ook is het aantal veldbezoeken naar partners structureel toegenomen. Een ander voorbeeld
van getroffen maatregelen door de organisatie is het versterken van capacity-building bij partners, door middel van het evalueren van interne controlesystemen bij lokale
uitvoerende organisaties en deze te beoordelen op het verkleinen van fraude- en corruptierisico’s.
Tot slot heeft de organisatie zelf ook de functiescheiding binnen het aanbestedingsproces
verscherpt.
Het volledige fraudebedrag zal door de organisatie worden gedekt en komt niet ten
laste van BZ-middelen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher