36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 200 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2023

De vaste Kamercommissie voor VWS heeft ons verzocht een brief aan uw Kamer te doen toekomen met de planning voor het jaar 2023. De commissie heeft hierbij verzocht een overzicht te verstrekken van de beleidsbrieven en wetgeving die wij voornemens zijn in 2023 aan uw Kamer te sturen.

In de bijlage vindt u een tabel met daarin per beleidsterrein de te verwachten beleidsbrieven, evenals een geactualiseerde versie van het wetgevingsoverzicht dat u in september heeft ontvangen1.

De ervaring leert dat op het brede terrein van volksgezondheid, welzijn en sport zich tal van actuele ontwikkelingen kunnen voordoen die ook om een reactie vragen. Het kan zijn dat deze ontwikkelingen van invloed zijn op de timing van reeds aangekondigde stukken. Met betrekking tot het wetgevingsoverzicht willen wij graag de kanttekening plaatsen dat veel van de wetgeving op dit overzicht komende tijd uitgewerkt wordt. Na deze uitwerking moet vervolgens een aantal stappen worden gezet, waaronder advisering door de Afdeling Advisering van de Raad van State, voordat wetgeving bij de Tweede Kamer aanhangig kan worden gemaakt. Dit betekent dat de planning van aanbieden van deze wetgeving aan de Kamer nog kan wijzigen. De aanduiding van de kwartalen is, zeker naarmate dit verder in de tijd ligt, dan ook indicatief. Ook kan het voorkomen dat er uiteindelijk voor wordt gekozen de genoemde wetsvoorstellen niet of pas later bij de Tweede Kamer aanhangig te maken. Tot slot is het mogelijk dat wetgeving bij de Tweede Kamer aanhangig zal worden gemaakt die niet op bijgaand overzicht is opgenomen vanwege ontwikkelingen die nu nog niet te voorzien zijn.

Graag willen wij benadrukken dat de planning om de hierboven genoemde redenen een indicatief karakter heeft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 203

Naar boven