De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.150 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Toekomstfonds worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.150 (x € 1.000).
III
In artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.300 (x € 1.000).
Met dit amendement wordt 2.3 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het verlengen van
de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) tot de evaluatie van de regeling gereed
is. Dit voorkomt dat er een gat valt ten aanzien van. de besluitvorming met betrekking
tot de evaluatie.
De regeling helpt Nederlandse scheepsbouwers om te verduurzamen. Van belang, want
de scheepsbouwsector is uniek, zij kenmerkt zich door de bouw van «one-off»-schepen
die op maat worden gemaakt voor één doel. Seriebouwers (auto-industrie/luchtvaart)
bouwen op basis van een «prototype». Het verkochte schip is dus eigenlijk nog experimenteel,
terwijl het schip wel 25 jaar operationeel moet blijven. Dat neemt grote innovatierisico’s
met zich mee die voor rekening zijn van de werf. De succesvolle SDS-regeling dekt
deze innovatierisico’s af en is daarmee geschikter dan generieke subsidieregelingen
om innovatie te stimuleren in de maritieme maakindustrie.
De SDS verdwijnt echter per 2023 omdat de evaluatie nog niet klaar is. In de schriftelijk
beantwoording gaf de Minister aan in de eerste helft van 2023 een evaluatie uit te
voeren naar de SDS regeling. De uitkomsten daarvan zullen met de Kamer worden gedeeld.
Er werd om die reden geen (overbruggings)budget uitgetrokken voor de regeling. Echter,
door de keuze van EZK om de evaluatie pas heel laat te doen, dreigt er nu een gat
in de regeling te vallen.
Terwijl de bedoeling juist was te evalueren en op basis daarvan te kijken of je gaat
verlengen. Wat de indieners betreft is het behoorlijk bestuur om de regeling nu wat
op te rekken zodat deze doorloopt en dat dan op basis van de evaluatie besloten kan
worden om wel/niet te verlengen. Als EZK de evaluatie rap afrondt is een kleine overbrugging
maar nodig, vandaar het beoogde budget van 2,3 miljoen. Door dit te regelen, wordt
deze sector, die nodig moet verduurzamen, waar kansen voor het bedrijfsleven liggen,
waar andere landen honderden miljoenen in steun laten vloeien, nu niet met een gat
geconfronteerd.
Voor wat betreft andere regelingen ter verduurzaming, die zijn door het unieke karakter
van de scheepsbouwsector niet van toepassing. Er zijn IenW-regelingen voor binnenvaartschepen,
maar dat is selectief en op hele specifieke onderwerpen (bijv. een bepaalde soort
motor). Dat is bovendien subsidie voor rederijen (de eindgebruikers), niet voor de
bouwers. Dat is bovendien niet voor zeescheepvaart en ook niet voor scheepsbouw. Er
is op dit moment geen enkele regeling voor scheepsbouw behalve de SDS. SDS stimuleert
bovendien een breed palet aan verduurzamingsmogelijkheden (techniekneutraal) waardoor
ook nieuwe technologieën de markt kunnen vinden. En juist ook het MKB betrokken is.
Dekking wordt gevonden in het verminderen van de posten «Bevorderen ondernemerschap»,
«Economische ontwikkeling en technologie» op artikel 2 en de pilot voor «Q4C» en «SEED
/ IK» op artikel 3, waarbij het bedrag verdeeld wordt over beide artikelen.