36 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Nr. 133 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2023

Jaarlijks rapporteert TNO in haar jaarverslag over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte en over de status en toekomst van de ondergrondse (permanente) opslag van stoffen zoals aardgas, aardolie, stikstof en CO2 in Nederland. Het verslag is samengesteld door TNO – Adviesgroep Economische Zaken in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het jaarverslag bevat onder meer de gegevens die de Minister van EZK conform artikel 125 van de Mijnbouwwet aan de beide Kamers der Staten-Generaal moet verstrekken. Op dinsdag 5 september publiceert TNO de resultaten over 2022 op www.nlog.nl.

Het jaarverslag geeft een overzicht van de ontwikkelingen in 2022 maar geeft ook een goed beeld van de ontwikkelingen gedurende de afgelopen decennia. Op een tweetal belangrijke aspecten ga ik in deze brief nader in.

Afbouw fossiele winning

Het kabinet wil klimaatneutraal zijn in 2050. De komende jaren zal aardgas nog nodig blijven, als transitiebrandstof, ondanks dat het kabinet inzet op besparingen. Zelf deze aardgas produceren kent twee grote voordelen ten opzichte van import. Allereerst zijn we daardoor minder afhankelijk van het buitenland, en daarnaast is de CO2-uitstoot van eigen productie lager dan bijvoorbeeld LNG-import.

In 2022 bedroeg de totale binnenlandse productie van aardgas 15,3 miljard Nm3. Dit is ongeveer de helft van het totale verbruik (31 miljard Nm3). De gasvelden op land produceerden 7,8 miljard Nm3, waarvan 3,2 miljard Nm3 uit kleine velden en 4,6 miljard Nm3 uit het Groningen gasveld – conform de besluiten zoals met uw Kamer besproken. De gasvelden op zee produceerden 7,5 miljard Nm3. De productie van aardgas is met 20,2% gedaald in vergelijking met 2021. Een dergelijke daling was voorzien, en onderstreept de noodzaak voor het versnellingsplan dat ik op 15 juli 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1058) heb gedeeld met uw Kamer.

De productie van aardolie is in 2022 zo goed als gehalveerd t.o.v. het jaar ervoor. Van de totale productie van aardolie (0,45 miljoen Sm3) werd circa eenderde op land en tweederde op de Noordzee geproduceerd. Uit de prognose van TNO blijkt dat de productie van aardgas en aardolie de komende decennia verder zal dalen door verdere uitputting van de reserves. Deze prognose is gebaseerd op zowel de geologisch aangetoonde voorraden als het gedeelte wat hier economisch winbaar van wordt geacht.

Zoals overeengekomen in het Noordzeeakkoord zal de binnenlandse productie nooit boven de binnenlandse vraag komen te liggen. In mijn brief over de afbouw van fossiele winning van 16 juni 2023 aan uw Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 1150) licht ik toe dat dit naar verwachting vanaf 2047 aan de orde zal zijn. Zoals in diezelfde brief aangekondigd, zal ik om die reden bij nieuwe vergunningen, en bij de actualisatie van bestaande vergunningen, een einddatum van uiterlijk 2045 verbinden aan de productie. Dit geeft duidelijkheid aan zowel de bedrijven die investeringen doen, als zekerheid dat de productie op dat moment zal zijn beëindigd. Jaarlijks monitor ik de prognose van de aardgasproductie op basis van de afgegeven vergunningen. Hiermee houd ik in beeld wat de verwachte productie zal zijn en hoe deze zich verhoudt tot de ontwikkeling van de binnenlandse vraag, en rapporteer ik deze aan uw Kamer. Op het moment dat ik constateer dat de vraag sneller afneemt, wil ik er voor kunnen kiezen om geen nieuwe winningsplannen te verlenen of bestaande te verlengen.

Potentieel aardgas Noordzee

De ontwikkeling van potentiële volumes van aardgas en aardolie kent een grote mate van onzekerheid en is alleen haalbaar als het aantal exploratie- en productieboringen toeneemt. In 2022 zijn in totaal tien boringen naar olie en gas uitgevoerd, negen hiervan vonden plaats op zee. In 2021 waren dit er nog in totaal twaalf. Wat de ontwikkeling voor 2023 wordt, zal uiteraard nog moeten blijken. Tot op heden zijn er negen boringen (opsporing en winning) geplaatst dit jaar. Niet al deze boringen (zullen) slagen of leveren daadwerkelijk olie of gas op. Om de versnelling op de Noordzee daadwerkelijk te realiseren is, naast bestendigheid van beleid vanuit de overheid, ook de bereidheid nodig van de winningsbedrijven om het risico te nemen voor lange termijn extra investeringen te doen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Ik ben hierover in gesprek met de betreffende bedrijven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven