Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2023
Jaarlijks rapporteert TNO in haar jaarverslag over de activiteiten en resultaten van
de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte en over de status
en toekomst van de ondergrondse (permanente) opslag van stoffen zoals aardgas, aardolie,
stikstof en CO2 in Nederland. Het verslag is samengesteld door TNO – Adviesgroep Economische Zaken
in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het jaarverslag
bevat onder meer de gegevens die de Minister van EZK conform artikel 125 van de Mijnbouwwet
aan de beide Kamers der Staten-Generaal moet verstrekken. Op dinsdag 5 september publiceert
TNO de resultaten over 2022 op www.nlog.nl.
Het jaarverslag geeft een overzicht van de ontwikkelingen in 2022 maar geeft ook een
goed beeld van de ontwikkelingen gedurende de afgelopen decennia. Op een tweetal belangrijke
aspecten ga ik in deze brief nader in.
Afbouw fossiele winning
Het kabinet wil klimaatneutraal zijn in 2050. De komende jaren zal aardgas nog nodig
blijven, als transitiebrandstof, ondanks dat het kabinet inzet op besparingen. Zelf
deze aardgas produceren kent twee grote voordelen ten opzichte van import. Allereerst
zijn we daardoor minder afhankelijk van het buitenland, en daarnaast is de CO2-uitstoot van eigen productie lager dan bijvoorbeeld LNG-import.
In 2022 bedroeg de totale binnenlandse productie van aardgas 15,3 miljard Nm3. Dit is ongeveer de helft van het totale verbruik (31 miljard Nm3). De gasvelden op land produceerden 7,8 miljard Nm3, waarvan 3,2 miljard Nm3 uit kleine velden en 4,6 miljard Nm3 uit het Groningen gasveld – conform de besluiten zoals met uw Kamer besproken. De
gasvelden op zee produceerden 7,5 miljard Nm3. De productie van aardgas is met 20,2% gedaald in vergelijking met 2021. Een dergelijke
daling was voorzien, en onderstreept de noodzaak voor het versnellingsplan dat ik
op 15 juli 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1058) heb gedeeld met uw Kamer.
De productie van aardolie is in 2022 zo goed als gehalveerd t.o.v. het jaar ervoor.
Van de totale productie van aardolie (0,45 miljoen Sm3) werd circa eenderde op land en tweederde op de Noordzee geproduceerd. Uit de prognose
van TNO blijkt dat de productie van aardgas en aardolie de komende decennia verder
zal dalen door verdere uitputting van de reserves. Deze prognose is gebaseerd op zowel
de geologisch aangetoonde voorraden als het gedeelte wat hier economisch winbaar van
wordt geacht.
Zoals overeengekomen in het Noordzeeakkoord zal de binnenlandse productie nooit boven
de binnenlandse vraag komen te liggen. In mijn brief over de afbouw van fossiele winning
van 16 juni 2023 aan uw Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 1150) licht ik toe dat dit naar verwachting vanaf 2047 aan de orde zal zijn. Zoals in
diezelfde brief aangekondigd, zal ik om die reden bij nieuwe vergunningen, en bij
de actualisatie van bestaande vergunningen, een einddatum van uiterlijk 2045 verbinden
aan de productie. Dit geeft duidelijkheid aan zowel de bedrijven die investeringen
doen, als zekerheid dat de productie op dat moment zal zijn beëindigd. Jaarlijks monitor
ik de prognose van de aardgasproductie op basis van de afgegeven vergunningen. Hiermee
houd ik in beeld wat de verwachte productie zal zijn en hoe deze zich verhoudt tot
de ontwikkeling van de binnenlandse vraag, en rapporteer ik deze aan uw Kamer. Op
het moment dat ik constateer dat de vraag sneller afneemt, wil ik er voor kunnen kiezen
om geen nieuwe winningsplannen te verlenen of bestaande te verlengen.
Potentieel aardgas Noordzee
De ontwikkeling van potentiële volumes van aardgas en aardolie kent een grote mate
van onzekerheid en is alleen haalbaar als het aantal exploratie- en productieboringen
toeneemt. In 2022 zijn in totaal tien boringen naar olie en gas uitgevoerd, negen
hiervan vonden plaats op zee. In 2021 waren dit er nog in totaal twaalf. Wat de ontwikkeling
voor 2023 wordt, zal uiteraard nog moeten blijken. Tot op heden zijn er negen boringen
(opsporing en winning) geplaatst dit jaar. Niet al deze boringen (zullen) slagen of
leveren daadwerkelijk olie of gas op. Om de versnelling op de Noordzee daadwerkelijk
te realiseren is, naast bestendigheid van beleid vanuit de overheid, ook de bereidheid
nodig van de winningsbedrijven om het risico te nemen voor lange termijn extra investeringen
te doen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Ik ben hierover in gesprek met de
betreffende bedrijven.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief