36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 februari 2023

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1had kennisgenomen van de brief2 van 4 november 2022, waarmee de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Meerjarenbrief 2023 – 2025. De kracht van creativiteit. Cultuur midden in de samenleving (hierna: de Meerjarenbrief) aanbood. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk en de fractieleden van de PVV en de PvdD hadden naar aanleiding daarvan een aantal vragen. De fractieleden van de SP sloten zich aan bij de vragen van de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en de PvdD.

Naar aanleiding hiervan is op 12 december 2022 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Staatssecretaris heeft op 17 januari 2023 aangegeven dat het beantwoorden van de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn mogelijk is.

De Staatssecretaris heeft op 16 februari 2023 inhoudelijk gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Den Haag, 12 december 2022

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief3 van 4 november 2022, waarmee u de Meerjarenbrief 2023 – 2025. De kracht van creativiteit. Cultuur midden in de samenleving (hierna: de Meerjarenbrief) heeft aangeboden. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk en de fractieleden van de PVV en de PvdD hebben naar aanleiding daarvan nog een aantal vragen. De fractieleden van de SP sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA en de PvdD.

Vragen en opmerkingen van de fractieleden van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk

De fractieleden van GroenLinks en de PvdA hebben met waardering kennisgenomen van de Meerjarenbrief en hebben daarover enkele vragen, die mede voortborduren op de toezegging4 – zoals gedaan aan de Kamer in het plenaire debat van 18 januari 2022 over het wetsvoorstel Incidentele suppletoire begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022 inzake verwerving kunstwerk5 – ten aanzien van beleid voor de makers van nu in de culturele sector.

Voornoemde leden zijn van oordeel dat het van groot belang is dat in de sector stappen worden gezet ten aanzien van een betere beloning en een duurzamere en bestendigere arbeidsmarktpositie van makers. Tijdens de coronacrisis is gebleken hoe kwetsbaar de positie van veel makers was. Daarnaast blijkt ook in de discussie rondom sociale veiligheid in de culturele sector dat het feit dat er vaak sprake is van een onzekere arbeidsrelatie, bijdraagt aan de kwetsbare positie van veel makers. In de Meerjarenbrief geeft u onder het kopje «Werken aan een eerlijke beloning» aan dat u middelen beschikbaar stelt waarmee u wilt bijdragen aan een betere beloning voor werkenden in dat deel van de sector waarvoor u als financier verantwoordelijk bent, direct of via de Rijkscultuurfondsen. Tevens geeft u aan dat u van de sector verwacht dat hij tot eerlijke honoreringsafspraken komt op die plaatsen waar dat nog niet gebeurd is en dat u erop vertrouwt dat andere overheden, private fondsen en commerciële opdrachtgevers u zullen volgen bij het verbeteren van beloningen.6

De fractieleden van GroenLinks en de PvdA stellen vragen bij dit vertrouwen dat de sector tot eerlijke honoreringsafspraken zal komen. Deze leden zijn van mening dat het enkel uitspreken van vertrouwen wellicht niet voldoende is en dat er meer instructief optreden van u nodig zal zijn om verbeteringen aan te brengen ten aanzien van eerlijke honorering. Kunt u aangeven waar dit vertrouwen op is gebaseerd en tevens op welke wijze u zult monitoren of uw vertrouwen al dan niet terecht is? Of met andere woorden: of er een eerlijk beloningsbeleid op gang komt? Zou er niet op een meer instructieve wijze moeten worden opgetreden, teneinde tot een wezenlijke verbetering van de beloning voor alle makers (en niet alleen voor dat deel van de sector waarvoor u als financier verantwoordelijk bent) te komen? Heeft u daarover nu nog meer ideeën, maar ook voor wanneer blijkt dat de honorering te mager blijft?

De culturele sector kent een zeer hoog percentage zzp’ers. Het versterken van de positie van de culturele en creatieve professional dient zich niet alleen te richten op de hoogte van de beloning, maar ook op de onzekerheid van de arbeidsrelaties. Volgens de fractieleden van GroenLinks en de PvdA is structurele verbetering nodig. Zij lezen over pilots «die van freelance-constructies dienstverbanden maken»7.

Welke middelen zijn hiervoor beschikbaar? Zien de pilots op werkenden in dat deel van de sector waar u als financier verantwoordelijk voor bent of staan die open voor alle werkenden in de sector? Hoe gaan deze pilots eruitzien en op basis van welke parameters wordt beslist of deze pilots vervolgens worden ingebed om hier structureel verbetering in te krijgen? Ziet u hier mogelijkheden voor? Zo ja, welke en waarom is hier niet voor gekozen?

De fractieleden van GroenLinks en de PvdA vragen u voorts of en in welke mate in de Meerjarenbrief rekening is gehouden met het feit dat veel mensen de weg naar kunst en cultuur na de coronacrisis (nog) niet hebben teruggevonden, met substantieel lagere bezoekersaantallen tot gevolg en daaraan gekoppeld het feit dat veel culturele instellingen thans te maken hebben met aanzienlijk hogere energielasten en daardoor toegenomen kosten, alsmede de oplopende inflatie. Is in deze brief met deze ontwikkelingen rekening gehouden? Indien dit niet het geval is, zijn de ambities en voornemens uit de brief niet reeds (deels) onhaalbaar vanwege het feit dat de ene crisis de andere opvolgt en instellingen en makers steeds doende zijn het hoofd boven water te houden? Voornoemde leden nemen de eerlijkere beloning als voorbeeld: komt een instelling daar wel aan toe als de inkomsten achterblijven door lagere bezoekersaantallen en de uitgaven stijgen als gevolg van de energiecrisis en de inflatie? Zij hebben begrepen dat u werkt aan een plan voor compensatie van energiekosten. Op welke wijze zal dat vorm krijgen en wat zal naar verwachting de invloed van die compensatie zijn op uw plannen en voornemens zoals weergegeven in de Meerjarenbrief?

Vragen en opmerkingen van de fractieleden van de PVV

In de Meerjarenbrief wordt onder andere gesproken over eerlijke beloning, over digitalisering, over toegankelijkheid en over grote maatschappelijke opgaven, te weten grote transitieopgaven, zo merken de PVV-fractieleden op. De energietransitie, het klimaat, de diversiteit en inclusie krijgen hoge prioriteit in het cultuurbeleid.

Kunt u aangeven waarom het klimaat- en energiebeleid en de diversiteit en inclusie, die als grote maatschappelijke opgaven en grote transitieopgaven worden beschouwd, hoge prioriteit krijgen in het cultuurbeleid, met inhoudelijke gevolgen voor culturele en creatieve uitingen?

Vragen en opmerkingen van de fractieleden van de PvdD

De PvdD-fractieleden hebben met belangstelling kennisgenomen van de Meerjarenbrief. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de PvdD-fractie zijn het met u eens dat de kunstenaars, de ontwerpers en de creatieve sector een belangrijke rol spelen bij het meedenken aan oplossingen voor de complexe transities waarmee de samenleving zich geconfronteerd ziet: de energiecrisis, de woningcrisis, de klimaatcrisis (verduurzaming, water en droogte).

1. Waarom zien de PvdD-fractieleden bovengenoemde thema’s niet terug in de maatregelen die door u worden gesubsidieerd of gefaciliteerd? U kiest voor het verlengen van bestaande budgetten en programma’s, maar komt niet met nieuwe initiatieven. Voornoemde leden denken aan het subsidiëren van filmmakers die hun films op duurzame wijze produceren, een nationale fotografieprijs voor fotografen die de klimaatcrisis het meest indringend in beeld brengen, het uitreiken van een prijs aan de architect die het meest duurzame huis ontwerpt, et cetera. Kunt u aangeven of dit soort plannen nog in de pijplijn zit?

2. U investeert 62,5 miljoen euro in bibliotheken en leesbevordering. Tegelijkertijd bezuinigen gemeenten veelvuldig op de openbare bibliotheken, waardoor niet meer in alle gemeenten een bibliotheek beschikbaar is. Hoe wilt u verdere sluiting van bibliotheken voorkomen?

3. Wat betreft de bescherming van Nederlands erfgoed (monumenten, collecties, archieven, musea): hoe garandeert u dat er voldoende studenten (blijven) afstuderen aan Nederlandse opleidingsinstituten die restauratieopleidingen aanbieden?

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag uiterlijk aan het einde van het kerstreces van de Kamer.

Voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J. Verkerk

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2023

In december heb ik van uw Kamer de verslagen ontvangen van het schriftelijk overleg over de meerjarenbrief cultuur en van het schriftelijk overleg over de verordening mediavrijheid. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de door u gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal beide verslagen nog deze maand beantwoorden.

De Staatssecretaris Cultuur en Media, G. Uslu

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2023

Met deze brief beantwoord ik de vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Meerjarenbrief cultuur – De kracht van creativiteit.

In de Meerjarenbrief geeft u onder het kopje «Werken aan een eerlijke beloning» aan dat u middelen beschikbaar stelt waarmee u wilt bijdragen aan een betere beloning voor werkenden in dat deel van de sector waarvoor u als financier verantwoordelijk bent, direct of via de Rijkscultuurfondsen. Tevens geeft u aan dat u van de sector verwacht dat hij tot eerlijke honoreringsafspraken komt op die plaatsen waar dat nog niet gebeurd is en dat u erop vertrouwt dat andere overheden, private fondsen en commerciële opdrachtgevers u zullen volgen bij het verbeteren van beloningen.

De fractieleden van GroenLinks en de PvdA stellen vragen bij dit vertrouwen dat de sector tot eerlijke honoreringsafspraken zal komen. Deze leden zijn van mening dat het enkel uitspreken van vertrouwen wellicht niet voldoende is en dat er meer instructief optreden van u nodig zal zijn om verbeteringen aan te brengen ten aanzien van eerlijke honorering. Kunt u aangeven waar dit vertrouwen op is gebaseerd en tevens op welke wijze u zult monitoren of uw vertrouwen al dan niet terecht is? Of met andere woorden: of er een eerlijk beloningsbeleid op gang komt? Zou er niet op een meer instructieve wijze moeten worden opgetreden, teneinde tot een wezenlijke verbetering van de beloning voor alle makers (en niet alleen voor dat deel van de sector waarvoor u als financier verantwoordelijk bent) te komen? Heeft u daarover nu nog meer ideeën, maar ook voor wanneer blijkt dat de honorering te mager blijft?

Het versterken en aantrekkelijk houden van de arbeidsmarkt is een speerpunt in mijn cultuurbeleid. Afspraken over honorering komen het best tot stand tussen werkverleners en werkenden, want zij moeten deze afspraken met elkaar uitvoeren. Daarom stimuleer ik de totstandkoming van collectieve afspraken per subsector via de ketentafels van fairPACCT. Aan die ketentafels is er een brede vertegenwoordiging van makers en brancheorganisaties. Daarbovenop werkt Platform ACCT aan een sectorbreed convenant. Deze afspraken zijn een voorwaarde voor het verdelen van de per 2025 structureel beschikbare € 34,1 miljoen. De verdeling van deze middelen baseer ik op een onderzoek naar de afstand tot fair pay in de diverse (sub)sectoren. Ik zal het effect van deze middelen monitoren.

Ik vertrouw er daarbij op dat andere overheden, private fondsen en commerciële opdrachtgevers deze maatregelen zullen volgen. Als blijkt dat andere partijen deze verantwoordelijkheid niet nemen, zal ik hen hierop aanspreken. Mijn vertrouwen is gebaseerd op de goede gesprekken die ik heb gevoerd met het culturele veld en mijn medebestuurders.

De culturele sector kent een zeer hoog percentage zzp’ers. Het versterken van de positie van de culturele en creatieve professional dient zich niet alleen te richten op de hoogte van de beloning, maar ook op de onzekerheid van de arbeidsrelaties. Volgens de fractieleden van GroenLinks en de PvdA is structurele verbetering nodig. Zij lezen over pilots «die van freelanceconstructies dienstverbanden maken». Welke middelen zijn hiervoor beschikbaar? Zien de pilots op werkenden in dat deel van de sector waar u als financier verantwoordelijk voor bent of staan die open voor alle werkenden in de sector? Hoe gaan deze pilots eruitzien en op basis van welke parameters wordt beslist of deze pilots vervolgens worden ingebed om hier structureel verbetering in te krijgen? Ziet u hier mogelijkheden voor? Zo ja, welke en waarom is hier niet voor gekozen?

In 2022 is er aan de pilots € 2.475.000 besteed. De middelen zijn belegd bij Platform ACCT. De pilots staan open voor alle werkgevers en daarmee voor alle werkenden in de sector. Ook in 2023 en 2024 is jaarlijks € 19,1 miljoen beschikbaar voor overbruggingsmaatregelen. Die zijn voor de regeling «Zelfverzekerd» die zzp’ers met een financiële bijdrage stimuleert om zich aan te sluiten bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en voor de regeling «Zekere zaak» die meer (vaste) dienstverbanden stimuleert op plekken waar nu nog freelance-constructies bestaan. Deze twee regelingen sluiten aan bij het algemene kabinetsbeleid dat inzet op de beweging van flexibele naar vaste dienstverbanden. Uit mijn gesprek met de Creatieve Coalitie en de Kunstenbond blijkt dat het veld deze regelingen positief ontvangt. Daarnaast onderzoekt Platform ACCT de mogelijkheid voor pilots die zich richten op pensioenvoorzieningen, de inzet van shared services en adviesfuncties voor zelfstandigen. Het platform monitort alle regelingen en pilots om te zien welke het meest effectief zijn.

De overheid stimuleert hiermee een overgang naar een gezonde beroepspraktijk. Dat is nodig omdat het pad naar collectieve afspraken tijd vergt. Voor een structurele verankering is het veld zelf verantwoordelijk. Over de voortgang van mijn beleid op dit gebied zal ik beide Kamers dit voorjaar verder informeren met een aparte brief over de arbeidsmarkt van de culturele en creatieve sector.

De fractieleden van GroenLinks en de PvdA vragen u voorts of en in welke mate in de Meerjarenbrief rekening is gehouden met het feit dat veel mensen de weg naar kunst en cultuur na de coronacrisis (nog) niet hebben teruggevonden, met substantieel lagere bezoekersaantallen tot gevolg en daaraan gekoppeld het feit dat veel culturele instellingen thans te maken hebben met aanzienlijk hogere energielasten en daardoor toegenomen kosten, alsmede de oplopende inflatie. Is in deze brief met deze ontwikkelingen rekening gehouden? Indien dit niet het geval is, zijn de ambities en voornemens uit de brief niet reeds (deels) onhaalbaar vanwege het feit dat de ene crisis de andere opvolgt en instellingen en makers steeds doende zijn het hoofd boven water te houden? Voornoemde leden nemen de eerlijkere beloning als voorbeeld: komt een instelling daar wel aan toe als de inkomsten achterblijven door lagere bezoekersaantallen en de uitgaven stijgen als gevolg van de energiecrisis en de inflatie? Zij hebben begrepen dat u werkt aan een plan voor compensatie van energiekosten. Op welke wijze zal dat vorm krijgen en wat zal naar verwachting de invloed van die compensatie zijn op uw plannen en voornemens zoals weergegeven in de Meerjarenbrief?

Bij de plannen van de Meerjarenbrief is rekening gehouden met de ontwikkeling van bezoekersaantallen na de coronajaren. Hoewel de bezoekersaantallen niet overal weer zo hoog zijn als voor corona, zijn er ook positieve signalen.8

Culturele instellingen ontvangen jaarlijks structureel een loon- en prijsbijstelling als compensatie voor de ontwikkeling van lonen en prijzen. De inflatie blijkt in 2022 een stuk hoger dan aanvankelijk gedacht, onder meer door hogere energiekosten. Daarom heeft het kabinet bekend gemaakt dat in het voorjaar van 2023 structureel extra prijsbijstelling beschikbaar komt. Deze komt bovenop de reguliere prijsbijstelling die in 2022 is uitgekeerd.

In de najaarsnota is een bedrag van ca. € 400 miljoen geraamd voor OCW. In het voorjaar maakt het kabinet de precieze hoogte van de extra prijsbijstelling bekend en op welke wijze de middelen beschikbaar komen. Als een culturele instelling in de tussentijd in acute problemen komt door gestegen prijzen, kan zij contact opnemen met het ministerie.

In de Meerjarenbrief wordt onder andere gesproken over eerlijke beloning, over digitalisering, over toegankelijkheid en over grote maatschappelijke opgaven, te weten grote transitieopgaven, zo merken de PVV-fractieleden op. De energietransitie, het klimaat, de diversiteit en inclusie krijgen hoge prioriteit in het cultuurbeleid.

Kunt u aangeven waarom het klimaat- en energiebeleid en de diversiteit en inclusie, die als grote maatschappelijke opgaven en grote transitieopgaven worden beschouwd, hoge prioriteit krijgen in het cultuurbeleid, met inhoudelijke gevolgen voor culturele en creatieve uitingen?

Het tegengaan van de opwarming van de aarde is een prioriteit van het kabinet. Daarvoor moet iedereen zich inspannen, ook de culturele sector. De creativiteit en denkkracht van de sector kan helpen bij oplossingen voor de grote uitdagingen van onze tijd. OCW-breed wordt via het programma Klimaat & Energie ingezet op dit thema. Hierbinnen wordt ook gewerkt aan perspectieven voor de culturele sector.

Iedereen moet toegang hebben tot cultuur, en gelijke kansen bieden begint met toegang. Verschillende manifesten en protesten in ons land hebben de afgelopen jaren duidelijk gemaakt dat uitsluiting, discriminatie en racisme nog te vaak voorkomen. Daarom zet ik in op een sector die een evenwichtige afspiegeling van de samenleving vormt, een sector met ruimte voor verschillende verhalen en ieders creativiteit.

De leden van de PvdD-fractie zijn het met u eens dat de kunstenaars, de ontwerpers en de creatieve sector een belangrijke rol spelen bij het meedenken aan oplossingen voor de complexe transities waarmee de samenleving zich geconfronteerd ziet: de energiecrisis, de woningcrisis, de klimaatcrisis (verduurzaming, water en droogte).

1. Waarom zien de PvdD-fractieleden bovengenoemde thema’s niet terug in de maatregelen die door u worden gesubsidieerd of gefaciliteerd? U kiest voor het verlengen van bestaande budgetten en programma’s, maar komt niet met nieuwe initiatieven. Voornoemde leden denken aan het subsidiëren van filmmakers die hun films op duurzame wijze produceren, een nationale fotografieprijs voor fotografen die de klimaatcrisis het meest indringend in beeld brengen, het uitreiken van een prijs aan de architect die het meest duurzame huis ontwerpt, et cetera. Kunt u aangeven of dit soort plannen nog in de pijplijn zit?

De leden van de PvdD-fractie vragen zich af waarom er gekozen wordt voor het verlengen van bestaande budgetten en programma’s als het gaat om het benutten van de kracht van de creatieve en culturele sector bij het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken. Ze stellen de vraag waarom daartoe geen nieuwe initiatieven worden genomen of dat deze mogelijk nog in de pijplijn zitten.

Ik ben blij dat de leden van de PvdD-fractie de positieve rol van de culturele en creatieve sector bij oplossingen voor de energie- en klimaatcrisis onderschrijven. Daar zijn goede voorbeelden van. Zo ziet het Filmfonds het als zijn taak en verantwoordelijkheid de Nederlandse filmsector te stimuleren en te ondersteunen bij verduurzaming. Een mooi initiatief uit de filmsector is de Stichting «Green Film Making» die een duurzame filmproductie stimuleert. Ook wil het Filmfonds duurzaamheidsmanagers inzetten die filmmakers gaan adviseren. Daarnaast is er in samenwerking met het Filmfonds een speciale Filmoogstkaart ontwikkeld voor duurzame stroom voor sets op locatie.

De Raad voor Cultuur zal een verkenning uitvoeren naar duurzaamheid in de gehele culturele en creatieve sector. Deze verschijnt voor de zomer van 2023.

Ik zet succesvolle maatregelen voort en neem daarnaast nieuwe maatregelen. Een voorbeeld van een maatregel die blijft is de succesvolle Erfgoed Deal. De Erfgoed Deal draagt vanuit de kracht van het erfgoed bij aan de realisatie van de transities en opgaven in de leefomgeving. De thema’s van de Erfgoed Deal omvatten o.a. de landbouwtransitie, klimaatadaptatie en energietransitie. Zo ondersteunt de Erfgoed Deal (ruimtelijke) projecten over onder andere energie-infrastructuur, natuur en landbouw en dijkversterking. Cultureel erfgoed en ontwerp vervullen daarbij een sturende of inspirerende rol.

Een nieuwe maatregel is de samenwerking met het Ministerie van BZK, provincies en gemeenten bij de uitvoering van onder meer de NOVEX en Mooi Nederland. In het kader van de provinciale uitvraag van de MVRO wordt aan provincies gevraagd een visie te ontwikkelen over instandhouding van erfgoed in relatie tot transities zoals energieopwekking, waterveiligheid en klimaatadaptatie.

Ook komt er een nieuw Programma Ontwerpend Onderzoek voor de jaren 2023 t/m 2025. Dit programma zet in op de toepassing van ontwerp en ontwerpend onderzoek als methodiek voor de aanpak van complexe maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en verstedelijking.

De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer van 2023 een meerjarenplan over de verdere uitwerking van maatregelen over de rol van cultuur bij grote maatschappelijke opgaven.

Ik geloof in de kracht van creativiteit. Ik heb de afgelopen periode veel verschillende kunstenaars gesproken en ben ervan overtuigd dat hun inbreng van grote waarde kan zijn. Het is goed om kunstenaars vaker aan tafel te vragen. Ik zal daarvoor zelf het goede voorbeeld geven.

2. U investeert 62,5 miljoen euro in bibliotheken en leesbevordering. Tegelijkertijd bezuinigen gemeenten veelvuldig op de openbare bibliotheken, waardoor niet meer in alle gemeenten een bibliotheek beschikbaar is. Hoe wilt u verdere sluiting van bibliotheken voorkomen?

Op grond van de Wet stelsel openbare bibliotheken (Wsob) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de fysieke bibliotheek. De wet omschrijft deze verantwoordelijkheid als een «bevorderingstaak». Dit betekent dat gemeenten een bibliotheekvestiging kunnen sluiten.

Het is van groot belang dat iedereen gebruik kan maken van de openbare bibliotheek. Daarom verander ik de «bevorderingstaak» in de Wsob in een zorgplicht. Zo krijgen gemeenten de wettelijke plicht inwoners toegang te geven tot een openbare bibliotheek. Ik geef gemeenten de gelegenheid zich op die nieuwe situatie voor te bereiden. De komende twee jaar kunnen gemeenten via een specifieke uitkering een nieuwe bibliotheekvestiging mogelijk maken of bestaande voorzieningen verbeteren.

3. Wat betreft de bescherming van Nederlands erfgoed (monumenten, collecties, archieven, musea): hoe garandeert u dat er voldoende studenten (blijven) afstuderen aan Nederlandse opleidingsinstituten die restauratieopleidingen aanbieden?

Goede ambachtslieden zijn van groot belang voor ons erfgoed. Zij houden onze monumenten in stand. Ik kan vanwege de vrije studiekeuze niet garanderen dat er voldoende studenten blijven afstuderen.

Wel ondersteun ik opleidingen in de restauratiebranche, onder meer via het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen. Zo blijven opleidingen beschikbaar voor wie het restauratievak wil leren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu


X Noot
1

Samenstelling:

Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Beukering (Fractie-Nanninga). A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Vos (PvdA), Van den Berg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Veldhoen (GL), Krijnen (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) Verkerk (CU) (voorzitter), Prast (PvdD) en Fiers (PvdA).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 36 200 VIII, A.

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 36 200 VIII, A.

X Noot
4

Toezegging T03350.

X Noot
5

Kamerstukken 35 984.

X Noot
6

Kamerstukken I 2022/23, 36 200 VIII, A, bijlage Meerjarenbrief 2023–2025 – De kracht van creativiteit. Cultuur midden in de samenleving, p. 3.

X Noot
7

Kamerstukken I 2022/23, 36 200 VIII, A, bijlage Meerjarenbrief 2023–2025 – De kracht van creativiteit. Cultuur midden in de samenleving, p. 4.

X Noot
8

Marco Visser, Sandra Kooke, en Harmen van Dijk. Cultuursector ziet publiek terugkeren nu najaarsgolf corona uitblijft. Trouw, 10 januari 2023; Jesper Roele. Bioscopen «herstelden fors» in 2022 van coronacrisis, maar inflatie geeft nieuwe reden tot zorg. Het Parool, 10 januari 2023; Soehayla Halouchi. Het theater zit steeds vaker vol met nieuw publiek. NOS Nieuws, 8 januari 2023. Elsje Jorritsma. Bezoekerscijfers voor musea trekken maar langzaam aan, met feestelijke uitzonderingen. NRC, 30 december 2022.

Naar boven