36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2023

Een dezer dagen wordt in reactie op drie Woo-verzoeken informatie openbaar gemaakt die betrekking heeft op de gedragingen van voormalig minister Wiersma.

De afgelopen periode is voor veel mensen binnen OCW een roerige tijd geweest. Dit geldt voor veel van onze ambtenaren die zich dagelijks met hart en ziel inzetten voor het beste onderwijs, als ook voor voormalig minister Wiersma zelf die op 23 juni zijn ontslag indiende bij de Koning (Kamerstuk 36 383, nr. 1).

Op alle niveaus binnen het ministerie is op verschillende momenten in 2022 en 2023 gesproken over hoe het ministerie voor alle ambtenaren een veilige werkomgeving moet zijn. De verantwoordelijkheid voor een veilige werkomgeving wordt door zowel de politieke als de ambtelijke top van het ministerie ernstig gevoeld. Diverse regelingen en protocollen bieden hier een kader voor. Desondanks hebben we moeten constateren dat ons ministerie niet voor iedereen een veilige werkomgeving is geweest, en dat betreur ik. Op het moment dat voormalig minister Wiersma onderkende dat zijn gedrag niet goed was, werden hierover intensieve en stevige gesprekken gevoerd, ook met de direct betrokken ambtenaren. Daarnaast worden binnen OCW de interne processen kritisch onder de loep genomen. De vraag of iedereen zich niet alleen op papier, maar ook in de praktijk veilig genoeg voelt om grensoverschrijdend gedrag aan de orde te stellen staat hierbij centraal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de expertise op het gebied van sociale veiligheid, binnen en buiten het ministerie.

De regelingen en protocollen die we op dit moment hebben kennen verschillende instrumenten en voorzieningen. Binnen het ministerie zijn onafhankelijke vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen en integriteit. Daarnaast zijn er externe vertrouwenspersonen voor OCW-medewerkers. Medewerkers kunnen een beroep doen op elke OCW-vertrouwenspersoon, zij zijn vrij in hun keuze. De vertrouwenspersonen zijn er specifiek voor de medewerkers en staan naast hen; meldingen en gesprekken blijven strikt vertrouwelijk, tenzij de medewerker toestemming geeft om dat wat is besproken te delen.

Ook heeft OCW sinds enige jaren een Ombudsfunctionaris. Deze functionaris is net als de vertrouwenspersonen onafhankelijk, maar heeft een bredere opdracht. Anders dan de vertrouwenspersoon heeft de Ombudsfunctionaris een neutrale rol en staat tussen partijen. Zij adviseert, signaleert en bemiddelt bij rechtspositionele conflicten en verwijst door bij meldingen van (vermoedelijke) integriteitschendingen.

Bedrijfsartsen en bedrijfsmaatschappelijk werkers vangen eveneens signalen op, delen deze met leidinggevenden in de Sociaal Medische Teams die regelmatig plaatsvinden op directie- en directoraatsniveau en verwijzen door bij (vermoedelijke) integriteitsschendingen.

Verder zijn er binnen OCW centrale integriteitscoördinatoren. De medewerkers kunnen hier contact mee opnemen voor een formele melding over een vermoeden van een integriteitsschending (waaronder ook ongewenste omgangsvormen) of misstand, advies of ondersteuning. Tot slot zijn de integriteitscoördinatoren betrokken bij de inrichting van het onafhankelijke OCW Loket Sociale Veiligheid en Integriteit dat naar verwachting in het najaar in werking is.

Binnen OCW is er ook een formele klachtenregeling ongewenste omgangsvormen. Als daar een beroep op wordt gedaan, is er een onafhankelijke klachtencommissie (met externe leden) die de klacht in behandeling neemt en beoordeelt. De commissie adviseert de ambtelijke top over de afhandeling van een klacht. Vanwege de ontwikkelingen in de samenleving en de behoefte om actiever te kunnen reageren en acteren bij integriteitsvraagstukken in de organisatie heeft OCW het afgelopen jaar het integriteitsbeleid versterkt en de capaciteit daarvoor uitgebreid. Het doel hiervan is meer bewustwording over ongewenste omgangsvormen en integriteit binnen alle lagen van de organisatie. Ook is de interne communicatie op dit punt versterkt, er zijn trainingen voor medewerkers en leidinggevenden en workshops sociale veiligheid.

Om goed beleid te kunnen maken, is het wezenlijk dat alle perspectieven intern gewisseld kunnen worden; van juridische tot beleidsinhoudelijke en ook vanuit de uitvoering. Elke medewerker moet in staat zijn dergelijke tegenspraak te kunnen bieden. Binnen ons ministerie wordt hier veel waarde aan gehecht en mede als opvolging van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is dit daarom ook expliciet punt van aandacht binnen het ministerie. Deze veranderopgave wordt ondersteund vanuit het programma OCW Open, bijvoorbeeld via workshops, masterclasses, casuïstiek etc.

Bovenstaande informatie is eerder ook gedeeld in een Woo-verzoek dat een paar weken geleden is gepubliceerd.1 In dit besluit ontbrak per abuis de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Deze is opgesteld in 2018 en geactualiseerd in 2020. Op dit moment vindt een uitgebreide actualisatie plaats binnen OCW. Een RI&E wordt onafhankelijk uitgevoerd. Daaruit komen risico’s waar je als organisatie op moet reageren. Dit is bedoeld om als werkgever preventief medewerkers te beschermen.

Over de werkomgeving van ambtenaren en het vertrek van minister Wiersma zijn door het lid Kwint (SP) eerder schriftelijke vragen gesteld. In de Woo-verzoeken waarnaar in deze brief wordt verwezen, zit veel van de gevraagde informatie. Daarnaast vind ik het belangrijk om in deze brief de sociale veiligheid van ambtenaren, waar ook het lid Kwint naar vroeg, hier nog extra uit te lichten. De schriftelijke vragen worden hiermee beschouwd als afgedaan.

De informatie die in het kader van de afhandeling van de Woo-verzoeken openbaar wordt gemaakt, wordt gepubliceerd op www.Rijksoverheid.nl.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven