36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 249 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2023

Met deze brief ontvangt u de onderzoekskaders 2023, versie 1 augustus 2023, van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) die ik op voordracht van de inspectie heb vastgesteld. Ik informeer u over een wijziging van de onderzoekskaders aangaande de standaard basisvaardigheden en concretisering van twee andere standaarden in de onderzoekskaders.

Onderzoekskaders

Hierbij bied ik u ter informatie de onderzoekskaders 2023, versie 1 augustus 2023 aan en de verslagen van het overleg dat de inspectie voorafgaand aan de voordracht met vertegenwoordigers van het onderwijsveld en andere betrokkenen heeft gevoerd, conform de Wet op het onderwijstoezicht, artikel 13, tweede lid, hierna: de WOT.

Deze kaders heb ik op voordracht van de inspectie vastgesteld en worden gepubliceerd in de Staatscourant. Conform de WOT zend ik deze stukken ook aan de Eerste Kamer.

Het betreft de onderzoekskaders voor het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: po, (v)so, vo en mbo). Daarnaast bied ik u ook het advieskader Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen aan.

Versterking van toezicht op basisvaardigheden

Vanaf komend schooljaar zal de inspectie nog nadrukkelijker toezien op de wettelijke eisen voor de basisvaardigheden taal, rekenen-wiskunde en burgerschap. In de onderzoekskaders van afgelopen jaar heeft de inspectie binnen een aantal standaarden de basisvaardigheden al geëxpliciteerd. Vervolgens is de inspectie aan de slag gegaan met de ontwikkeling van een nieuwe standaard basisvaardigheden (OP0), en heeft daarover overlegd met het onderwijsveld en de Ringen. Deze nieuwe standaard maakt het voor de besturen en scholen duidelijker wat van scholen verwacht wordt op het gebied van de basisvaardigheden en brengt nadere focus aan in het toezicht. Deze standaard gaat gelden voor po, vo, so en mbo. Naar aanleiding van de introductie van de standaard basisvaardigheden is ook de standaard aanbod (OP1) aangepast. De standaard basisvaardigheden wordt vanaf aankomend schooljaar meegenomen in de onderzoeken van de inspectie.

Daarnaast heeft de inspectie, zoals toegezegd in de brief aan uw Kamer over «Samen voor beter onderwijs, duidelijk over kwaliteit», twee standaarden in de onderzoekskaders voor po, vo en so nader geconcretiseerd. De inspectie heeft zich daarbij gefocust op de kwaliteit in de klas, en de standaarden zicht op ontwikkeling (OP2) en pedagogisch-didactisch handelen (OP3) aangepast. Deze standaarden zijn ook met het onderwijsveld en de Ringen besproken. In de bijlages vindt u de verslagen van de overleggen met de Ringen.

Overige wijzigingen

De onderzoekskaders zijn verder aangepast aan wijzigingen in wet- en regelgeving. Dit gebeurt jaarlijks. Ook zijn de verwijzingen naar de waardering Goed op schoolniveau aangepast. De waardering Goed voor scholen wordt niet meer op aanvraag onderzocht door de inspectie. Hierover heeft de voormalig Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs uw Kamer bij brief van 20 april jl. reeds geïnformeerd (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 668).

Wettelijke eisen

Naast de toegezegde concretisering van de onderzoekskaders door de inspectie, heeft de voormalig Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de inspectie ook gevraagd te kijken naar wettelijke eisen die mogelijk aanscherping behoeven of duidelijker kunnen om zo de kwaliteit van het onderwijs en het toezicht daarop te versterken. De inspectie heeft mij daarvoor inmiddels een aantal suggesties gedaan. In het notaoverleg over het Curriculum funderend onderwijs en masterplan basisvaardigheden van 22 mei jl. is namens het lid Paul c.s. een motie ingediend om het gebruik van bewezen ineffectieve lesmethodes terug te dringen en het gebruik van bewezen effectieve lesmethodes te stimuleren en beide op te laten nemen in de onderzoekskaders.1 Op basis van de huidige wettelijke eisen is het niet mogelijk voor de inspectie om dit in de onderzoekskaders mee te nemen. Met het wetsvoorstel deugdelijkheidseisen kijk ik kritisch naar de bestaande eisen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De ingediende motie sluit daar goed op aan. In dit traject onderzoek ik daarom of de vereiste wetswijziging voor toezicht op methoden rechtmatig, noodzakelijk en uitvoerbaar is.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstuk 31 293, nr. 672.

Naar boven