Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Uw Kamer heeft mij met de motie van het lid Kwint verzocht om op korte termijn werk
te maken van het wettelijk inperken van woekerhandel in de doorverkoop van toegangskaarten.1 Dit verzoek is een vervolg op de eerder aangenomen gewijzigde motie van het lid Kwint
in 2017, waarin de regering wordt verzocht om «op korte termijn met een voorstel te
komen om secundaire tickethandel aan banden te leggen».2
Om uitvoering te geven aan deze motie zijn er in 2017 en 2018 gesprekken gevoerd met
betrokken partijen. In deze gesprekken is gebleken dat dit probleem weerbarstig is.
Een verbod op doorverkoop zou er bijvoorbeeld toe leiden dat de doorverkoop van tickets
zich naar het buitenland verplaatst en zou zeer moeilijk te handhaven zijn. Uiteindelijk
is gekozen voor een voorlichtings- en bewustwordingscampagne die nu loopt. Parallel
zijn de afgelopen twee jaar op Europees niveau afspraken gemaakt over een veilige
online omgeving voor consumenten. Zo zijn er stappen gezet om doorverkoop te bemoeilijken,
zoals een verbod om met software ingestelde limieten over het aantal tickets dat een
persoon mag kopen te omzeilen. Daarnaast zijn fraude en internetoplichting bij de
(door)verkoop van toegangskaarten al strafbaar voor de Nederlandse wet en is misleiding
van de consument verboden.
Ik begrijp de wens van de Kamer om tot nadere maatregelen te komen en ik zal mij inzetten
om uitvoering te geven aan deze nieuwe motie. Op korte termijn zal ik een uitvraag
doen bij andere lidstaten van de Europese Unie om te zien welke ervaringen er zijn
met maatregelen die bijdragen aan het inperken van de doorverkoop van toegangskaarten.
Deze informatie zal ik meenemen in het vervolgtraject.
Parallel ga ik in gesprek met mijn collega-bewindslieden die betrokken zijn bij dit
onderwerp, omdat het verzoek uit de motie raakt aan het consumentenrecht en zowel
de sport- als de cultuursector betreft. Voorts vind ik het belangrijk ook de sector
te raadplegen. Ik kan u melden dat het contact op dit onderwerp al opgestart is.
Op basis van de uitkomsten van de uitvraag en de gesprekken zal ik uw Kamer informeren
over de manier waarop ik uitvoering wil geven aan de motie. Ik streef ernaar dit in
het eerste kwartaal van 2023 te doen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu