Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2022
In deze brief reageer ik op het indiende amendement (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 148) van het lid Van der Graaf c.s. om extra middelen te reserveren voor studentenwelzijn.
Ik geef dit amendement Oordeel Kamer.
Ik dank de indieners van het voorstel en ben van mening dat deze middelen een goede
aanvulling vormen op de bestaande plannen rond studentenwelzijn. Het is van groot
belang om middelen vrij te maken voor het verspreiden van kennis en kunde voor het
signaleren en het gesprek te voeren over mentaal welzijn, dreigende depressieve gevoelens
en suïcidale gedachten. De onderzoeken op dit gebied laten zoals bekend zorgelijke
signalen zien en zowel bij mij als in het veld is er grote urgentie om hierop actie
te ondernemen.
De voorgestelde handreiking sluit goed aan bij de afspraken uit het Bestuursakkoord
van juli 2022.1 In het Bestuursakkoord heb ik met de koepels en studentenorganisaties afgesproken
om een kader te ontwikkelen voor een integrale aanpak van studentenwelzijn. Momenteel
wordt dit kader samen met de koepels en studentenorganisaties verder uitgewerkt. In
het kader zetten we gezamenlijk onder meer in op preventie, het vergroten van kennis
en kunde bij onderwijsprofessionals en het vergroten van een «sense of belonging»
bij studenten.
De middelen uit het amendement maken het mogelijk om in een handreiking de reeds opgedane
kennis en expertise over studentenwelzijn in binnen- en buitenland te ontsluiten en
te verspreiden binnen het hoger onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Onderwijsinstellingen
in het hoger onderwijs en het mbo hebben immers al veel kennis en expertise in huis
als het gaat over de begeleiding van studenten. Met de middelen uit het Nationaal
Programma Onderwijs (NPO) zijn er bovendien veel nieuwe initiatieven ontwikkeld door
instellingen en studenten zelf. In het buitenland bestaan goede evidence based voorbeelden
van het opzetten van een integrale aanpak. En ook in Nederland wordt er in de sectoren
po, vo en mbo gewerkt met een integrale aanpak gezondheid, waaronder het welbevinden
van leerlingen en jongeren.
Het samenbrengen van expertise en het verspreiden van goede voorbeelden helpt onderwijsinstellingen
bij het verbeteren van beleid gericht op preventie. Bijvoorbeeld gericht op het stimuleren
van het gesprek over welzijn en suïcide binnen de onderwijsomgeving. In het Landelijk
Netwerk Studentenwelzijn komt de expertise van studentpsychologen, geestelijk verzorgers,
zorgcoördinatoren, studentenorganisaties, vertegenwoordigers van studie- en studentenverenigingen
en Stichting 113 al mooi samen. Het Netwerk biedt daarom een goede basis om andere
(zorg)experts te betrekken en verder kennis te verspreiden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf