Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2022
Tijdens het Wetgevingsoverleg (WGO) van 14 november jl. (Kamerstukken 36 200 VII en 36 200 XIII en 36 200 VI, nr. 116) is er door uw Kamer een aantal moties ingediend, die betrekking hebben op de begrotingsonderdelen
van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering. Uw Kamer heeft verzocht de appreciatie
op de moties schriftelijk in te brengen. Met deze brief wordt invulling gegeven aan
dat verzoek. De appreciatie op de moties inclusief toelichting is opgenomen in bijlage 1.
Naast de appreciatie op de moties die u in de bijlage bij deze brief aantreft, is
tijdens het debat toegezegd in de tweede termijn terug te komen op twee openstaande
vragen. Wegens gebrek aan tijd was er geen gelegenheid om te antwoorden. Via deze
weg willen wij vooralsnog ingaan op deze vragen.
Kamerlid Dekker-Abdulaziz (D66) vroeg waar precies in de DSA wordt ingegaan op de
risico’s van een online product of dienst voor de rechten van kinderen. Het antwoord
is opgenomen in de toelichting bij de appreciatie op motie met Kamerstuk 36 200 VII, nr. 78, namelijk DSA artikel 34, eerste lid, onder d.
Tevens stelde Kamerlid Dekker-Abdulaziz (D66) de vraag over handel in data, die door
overheidsinstanties worden ingewonnen. Het kabinet zal hierop schriftelijk reageren
gezien het meervoudige karakter van de vraag en de daarmee samenhangende complexere
beantwoording.
De reactie ontvangt uw Kamer dit voorjaar.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius