36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023

Nr. 139 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2023

In navolging van mijn brief van 12 mei jl. over de ontstane situatie binnen het College voor de Rechten van de Mens (hierna CRM),1 hecht ik er aan uw Kamer nader te informeren over de actuele ontwikkelingen naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand en de maatregelen die worden getroffen om de continuïteit van het CRM te waarborgen.

Het CRM is het Nederlandse onafhankelijke mensenrechteninstituut. Het instituut bestaat uit het College en een ondersteunend bureau. De onafhankelijkheid van het CRM wordt gewaarborgd door de Wet College voor de rechten van de mens en de zogenaamde «Paris Principles», het VN-kader voor de onafhankelijke status van nationale mensenrechteninstituten. Deze vergaande mate van onafhankelijkheid is ook het uitgangspunt in de beheersmatige relatie tussen het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het CRM. Dit alles maakt dat terughoudendheid – ook vanuit mijzelf – gepast is.

Ik ben mij bewust van de gevolgen van de actuele ontwikkelingen voor het functioneren van het CRM als instituut en het feit dat deze situatie bijzonder veel vraagt van alle medewerkers van het bureau. Via deze brief wil ik graag mijn bijzondere waardering uiten voor de inspanningen van alle medewerkers om onder deze lastige omstandigheden te blijven zorgen voor het goed functioneren van het CRM. Het CRM speelt een belangrijke rol in het Nederlandse rechtsbestel. Ik vind het van belang dat medewerkers van het CRM hun werk kunnen doen in een rustige omgeving.

Vanwege de zorgen over de continuïteit van het CRM heb ik mij op 8 juni jl. laten informeren door de Raad van Advies van het CRM. In dat gesprek heb ik kennisgenomen van de visie van de Raad van Advies en hun adviezen om de continuïteit van de werkzaamheden te waarborgen. Op verzoek van de Raad van Advies en met instemming van de individuele Collegeleden wordt een interim- voorzitter aangetrokken, nu de huidige voorzitter van het College vanwege ziekte haar taken tijdelijk niet kan vervullen. De Raad van Advies heeft mij gevraagd deze stap en de benoeming van een interim- voorzitter te faciliteren. De heer J. Silvis is bereid gevonden om deze functie te vervullen. Ook heeft hij aangegeven bereid te zijn om vanaf aanstaande maandag ondersteuning te bieden vooruitlopend op het doorlopen van het formele benoemingsproces via de ministerraad. Dit is een belangrijke stap die zal bijdragen aan de rust binnen het CRM. Daarom geef ik gehoor aan dit verzoek. Daarnaast is relevant dat de beoogde benoeming van een aantal ervaren kandidaten voor plaatsvervangend Collegeleden op zeer korte termijn wordt afgerond. Dit proces was reeds ingezet, los van de recente ontwikkelingen, maar draagt verder bij aan de capaciteit en de continuïteit van het College om zaken die aan het CRM worden voorgelegd, te blijven behandelen.

Op korte termijn moeten deze stappen zorgen voor rust bij het CRM. Dat is in het belang voor continuïteit van het CRM en het onafhankelijke onderzoek van de commissie Sorgdrager, maar bovenal in het belang van de direct betrokkenen én de medewerkers van het bureau.

Ik hoop de Kamer met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 VI, nr. 132.

Naar boven