36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2022

Op 16 mei 2022 (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 148) heb ik uw Kamer namens het kabinet geïnformeerd over de instelling van de Commissie advocatendiensten aan de Staat onder voorzitterschap van mr. J. Silvis, voormalig Procureur-generaal bij de Hoge Raad en voormalig rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Het kabinet heeft de commissie gevraagd inzichtelijk te maken welke redenen er zijn voor de Staat om een advocaat in te schakelen, welke keuzes zich daarbij voordoen en welke alternatieven er zijn. Voor het kabinet is daarbij uitgangspunt dat de Staat, zeker in politiek-bestuurlijk gevoelige kwesties, onafhankelijk juridisch advies c.q. een second opinion moet kunnen inwinnen. Daarnaast is de commissie gevraagd welke mogelijkheden er zijn om de advocatendiensten aan de Staat geheel of gedeeltelijk binnen de Staat te beleggen en wat de mogelijkheden zijn om de advocatendiensten aan de Staat (o.a. de verplichte vertegenwoordiging in civiele zaken) geheel of gedeeltelijk te beleggen bij één of meerdere marktpartijen (gelet op de bijzondere positie van de Staat). De commissie is ook gevraagd te adviseren welke eisen de Staat aan deze partij(en) minimaal zou moeten stellen en te adviseren over de (on)mogelijkheden voor de Staat om op de naleving van de te stellen eisen zicht te houden. Voorts heeft het kabinet aan de commissie ook de vraag voorgelegd in hoeverre de eisen die (eventueel) volgens de commissie aan een verlener van advocatendiensten zouden moeten worden gesteld ook relevant kunnen zijn voor de notariële dienstverlening aan de Staat.

De Commissie Silvis heeft haar rapport vandaag aan mij aangeboden. Hierbij stuur ik het rapport aan uw Kamer. Ik ben de commissie zeer erkentelijk voor het werk dat zij heeft verricht. Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld, spreek ik graag verder met uw Kamer over de in het rapport beschreven opties en de te kiezen richting. Daartoe zal het kabinet een inhoudelijke reactie op het rapport voorbereiden. Ik streef ernaar deze reactie uiterlijk aan het begin van het tweede kwartaal van 2023 aan uw Kamer aan te bieden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven