Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2023
Zoals bekend is het gebruik dat de regering jaarlijks aan het parlement een overzicht
verstrekt van tot stand gekomen verdragen, waarbij partij worden van het Koninkrijk
tot de reële mogelijkheden behoort, maar die nog niet ter goedkeuring zijn ingediend.
Een opgave van de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van de parlementaire
goedkeuring wordt dan eveneens gegeven.
Een en ander geschiedt in het kader van het door parlement en regering gewenste streven
naar een vlottere voorbereiding van de goedkeuring van verdragen.
Bijgaand bied ik u, mede namens mijn ambtgenoten, het tweeënveertigste overzicht,
met als peildatum 1 januari 2023, aan.
Het overzicht bestaat uit vier lijsten. Ten eerste een lijst van verdragen waarvan
verwacht wordt dat zij in de loop van 2023 ter parlementaire goedkeuring worden ingediend
(lijst I, 30 verdragen).
Ten tweede, een lijst van verdragen waarvan de indiening ter goedkeuring eerst op
langere termijn te verwachten valt, of ten aanzien waarvan nog geen beslissing is
genomen over de wenselijkheid van partij worden (lijst II, 36 verdragen).
Ten derde, een lijst van verdragen ten aanzien waarvan is besloten dat partij daarbij
worden onder de huidige omstandigheden niet wenselijk is, maar waarbij onderkend is
dat, als de omstandigheden zich zouden wijzigen, heroverweging van deze beslissing
nodig zou kunnen zijn (lijst III, 25 verdragen).
Ten vierde, een lijst van verdragen ten aanzien waarvan definitief besloten is dat
partij worden onder de huidige omstandigheden niet zinvol is (Lijst IV, 1 verdrag).
Ik zou het zeer op prijs stellen indien uw Kamer te zijner tijd medewerking zou willen
verlenen aan een voortvarende behandeling van de verdragen van lijst I.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra