Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2022
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft uw Kamer toegezegd de appreciatie van de
motie van het lid Van Haga (Kamerstuk 36 200 V, nr. 51), betreffende excuses aan de Molukse gemeenschap per brief te zullen toezenden. Omdat
ik coördinerend bewindspersoon ben op dit onderwerp en dit binnen mijn portefeuille
Oorlogsgetroffenen en Herinnering Tweede Wereldoorlog valt, heb ik de beantwoording
hiervan op mij genomen.
De motie van het lid Van Haga verzoekt de regering excuses te maken voor de manier
waarop de Molukkers zijn behandeld na aankomst in Nederland in 1951. Daarnaast wordt
de regering verzocht haar waardering uit te spreken voor de KNIL-militairen en hun
gezinnen voor de offers die zij voor Nederland hebben gebracht.
In de Kamerbrief van 17 februari 2022 (Kamerstuk 26 049, nr. 92) betreffende de eerste kabinetsreactie op de uitkomsten van het onderzoeksprogramma
«Onafhankelijkheid, Dekolonisatie, Geweld en Oorlog in Indonesië, 1945–1950» heeft
het kabinet reeds haar waardering uitgesproken voor de Indiëveteranen, waaronder de
KNIL-militairen. De Minister-President heeft dit op 3 september 2022 herhaald in zijn
toespraak tijdens de herdenking bij het Nationaal Indiëmonument te Roermond.
Het kabinet is in dialoog met vertegenwoordigers uit de Molukse gemeenschap. Ook het
onderwerp excuses maakt daar deel van uit, zonder dat daar op dit moment al een eindconclusie
over is getrokken. Dat maakt het op dit ogenblik niet mogelijk een appreciatie aan
de motie te geven. Het is aan de indiener in het licht van het voorafgaande te overwegen
de motie aan te houden dan wel in stemming te brengen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen