36 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2022

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft uw Kamer toegezegd de appreciatie van de motie van het lid Van Haga (Kamerstuk 36 200 V, nr. 51), betreffende excuses aan de Molukse gemeenschap per brief te zullen toezenden. Omdat ik coördinerend bewindspersoon ben op dit onderwerp en dit binnen mijn portefeuille Oorlogsgetroffenen en Herinnering Tweede Wereldoorlog valt, heb ik de beantwoording hiervan op mij genomen.

De motie van het lid Van Haga verzoekt de regering excuses te maken voor de manier waarop de Molukkers zijn behandeld na aankomst in Nederland in 1951. Daarnaast wordt de regering verzocht haar waardering uit te spreken voor de KNIL-militairen en hun gezinnen voor de offers die zij voor Nederland hebben gebracht.

In de Kamerbrief van 17 februari 2022 (Kamerstuk 26 049, nr. 92) betreffende de eerste kabinetsreactie op de uitkomsten van het onderzoeksprogramma «Onafhankelijkheid, Dekolonisatie, Geweld en Oorlog in Indonesië, 1945–1950» heeft het kabinet reeds haar waardering uitgesproken voor de Indiëveteranen, waaronder de KNIL-militairen. De Minister-President heeft dit op 3 september 2022 herhaald in zijn toespraak tijdens de herdenking bij het Nationaal Indiëmonument te Roermond.

Het kabinet is in dialoog met vertegenwoordigers uit de Molukse gemeenschap. Ook het onderwerp excuses maakt daar deel van uit, zonder dat daar op dit moment al een eindconclusie over is getrokken. Dat maakt het op dit ogenblik niet mogelijk een appreciatie aan de motie te geven. Het is aan de indiener in het licht van het voorafgaande te overwegen de motie aan te houden dan wel in stemming te brengen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven