De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat sedert de inval van Rusland in Oekraïne de economische en financiële
omstandigheden drastisch zijn gewijzigd, met name de vooruitzichten voor inflatie
en rente;
overwegende dat deze vijandelijkheden op Europees grondgebied onverwachte en grote
gevolgen hebben voor de financieel-economische vooruitzichten, juist ook in Nederland;
overwegende dat het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen (36 067) kort na de genoemde inval is ingediend;
overwegende dat op 31 oktober de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer het bij
deze motie gevoegde dringende advies hebben ontvangen van een groot aantal prominenten
om met het oog op genoemde omstandigheden op dit moment af te zien van verdere behandeling
van het wetsvoorstel 36067 in de voorgestelde vorm1;
overwegende dat deze briefschrijvers voorts adviseren de huidige rekenrentesystematiek
te vervangen door een meer stabiele rekenrente die evenwichtiger uitpakt ten opzichte
van de ontwikkeling van het pensioenvermogen;
overwegende dat deze adviezen de zorgen bevestigen die breed leven in en buiten het
parlement;
verzoekt het kabinet de beraadslaging in de Tweede Kamer over wetsvoorstel 36 067 op te schorten en na een tussentijdse evaluatie van de financieel-economische vooruitzichten
de Staten-Generaal te berichten welke conclusies het kabinet verbindt aan de verdere
behandeling van genoemd wetsvoorstel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Rooijen