36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2023

Momenteel lopen de voorbereidingen voor twee nieuwe wegtrajecten: de Blankenburgverbinding (verder: BBV) en de ViA15. Een deel van de aanlegkosten van beide wegen wordt gedekt uit tolheffing. In het project Tijdelijke Tolheffing wordt de invoering en de exploitatie van tolheffing op beide wegen voorbereid. Het Ministerie van IenW werkt hierin samen met de uitvoeringsorganisaties Dienst Wegverkeer (RDW), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en Rijkswaterstaat (RWS).

Deze brief informeert uw Kamer over de voortgang van het project Tijdelijke Tolheffing. In de brief wordt teruggekeken op de voortgang sinds de brief van 7 april 2022 (Kamerstuk 35 925 A, nr. 37). Naar aanleiding van het plenaire debat met uw Kamer op 19 januari jongstleden, over de wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, kijkt deze brief vervolgens vooruit naar komend jaar. Deze brief geeft tevens invulling aan twee toezeggingen aan uw Kamer in 2022 (Kamerstuk 35 925 A, nr. 75), namelijk uw Kamer te informeren over de uitkomsten van de aanbestedingen voor het waarnemingssysteem en voor de hoofddienstaanbieder, en over mogelijke inzet van tariefdifferentiatie naar wijze van tol betalen.

Terugblik

Realisatie tolsysteem

Onder leiding van de RDW zijn het afgelopen jaar grote stappen gezet in de realisatie van het tolsysteem.

Twee cruciale aanbestedingen zijn in het najaar afgerond. Dit betrof allereerst de aanbesteding voor het systeem voor waarneming en registratie van voertuigpassages met automatische nummerplaatherkenning. Daarnaast is de aanbesteding van de hoofddienstaanbieder afgerond. Deze dienstaanbieder draagt er zorg voor dat weggebruikers het toltarief geautomatiseerd kunnen betalen op basis van een dienstverleningsovereenkomst. Beide opdrachten zijn gegund aan ondernemingen met een uitgebreide internationale ervaring met vergelijkbare tolsystemen.

Tegelijkertijd is afgelopen jaar gewerkt aan de realisatie van de benodigde ICT-systemen bij de RDW en de andere uitvoeringsorganisaties CJIB en RWS. Deze werkzaamheden liggen op schema.

Wet- en regelgeving

Ook ten aanzien van wet- en regelgeving is voortgang geboekt. Op 20 juni 2022 is bij uw Kamer de wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 (Kamerstuk 36 137) ingediend in verband met de Wet implementatie EETS-richtlijn en enkele technische aanpassingen. Na de plenaire behandeling op 19 januari jongstleden (Handelingen II 2022/23, nr. 23, item 8) heeft uw Kamer op 24 januari met dit wetsvoorstel ingestemd (Handelingen II 2022/23, nr. 43, item 14). Op 7 maart zijn vervolgens de vragen van de leden van de fractie van de PVV in de Eerste Kamer ontvangen. De memorie van antwoord is op 20 maart aan de Eerste Kamer aangeboden (Kamerstuk 36 137, C).

Vooruitblik

Realisatie tolsysteem en voorbereiding exploitatie

Het komend jaar staat in belangrijke mate in het teken van het (verder) realiseren en vervolgens testen van de systemen voor tijdelijke tolheffing en het inrichten van de exploitatie-organisatie bij de uitvoerende organisaties. Dit voorjaar starten de eerste testen met de ICT-systemen. Daarnaast zullen vanaf dit voorjaar de camerasystemen voor de automatische nummerplaatherkenning op de A12 ter hoogte van Harmelen worden getest. Het is de verwachting dat voor deze testen een aantal weken nodig is, verdeeld over een periode van ongeveer een jaar.

Medio dit jaar start de eerste publiekscommunicatie voor tijdelijke tolheffing en wordt de publiekswebsite opengesteld.

Wet- en regelgeving

Ten behoeve van de voorbereiding en exploitatie van de tolheffing is lagere wet- en regelgeving nodig. Deze producten worden naar verwachting dit jaar afgerond.

Aan het begin van het tweede kwartaal wordt de Tijdelijke regeling testen technisch hulpmiddel tolheffing gepubliceerd. Deze regeling schept de voorwaarden om de genoemde testen van de camerasystemen op de A12 uit te voeren.

In de loop van het tweede kwartaal ontvangen beide Kamers, ter voorhang, het Besluit tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15. In dit ontwerpAMvB wordt ingegaan op de verwerking van persoonsgegevens bij tolheffing en de inzet van de ANPR-camera’s. Ook schetst dit besluit de kaders voor het waarnemingsplan. In dit plan wordt kenbaar gemaakt op welke wijze en op welke locaties de camera’s voor automatische nummerplaatherkenning worden ingezet, en motiveert deze keuzes. Het waarnemingsplan wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Eveneens in het tweede kwartaal ontvangt uw Kamer naar verwachting de wijziging van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 voor de implementatie van de Eurovignetrichtlijn, alsmede het nader rapport en het advies van de Raad van de State over dit wetsvoorstel.

Medio dit jaar wordt naar verwachting de gewijzigde Regeling tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 gepubliceerd. Deze regeling bevat onder meer regels voor het kenbaar maken van de tolheffing via informatieborden waarmee het verkeer wordt geïnformeerd over de tolplicht en de wijze van tolbetaling. In de regeling worden ook de criteria uitgewerkt om bij bepaalde calamiteiten of beheer- en onderhoudswerkzaamheden het verkeer vrij te stellen van de tolheffing. Eerder is uw Kamer geïnformeerd dat deze criteria een restrictief karakter zullen kennen en bedoeld zijn als uitzondering op de reguliere situatie met tolheffing (Kamerstuk 35 925 A, nr. 75).

In het najaar ontvangt uw Kamer het uitvoerings- en het handhavingsplan voor tijdelijke tolheffing conform de invulling hiervan in de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15. Het uitvoeringsplan gaat nader in op de wijze waarop het passerende verkeer wordt geregistreerd, de betalingsmogelijkheden en de wijze waarop weggebruikers en kentekenhouders in contact kunnen treden met vragen en klachten over het betalen van tol, herinneringen of boetes. Het handhavingsplan bevat een omschrijving van hoe het toezicht is georganiseerd, de wijze waarop een boete wordt opgelegd en hoe deze wordt geïnd.

Tariefdifferentiatie

Weggebruikers kunnen straks op twee manieren aan de tolplicht voldoen. Ze hebben de keuze tussen automatisch betalen door het afsluiten van een dienstverleningsovereenkomst met een dienstaanbieder, dan wel de tol via een eenmalige, elektronische betaling direct aan de tolheffer te voldoen. Als de eenmalige betaling niet tijdig wordt voldaan dan volgt een betalingsherinnering, eventueel gevolgd door een boete. Eenmalige betalingen bieden daarmee minder gemak voor de gebruiker. Daarbij is deze wijze van betalen voor de tolheffer minder efficiënt. Het Adviescollege ICT-toetsing heeft daarom vorig jaar geadviseerd te onderzoeken of het differentiëren van de toltarieven naar de wijze van betalen mogelijk is en eraan bijdraagt om het aantal betalingen via een dienstverleningsovereenkomst te maximaliseren. De gewijzigde Eurovignetrichtlijn biedt ruimte voor deze differentiatie, zij het dat het verschil in tarief tussen betaalwijzen maximaal 13 procent mag bedragen.

In de brief van 7 april vorig jaar is daarom aangegeven dat de mogelijkheden voor tariefdifferentiatie onderzocht zullen worden. Hiertoe is aan KPMG gevraagd om de toltarieven bij vergelijkbare tolsystemen in het buitenland te analyseren1. Het onderzoek laat zien dat tariefdifferentiatie naar wijze van betalen internationaal gangbaar is en een effectief middel lijkt om het aandeel «automatisch betalen» te vergroten. De volgende stap is de mogelijkheden van deze tariefdifferentiatie voor tijdelijke tolheffing nader uit te werken binnen de kaders van onder meer de Eurovignetrichtlijn. Voor het einde van het jaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de resultaten.

In 2022 zijn onomkeerbare stappen gezet op weg naar de tijdelijke tolheffing en dit jaar staan belangrijke vervolgstappen op stapel. Alle werkzaamheden liggen op schema om voorjaar 2024 de voorbereidingen voor de tolheffing af te ronden en najaar 2024, bij de verwachte ingebruikname van de BBV, te starten met het heffen van tol. Voor wat betreft de ViA15 wordt de uitspraak van de Raad van State over het Tracébesluit afgewacht.

Kosten en opbrengsten tijdelijke tolheffing

Het doel van de tolheffing is om een financieringsbehoefte voor de aanleg BBV en de ViA15 te dekken. Deze behoefte komt tot uiting in een tolopgave van € 363 miljoen voor de BBV en van € 328 miljoen voor de ViA15 (bedragen in prijzen 2022). De tolopgave bedraagt derhalve voor beide wegen tezamen € 691 miljoen. De tolopbrengsten dienen deze tolopgave, maar ook de uitvoeringskosten voor tolheffing te dekken. Deze kosten betreffen de invoeringskosten van tolheffing en de cumulatieve kosten voor exploitatie tijdens de periode waarin tol geheven wordt.

De tolopgave zou oorspronkelijk worden voldaan op het moment dat de totale opbrengsten uit de tolheffing overeenkomen met het bedrag van de tolopgave plus de gemaakte kosten voor de tolheffing tot aan dat moment. In het coalitieakkoord is echter opgenomen dat per 2030 Betalen naar Gebruik de nog bestaande tol-tracés, waaronder de tolheffing op de BBV en de ViA15, vervangt. Daarmee zal de tijdelijke tolheffing ruimschoots eerder worden beëindigd dan het moment waarop de tolopgave is voldaan. Conform de eerste hoofdlijnenbrief over Betalen naar Gebruik van 1 juli 2022, is het uitgangspunt dat de resterende tolopgave per 2030 zal worden gedekt uit de opbrengsten van Betalen naar Gebruik (Kamerstuk 32 813, nr. 1081).

De huidige inzichten met betrekking tot de kosten en opbrengsten zijn onveranderd ten opzichte van hetgeen bij brief van 7 april 2022 aan uw Kamer is gemeld. Geïndexeerd naar prijzen 2022 is er tot aan het moment van invoering van Betalen naar Gebruik in 2030 naar verwachting sprake van circa € 430 miljoen aan cumulatieve opbrengsten en circa € 290 miljoen aan cumulatieve kosten voor realisatie plus exploitatie. De opbrengsten uit tolheffing zijn derhalve beduidend hoger dan de kosten van tolheffing. Dit betekent dat tot aan de invoering van Betalen naar Gebruik per 2030 tussen € 100 en € 150 miljoen op de totale tolopgave is voldaan. Daarmee resteert per 2030 nog een tolopgave van ordegrootte € 540 à € 590 miljoen ten opzichte van de tolopgave van € 691 miljoen bij start tolheffing.

Bij de recente behandeling van de Wijzigingswet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 heeft uw Kamer aangegeven op de hoogte te willen blijven van de ontwikkeling van kosten en opbrengsten. In de IenW-Begroting 2024 wordt uw Kamer geïnformeerd over de actualisatie van de kosten en opbrengsten naar de laatste inzichten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Rapport Internationale verkenning tariefdifferentiatie (KPMG, 23 november 2022), zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wegen/tijdelijke-tolheffing-blankenburgverbinding-en-via15.

Naar boven