36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 123 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2022

In de regeling van werkzaamheden van 6 september 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 104, item 7) heeft het lid Omtzigt veschillende vragen gesteld over berichtgeving in de media over de augustusbesluitvorming. In deze brief zal ik op deze vragen ingaan. Daarnaast heeft het lid Omtzigt (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 4009) op 8 september 2022 Kamervragen gesteld over dit onderwerp. De antwoorden op deze Kamervragen vindt u bijgevoegd.

Laat ik vooropstellen dat ik zeer veel waarde hecht aan adequate informatievoorziening aan de Kamer, ook met betrekking tot de plannen voor Prinsjesdag, die hun beslag krijgen in de begrotingswetten, het Belastingplan en de Miljoenennota. Voor deze voorstellen is het besluitvormingsproces op dit moment nog niet afgerond, aangezien deze voorstellen nog voor advies aanhangig zijn bij de Afdeling advisering van de Raad van State en nog worden doorgerekend door het CPB. De plannen van het kabinet voor Prinsjesdag worden op de daarvoor aangewezen momenten met de Kamer gedeeld zodat het besproken kan worden tijdens de algemene politieke beschouwingen, de algemene financiële beschouwingen en in de hierop volgende wetsbehandelingen. Tijdens deze debatten kan aan de hand van het complete plaatje, inclusief advies van de Raad van State en de doorrekening van het CPB, worden gesproken over de plannen van het kabinet. Om de bovenstaande reden, is de geldende afspraak dat tot Prinsjesdag niet wordt gecommuniceerd over de voorstellen. Ik betreur het als deze afspraak niet is nageleefd en heb hiervoor expliciet aandacht gevraagd binnen het kabinet. Het debat over de Prinsjesdagstukken dient namelijk in de Tweede Kamer te worden gevoerd.

Ik kan op dit moment nog niet ingaan op specifieke maatregelen die in de media worden genoemd, aangezien ik daarmee maatregelen zou bevestigen of ontkennen. Met de brief van de Minister van Financiën van 8 september 20222 is de Kamer wel reeds geïnformeerd over het voorstel-raadsuitvoeringsbesluit ten aanzien van het Herstel- en Veerkracht Plan (HVP). In deze brief licht de Minister van Financiën toe waarom enkele voornemens uit de augustusbesluitvorming onderdeel zijn van het voorstel-raadsuitvoeringsbesluit.

Tot slot heeft de heer Omtzigt gevraagd wie aanwezig waren bij de overleggen over de augustusbesluitvorming. In het Nederlandse staatsrecht is een belangrijk uitgangspunt dat een kabinet moet kunnen rusten op het vertrouwen van een meerderheid in de Tweede Kamer. Om te toetsen of draagvlak bestaat voor het te voeren beleid vindt op velerlei manieren overleg plaats, in het kabinet, maar ook met fracties in de Tweede Kamer. Bij de coalitieoverleggen over de augustusbesluitvorming waren de fractievoorzitters van de coalitiefracties, de vicepremiers, de Staatssecretaris van Financiën en ikzelf aanwezig. Daarnaast was ook ambtelijke ondersteuning van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Algemene Zaken aanwezig.

De Minister-President, De Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

i.v.m. een correctie in het vergaderjaar

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1887

Naar boven