Ontvangen 11 mei 2023
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Na artikel 274f wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 274g
Onder eigen gebruik in de zin van artikel 274 lid 1 onder c wordt mede begrepen het
verstrekken van woonruimte aan een woningzoekende die een bloed- of aanverwantschap
in de eerste graad heeft met de verhuurder, indien uitdrukkelijk in de huurovereenkomst
is bedongen dat de verhuurder de huurovereenkomst na afloop van de bij dat beding
overeengekomen termijn kan opzeggen ten behoeve van bewoning door een bloed- of aanverwant
in de eerste graad van de verhuurder.
B
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
In artikel 277, eerste lid, wordt «de artikelen 272 tot en met 274f» vervangen door
«de artikelen 272 tot en met 274g».
Toelichting
Algemeen
Deze nota van wijziging volgt op de eerdere nota van wijziging waarbij een nieuw artikel 7:274g
werd geïntroduceerd. Nadere bestudering leert dat het nieuwe artikel een correctie
verdient. Het artikel wordt met deze nota van wijziging integraal opnieuw vastgesteld
ter bevordering van de duidelijkheid. Met deze wijziging is nu vereist dat dat de
mogelijkheid om de huurovereenkomst te beëindigen op deze grond expliciet van tevoren
moet zijn vastgelegd. De regering heeft de Kamer bij brief eveneens gewezen op deze
onduidelijkheden. Deze nota van wijziging poogt die onduidelijkheid weg te nemen.
De rechter dient wel een belangenafweging te maken wanneer een verhuurder zich beroept
op deze grond. Immers is dit nieuwe artikel een invulling van dringend eigen gebruik
als bedoeld in artikel 7:274 lid 1 onder c. Dit artikel vermeldt dat de rechter de
vordering slechts kan toewijzen indien niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst
wordt verlengd, gegeven de belangen van beide partijen en van onderhuurders naar billijkheid
in aanmerking genomen.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
Omdat het artikel opnieuw wordt vastgesteld, wordt een integrale artikelsgewijze toelichting
weergegeven, die deels overeenkomt met de artikelsgewijze toelichting van de eerste
nota van wijziging.
Dit artikel verruimt de bestaande mogelijkheid voor de verhuurder om een beroep te
doen op dringend eigen gebruik ter ontbinding van de huurovereenkomst als bedoeld
in artikel 7:274 eerste lid, onder c, BW. Met dit artikel wordt onder dringend eigen
gebruik mede begrepen het verstrekken van een woonruimte aan een woningzoekende die
een bloed- of aanverwantschap heeft in de eerste graad met de eigenaar. Op basis van
artikel 7:274, eerste lid, onder c geldt wel dat voor de beoordeling van het dringend
eigen gebruik de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking worden
genomen en dat moet blijken dat de huurder andere passende woonruimte kan verkrijgen.
De rechter dient dat af te wegen. Daarnaast moet de mogelijkheid om de huurovereenkomst
te beëindigen op deze grond expliciet van tevoren zijn vastgelegd.
Onderdeel B
Dit betreft een technische wijziging; de bestaande uitbreidingen van de invulling
van «dringend eigen gebruik» (artikelen 274a tot en met 274f) zijn alle, bij invoering,
onder de reikwijdte van artikel 277, eerste lid, gebracht. Het ligt daarmee voor de
hand dit ook te doen voor het voorgestelde artikel 274g.
Nijboer Grinwis