36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan

M MOTIE VAN HET LID KRIJNEN C.S.

Voorgesteld 16 mei 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tweede Kamer met algemene stemmen een amendement van de leden Westerveld en Kuiken heeft aangenomen waarin onder artikel 58cb de wettelijke grondslag wordt toegevoegd om een vervaltermijn in te voeren voor zware collectieve maatregelen;

stelt op grond van de toelichting bij het amendement vast dat daarmee wordt beoogd expliciet de beide Kamers der Staten-Generaal zeggenschap te geven over de beoordeling van het onderscheid tussen lichte en zware collectieve maatregelen en dat de regering verplicht is bij een zware collectieve maatregel een vervaltermijn van 8 weken toe te voegen;

spreekt uit dat de bepaling zoals geamendeerd inhoudt dat bij het niet instemmen van de Tweede Kamer of de Eerste Kamer binnen de bepaalde termijn, zoals beschreven in artikel 58cb lid 2, de desbetreffende zware collectieve maatregel niet in werking kan treden;

verzoekt de Minister te bevestigen dat hij deze interpretatie onderschrijft en de Kamer daarover binnen vier weken schriftelijk te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Krijnen

Recourt

Naar boven