36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan

C BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 6 januari 2023

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben kennisgenomen van uw brief van 5 januari 2023 waarin u de Kamer verzoekt wetsvoorstel 36 194Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan met spoed te behandelen. Naar aanleiding daarvan hebben de commissies heden digitaal vergaderd.

De leden wensen op te merken dat het bedoelde wetsvoorstel niet specifiek op covid-19 is toegesneden, maar op «collectieve maatregelen voor de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan.» Bij de behandeling van eerdere wetsvoorstellen waarbij de Wet publieke gezondheid tijdelijk werd gewijzigd om bevoegdheidsgrondslagen te creëren voor maatregelen ter bestrijding van de covid-19-pandemie heeft het overgrote deel van de leden bij herhaling aangedrongen op structurele wetgeving ter versterking van de pandemische paraatheid, voorzien van adequate parlementaire betrokkenheid bij het activeren van slapende bepalingen, het de-activeren daarvan en het daadwerkelijk inzetten van maatregelen waartoe de bevoegdheden worden opengezet. Fundamentele afwegingen over grondrechten en parlementaire zeggenschap vragen om een zorgvuldige behandeling van de keuzes in dit wetsvoorstel.

Unaniem wijzen de leden af dat u deze Kamer onder druk zet deze fundamentele wet met spoed te behandelen, waarbij sommigen zelfs de vraag opwerpen of de wet – eenmaal aanvaard – wel soelaas biedt in de huidige situatie rondom covid-19, omdat covid-19 momenteel niet voldoet aan de criteria voor een A1 infectieziekte.

Mocht u van oordeel zijn dat het noodzakelijk is maatregelen te treffen, zoals het voorschrijven van een negatieve PCR-testuitslag voor reizigers komend uit China, dan ziet deze Kamer voorstellen daartoe – buiten het aanhangige wetsvoorstel om – met belangstelling tegemoet. Indien naar het oordeel van de Kamer sprake is van noodzaak en proportionaliteit zullen dergelijke voorstellen met spoed in behandeling genomen worden.

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning bespreken op 17 januari 2023, zoals reeds voorzien, de behandelprocedure ten aanzien van wetsvoorstel 36194 – Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan.

Namens de commissies spreken wij de verwachting uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Mede namens de Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning,

Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer

Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, T. Klip-Martin

Naar boven