36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 januari 2023

Op 29 december jl. is het Europese Health Security Committee (HSC) bijeengekomen naar aanleiding van de zorgelijke epidemiologische situatie in China. De HSC heeft lidstaten toen opgeroepen om activiteiten die betrekking hebben op monitoring en surveillance te intensiveren. Hier heb ik gehoor aan gegeven door de rioolwatersurveillance op Schiphol te intensiveren en door gratis zelftesten met voorlichting over het belang van isolatie na een positief testresultaat uit te delen aan reizigers uit China op Schiphol.

In de daaropvolgende dagen hebben steeds meer lidstaten individueel maatregelen voor reizigers uit China ingesteld. Dit was voor de Europese Commissie aanleiding om de Crisisrespons van de Raad van de EU (IPCR) op 4 januari 2023 bijeen te roepen om tot een Europees gecoördineerde lijn te komen.

Ik doe u hierbij een afschrift toekomen van mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, waarmee ik ook uw Kamer informeer over de uitkomsten van deze bijeenkomst en het voorziene besluitvormingsproces.

Zoals bij uw Kamer bekend, ontbreekt het op dit moment aan een nationale wettelijke grondslag om een testverplichting – zoals opgeroepen in Europees verband – of enige andere collectieve maatregel ter bescherming van de volksgezondheid in te stellen. Door het ontbreken van een specifieke wettelijke bevoegdheidsgrondslag in de Wet publieke gezondheid, kan tot inwerkingtreding van de Eerste tranche wijziging publieke gezondheid1, niet via een ministeriële regeling invulling gegeven worden aan een Europees gecoördineerde aanpak.

Gelet op bovenstaande en aangezien de Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid thans bij uw Kamer voorligt, doe ik een beroep op uw Kamer om op de kortst mogelijke termijn, bij voorkeur in de week van 9 januari, aan te vangen met de behandeling van het wetsvoorstel.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Wijziging van de wet publieke gezondheid in verband met bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan, zie Kamerstukken I 2022/23, 36 194, A.

Naar boven